Achtergrond

Hoe honger een land verwoest

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Vierentwintig jaar geleden was Tineke Ceelen, de directeur van Stichting Vluchteling, in het toen ook al zeer onveilige Somalië. Haar team werd overvallen, ze kwam in een schietpartij terecht en een teamlid werd neergeschoten. Nu er opnieuw een humanitaire crisis dreigt en miljoenen mensen in hongersnood verkeren, reisde ze opnieuw af. Dit is wat ze aantrof.  

In een door ons betaalde kliniek staan dozen Plumpy’nut, een speciale pindapasta voor zwaar ondervoede kinderen, tegen de muur opgestapeld. Kleine, broodmagere kindjes worden om beurten gewogen in een plastic teil, bungelend aan een haak onder een weegschaal waarna ze een bandje om krijgen. Groen is goed, geel de gevarenzone en rood duidt op, meestal ernstige, ondervoeding. “Elke dag méér kinderen, en elke dag een beetje ernstiger dan de vorige dag”, verzucht de verpleegkundige. Met geld uit de nationale actie van de Samenwerkende Hulporganisaties probeert ze de 180 patiënten in de kliniek te helpen.

Wegen

Militaire exercitie
Om deze kliniek, een soort huisartsenpost, te bereiken, doorkruisen we in flink tempo de stad. Een ware militaire exercitie. Over de boordradio worden checkpoints geïnformeerd over onze komst. Ontelbare slagbomen en poorten staan open als we met ons gepantserde gevaarte aan komen scheuren, en gaan achter ons direct weer dicht. Wanneer we na afloop terugrijden naar het hotel horen we dat er vlakbij ons stevig geschoten wordt. Met achtenveertig bewakers is ons hotel compleet van de buitenwereld afgesloten. Daarmee is het een oase van rust voor hulpverleners en VN-personeel én belangrijk doelwit van aanslagen.

Somalië is zo'n beetje door elke plaag getroffen. Bittere armoede, klimaatverandering, jarenlange conflicten en terreur hebben nu een volgende golf van ellende veroorzaakt: honger. Meer dan de helft van de bevolking van Somalië heeft hulp nodig en bijna een miljoen kinderen onder de vijf jaar, 944.000 jongetjes en meisjes, is ondervoed.

Extreem onveilig
Al drie jaar op rij regent het nauwelijks. Oogsten mislukten en het vee stierf van de honger. Voedsel kon de ergste hongergebieden niet bereiken. Extremistische strijders van Al-Shabaab plegen dagelijks aanslagen. Met duizenden tegelijk komen de mensen van het platteland naar de steden om hulp te zoeken. Deze ontheemden bezoeken we de volgende dag in het kamp aan de rand van Mogadishu. Vanwege de extreme onveiligheid rijden we er in een gepantserde wagen met een loodzware, kogelvrije deur naartoe. Voor en achter ons rijdt een pick-up truck met in totaal tien met mitrailleurs bewapende bewakers, jonge jongens. We mogen maximaal een half uur in het kamp blijven; dat is de voorbereidingstijd die nodig is voor een aanslag of ontvoering.

Kamp bij Mogadishu

Takken, afval en oranje zeil
Onder een snikhete zon reiken de plaggenhutten tot zover je kijken kunt. Met takken, afval en een oranje zeil van een hulporganisatie maken de vrouwen een hut van hooguit twee meter doorsnee, bedoeld voor de hele familie. Omringd door ons legertje bewakers troont de 72-jarige oma Hafé ons mee naar haar hut, met op haar rug een slapende baby gebonden. De moeder van het kindje is een paar maanden geleden overleden. Hafé vertelt over haar huis in Lower Shabelle, over de honger, over haar dode dieren. Ze wrijft over haar maag en keel. Wat ze nodig heeft? Eten dus, en “op mijn leeftijd kan ik niet goed meer op de grond slapen”, zegt ze verdrietig.

Gebied van Al-Shabaab
De volgende ochtend rijden we opnieuw naar de rand van de stad, naar nieuw aangekomen vluchtelingen. Ook deze groep komt uit Lower Shabelle, een gebied dat in handen van Al-Shabaab is. Hulp ernaartoe brengen is onmogelijk, vluchten eigenlijk ook. De ontheemden die we hier zien zijn zonder uitzondering ’s nachts gevlucht, om ongezien aan Al-Shabaab te ontkomen.

Muhamed, de collega die toeziet op onze veiligheid, heeft vandaag extra beveiligers en wapens geregeld. Normaliter komt hij nooit met westerse hulpverleners terug op een al eerder bezochte plek, het risico op een aanslag of ontvoering wordt per keer groter, maar omdat we erop staan heeft hij ditmaal een uitzondering gemaakt.

Ze huilt geluidloos, het ontbreekt haar aan kracht om geluid te maken

Op het terrein waar onze collega's een provisorische kliniek hebben ingericht, zien we uitgemergelde kinderen. Sommigen hebben lelijke wonden, anderen hoge koorts. Een akelig mager meisje wordt in een weegzak gehesen. Het is een vreselijk gezicht. Ze huilt geluidloos, het ontbreekt haar aan kracht om geluid te maken. De ribben van het meisje zijn duidelijk zichtbaar, op haar beentjes en armpjes zit geen gram vet meer. Ze is drie jaar oud, en slechts een van de duizenden kleine kinderen die hier sterven van de honger. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons