Achtergrond

Hoe zetten media en bewoners de wijken neer?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Na de aanslagen in Parijs en Brussel had de Brusselse wijk Molenbeek het zwaar te verduren in de media. De wereldwijde media stond dagelijks op de stoep voor portretten en diepte-interviews, want deze wijk werd gezien als dé broedplaats van de Jihad. Hoe is het voor de inwoners van deze wijk om daar te wonen?

Uitzending gemist? 
Bekijk hier het mediacafé terug:[[{“fid”:”48032″,”view_mode”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_halve_breedte”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Mediacafé #6 Molenbeek en ‘HoodHeroes’ in de wijken”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Mediacafé #6 Molenbeek en ‘HoodHeroes’ in de wijken”},”type”:”media”,”attributes”:{“alt”:”Mediacafé #6 Molenbeek en ‘HoodHeroes’ in de wijken”,”class”:”file-file-styles-artikel-halve-breedte media-element”}}]]

Moderator Ama van Dantzig ging daarover in gesprek met de Nederlandse oorlogsfotograaf Teun Voeten die tussen 2005 en 2014 in Molenbeek woonde en Nabil Fallah die geboren en getogen is in de Brusselse wijk.

Monocultuur

Teun Voeten werd erg depressief van de buurt. “Door mijn werk als oorlogsfotograaf in landen als Syrië en Irak heb ik veel fundamentalisten gezien. Ik zag dat soort verschijnselen ook steeds meer in Molenbeek. Ik zeg niet dat iedereen met een lange baard een fundamentalist is, maar er is wel een bodem voor islamofascisme.” De journalist zag de wijk in acht jaar ontzettend veranderen. “Ik zag steeds meer een monocultuur ontstaan in Laag-Molenbeek. In 2005 was het een multiculturele buurt, maar het werd er uiteindelijk extreem. Religie begon een grote stempel te drukken op het dagelijks leven. Jongeren in mijn eigen straat probeerden mij te bekeren tot de Islam en ik werd aangesproken als ik alcohol dronk.”

Mensen in Molenbeek zijn erg open en vriendelijk

Uiteindelijk besloot Voeten te verhuizen. “Als ik in een buurt woon met een werkloosheid van 40 procent waar geen economische activiteit is voor 10 uur, dan word ik daar moedeloos en troosteloos van. Ik heb helaas gelijk gekregen toen bleek dat een aantal van die aanslagplegers uit Molenbeek bleken te komen.”

Volop talent

Nabil Fallah was het niet eens met de oorlogsfotograaf. “Mensen in Molenbeek zijn erg open en vriendelijk. Na drie weken ken je de buren en de mensen in de buurtwinkels goed. De werkloosheid was even hoog, maar is enorm gedaald.” De Belg Nabil organiseert de talentenjacht Street Talent in de wijk om jongeren een podium te geven. “Er zijn veel jongeren met veel talent in Molenbeek. Dansers, rappers, zangers, basketballers. Met dit project wil ik verborgen talent onder de aandacht brengen en de jongeren zelfvertrouwen geven.”

Als fotograaf maakte Voeten foto’s in Molenbeek. Daarop zien we vooral het stereotype beeld van mensen met hoofddoeken en hangjongeren. Is dat wel een goede afspiegeling van de werkelijkheid? “Ik probeer meerdere kanten te laten zien. Maar foto’s zijn altijd een subjectieve indruk van de werkelijkheid. De sociale context is lastig te vangen in een foto. Als 99 procent van de mensen niks doet, maar 1 procent is gewelddadig dan is dat de essentie voor een nieuwsfoto.” Maar wordt daarmee niet het beeld geschetst dat Molenbeek het centrum van de Jihad is?  “In Molenbeek gebeuren ook mooie dingen. Ik heb nooit beweerd dat iedereen terrorist is. Maar er is een uiterst kleine maar significante minderheid die gewelddadig en geradicaliseerd is. Dat kan je niet ontkennen.”

Negatieve stereotypering

Veel journalisten gingen na de aanslagen in Brussel naar Molenbeek om te kijken hoe het echt gesteld is met de wijk. Fallah heeft geen zin om met journalisten te praten omdat ze volgens hem de wijk toch negatief neerzetten. “Het vertrouwen is weg. De journalisten stellen vragen en zeggen dan dat de camera uitstaat, maar vervolgens zie ik mezelf terug op televisie.” Maar volgens hem gebeuren er ook mooie dingen. “Tijdens de Ramadan wordt er een etentje georganiseerd en jongeren gaan naar school. Ze willen een beter leven leiden, maar door de media gaat de buurt achteruit.”

HoodheroTeun Voeten (l) en Nabil Fallah (m) in gesprek met Ama van Dantzig (r). Foto: Pleunie van Raak 

Voeten vindt een initiatief als Street Talent positief, maar volgens hem is het probleem groter. “Molenbeek is een kleine gemeente in een disfunctioneel land. Het moet een keer afgelopen zijn met het innemen van een slachtofferrol. In Molenbeek is er een slechte startpositie, maar je kan ook iets bereiken. Het is belangrijk om mensen hoop te geven. De Belgische overheid moet niet wegkijken maar banen creëren.”

Amsterdam vs. Parijs

Hoe zit het dichter bij huis? Hoe worden de Amsterdamse wijken neergezet door de lokale media? Corina Duijndam, auteur van het boek De gekleurde werkelijkheid, en Parool-verslaggever Patrick Meershoek gingen hierover in gesprek.

Sociologe Duijndam beschrijft in haar boek de verschillen tussen jongeren in Amsterdam-Osdorp en de Parijse voorstad Cité des Nuages. “In Nederland ligt veel meer de nadruk op etniciteit. Ik zag tijdens een muziekles dat Turken elkaar opzoeken en hetzelfde geldt voor Nederlanders, Marokkanen etc. In Frankrijk wordt het verschil niet gemaakt op basis van achtergrond maar op de plek waar je woont. Je komt uit de buitenwijk of het centrum.”

In Frankrijk snappen ze niet dat we in Nederland de term allochtoon gebruiken

Wat haar verder opviel, was de verschillende rol die de islam inneemt. “In Nederland is het politieke beleid gericht op verschillende etniciteiten. ‘Marrokanen doen dit’ of ‘Turken doen dat’ lees je dan. Dat wordt dus overgenomen in de media. Door dat hokjesdenken nemen burgers dat over.” In Frankrijk zouden de media niet zo kunnen schrijven, vertelt Duijndam. “Officieel ben je in Frankrijk altijd Fransman. Daar snappen ze niet dat we in Nederland een term als allochtoon gebruiken.”

Slecht nieuws verkoopt goed

Patrick Meershoek komt als verslaggever bij het Parool met veel culturen in aanraking. Hoe ziet hij de verantwoordelijkheid als journalist om daar mee om te gaan? “Het gaat met name over de beeldvorming, daar moet je je bewust van zijn. Maar je moet je er ook niet te veel door laten sturen. Toen ik in Gouda werkte, veroorzaakte een grote Marokkaanse gemeenschap veel narigheid. In een nieuwsbericht schrijf je dan over de daders ‘jongens met een Noord-Afrikaans uiterlijk’. Maar ik schreef ook over een Surinaams meisje dat negens haalde voor haar eindexamen. Het heeft vooral te maken met het beeld dat al bij de lezers in het hoofd zit. ”

Op het scherm worden een aantal koppen van artikelen over de Bijlmer getoond. De meeste zijn negatief. “Maar slecht nieuws verkoopt goed”, zegt Duijndam. Meershoek zegt dat hij ook positief schrijft over de Bijlmer. “Dit is een selectie van vijf artikelen. Ik leg in de krant ook uit hoe het zit met etnische culturen Waarom mensen bijvoorbeeld een bepaald Surinaams feest vieren. Daar krijg ik positieve reacties op.”

 

Iemand uit de zaal merkt op dat Amsterdam een stad is met veel verschillende culturen. Hij vraagt zich af of dit beeld strookt met de samenstelling van de Parool-redactie. “Nee”, reageert Meershoek. “Via stages en programma’s hebben we geprobeerd om mensen met een andere achtergrond binnen te halen, maar we hebben inderdaad geen gemêleerde redactie. Het vak journalist is denk ik niet populair onder Turken, Marokkanen of Antillianen. De politie heeft hetzelfde probleem.”

Eigen werkelijkheid

Volgens Duijndam is dat te wijten aan het feit dat de meerderheid van de journalisten of politieagenten wit is. “Het binnenhalen lukt vaak nog wel, maar veel jongeren zijn zo weer weg omdat ze moeten opboksen tegen een wit bastion. Omdat ze zich ook niet vertegenwoordigd voelen en weinig vertrouwen hebben in instituties, praten ze daarom vaak niet met politie en media.”

Wat zou een oplossing zijn om de segregatie tegen te gaan?, vraagt de moderator. “Door de afstand te verkleinen tussen de verschillende groepen”, vindt Duijndam. “In Osdorp heb ik de buurtkrant de BurCuTur opgezet. Redactie’s bestaan vooral uit witte journalisten die een beeld moeten geven van een multiculturele samenleving. Jongeren uit die wijk kunnen nu hun eigen werkelijkheid laten zien.”

Opa Rob beste filmpje

 

Om naar de wijken te kijken door de ogen van jonge wijkbewoners zelf organiseerde OneWorld het #hoodHero-filmproject. Groepjes van vijf jongeren portretteerden jongeren met hun smart Phone de werelden en helden van hun wijk. Filmmaakster Belinda Tano vond het niet moeilijk om een beeld neer te zetten van haar wijk in Amsterdam Zuid-Oost. “Mensen oordelen snel na een krantenkop, maar wij weten hoe het daar echt is.”

 

 

De juryleden van het Parool, Filmmuseum Eye, IDFA en De Zwijger hadden lovende woorden voor alle filmpjes. Maar het filmpje over opa Rob, die vanuit zijn scootmobiel het Noorderpark schoont houdt, werd als beste beoordeeld en kwam als winnaar uit de bus. De jury vond het een ‘duidelijke, persoonlijke film met een goede opbouw afgesloten met een knallende boodschap van de buurtheld.’

 

Bekijk hier het filmpje Opa Rob is de wijkheld van Noord. 

 

[[{“fid”:”47581″,”view_mode”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”Opa Rob”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Opa Rob”},”type”:”media”,”attributes”:{“alt”:”Opa Rob is de Wijkheld van Noord #HoodHero”,”style”:”width: 581px; height: 327px;”,”class”:”file-file-styles-artikel-volle-breedte media-element”}}]]

 

Programmamaker Lotte Sluiter roept iedereen op om zijn eigen #HoodHero te delen op sociale media. Want als je het zelf niet doen, gaan anderen jouw verhaal vertellen. Meedoen aan de HoodHero kan nog tot 30 juni. Klik hier voor meer informatie. 

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons