Achtergrond

Houtplantages voor biobrandstof ‘landjepik’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

 

Al sinds de jaren 60 ‘bezet’ het bedrijf Aracruz Celulose een stuk land in de Braziliaanse deelstaat Espírito Santo, wat oorspronkelijk en volgens de wet toebehoort aan de Tupinikim en Guarani indianen. In 2005 namen deze stammen hun land terug door het te bezetten. Begin 2006 maakten de politie en Aracruz daar een eind aan; de dorpen van de twee stammen werden platgewalst. Op de grond van de indianen worden nu eucalyptusbomen verbouwd voor pulp waarmee de brandstof ethanol wordt gemaakt.

Biologische hotspots
“Deze nieuwe monocultuur is gewoon een nieuwe vorm van kolonialisme. Landjepik”, zei Camila Moreno van Friends of the Earth Brazil woensdag tijdens een bijeenkomst over houtige biomassa in Den Haag. “In het Westen denkt men, er is niks daar, dus we kunnen doen wat we willen.”

camila
Camila Moreno tijdens haar presentatie,
door: Anne Petermann

Gevolg van de aanleg van plantages voor biobrandstoffen, is dat gebieden die belangrijk zijn voor de biodiversiteit verloren gaan. Volgens Deepak Rughani van Biofuelwatch worden “biologische hotspots verwoest voor de wereldwijde economie”. In Papoea-Nieuw-Guinea zijn door het vervangen van het regenwoud met bossen voor biobrandstof vrijwel alle oorspronkelijke natuurlijke gebieden verdwenen.

‘Eating the Amazon’
Volgens Moreno gaat de westerse wereld uit van andermans territorium. Waarom eten wij allemaal sinaasappels, die wij met name in de zomermaanden uit Latijns-Amerika importeren? “De Duitsers, met hun worsten, eten de hele Amazone op.” Het gevolg daarvan is dat inheemse volkeren worden weggejaagd. “Alleen grote bedrijven kunnen dergelijke plantages bestieren. Kleine boeren hebben geen andere keus dan weg te trekken, bijvoorbeeld naar de gevaarlijke slums, zoals het geval is in Paraguay”, zegt Simone Lovera van de Global Forest Coalition en Friends of the Earth Paraguay.

Biomassa
In Nederland wordt steeds meer elektriciteit opgewekt door biomassa, energie uit of organisch materiaal. Dit varieert van (snoei-)houtafval uit de industrie en rioolslib uit waterzuiveringsinstallaties, tot GFT uit huishoudens en speciaal voor bio-energie geteelde gewassen, zoals koolzaad en palmbomen. Over de vraag of biobrandstoffen de uitstoot van CO2 verminderen zijn de meningen nog verdeeld.

Over de oplossing bestaat twijfel. De kans dat de wereldbevolking en haar leiders allemaal een stap terugnemen is klein. Met keurmerken kan er een onderscheid gemaakt worden tussen duurzame en niet duurzame biomassa. “Binnen Europa bestaat er een obsessie voor keurmerken maar het werkt in dit geval niet”, zegt Moreno. “Het is een illusie dat bio-energie duurzaam wordt, het gaat om zulke grote gebieden.”

Kwaliteit
Dorette Corbey, van de Commissie Duurzaamheidsvraagstukken Biomassa (CDB), ziet daarentegen wel het belang van een keurmerk. “Een systeem van keurmerken kan er voor zorgen dat regels nageleefd worden. We willen eerst letten op kwaliteit, voor we kijken naar de kwantiteit.”

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons