Achtergrond

‘Het bombarderen van Syrië speelt IS in de kaart’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Misschien denkt de Nederlandse regering door het bombarderen de vredesonderhandelingen tussen het regime van Assad en de rebellen een steuntje in de rug te geven. Het klinkt logisch: een gezamenlijk doel – het verslaan van de terroristen –kan alle partijen die in Syrië vechten op één lijn brengen. Maar in realiteit is dat scenario onwaarschijnlijk. “We moeten vooral niet bombarderen”, waarschuwt Paul Aarts, hoogleraar politicologie aan de UvA, tijdens zijn Haagsch college over Syrië.

[[nid:45286]]

IS is volgens Aarts namelijk militair te sterk om met luchtaanvallen alleen te verslaan. “IS heeft een goed georganiseerd en heel ervaren militair kader, opgeleid in de legers van Saddam Hoessein.” De successen op het slagveld trekken volgens Aarts alleen maar meer strijders aan: het martelaarschap heeft veel aantrekkingskracht op jongeren die radicaliseren. Het ondersteunen van luchtaanvallen met grondtroepen in Syrië moet daarom voorkomen worden: “Tegen wie vechten ze nu? Tegen vliegtuigen. Ze willen face-to-face met de ongelovigen, dat brengt ze naar de hemel. Boots on the ground, dat wil IS het allerliefst.”

Boots on the ground, dat wil IS het allerliefst

Kansloze coalitie

Toch zijn er nu zeker zestien landen die luchtaanvallen op IS in Syrië uitvoeren, Nederland inbegrepen. Maar er is geen cohesie te bekennen: “Alle partijen die tegen IS zeggen te vechten, voeren eigenlijk een andere oorlog”. 

De rivaliteit tussen Iran en Saudi-Arabië is daar een goed voorbeeld van. Beide landen hebben reden om IS te bestrijden. Iran ziet het oprukken van IS met lede ogen aan omdat IS strijders sjiieten met de dood bedreigen. Ook het soennitische Saudi-Arabië heeft reden zich zorgen te maken, want “het veroveren van de heilige steden Mekka en Medina staat hoog op de IS agenda”. Toch zullen de twee landen niet samen tegen IS optrekken. In hun retoriek benadrukken de twee hun religieuze verschillen, maar volgens Aarts draait het erom wie er na de strijd de meeste invloed op Syrië en omgeving weet uit te oefenen. “De echte strijd draait niet om sektarische verschillen binnen de islam, maar om de hegemonie in het Midden-Oosten.” 

De echte strijd draait niet om sektarische verschillen binnen de islam

Die verdeeldheid komt niet alleen IS goed uit, maar ook het regime van president Assad. Hij houdt zijn tegenstanders steeds voor dat er geen alternatieven zijn: "het is 'ik of anders de terroristen'”. Net zoals Iran steunt Rusland het regime daarin. Ondertussen houden de VS zich zo veel mogelijk afzijdig, omdat ze niet net zoals in Irak en Afghanistan met grondtroepen bij het vechten betrokken willen zijn. De rol van Turkije is dubbelzijdig: het land zegt tegen IS te vechten maar treedt ook op tegen Koerdische strijders. En Israël? “Dat heeft vooral belang bij zoveel mogelijk tumult in de regio.”

De toekomst van Syrië 

Als bombardementen niet werken en een echt internationale coalitie tegen IS ver te zoeken lijkt, wat moet er dan van Syrië worden? Aarts hekelt de uitspraak van minister Hennis dat het herstellen van de orde in het land slechts een kwestie van 'de strop om de nek van IS verder aantrekken' is. Al zou IS militair verslagen worden, dan zal er waarschijnlijk een andere en even extreme groep voor in de plaats komen. Aarts: “De enige manier vooruit is door het idee van burgerschap te herstellen en te zorgen dat mensen politieke, culturele en economische rechten hebben. We moeten nieuwe, inclusieve instituties bouwen in de regio.” 

We moeten nieuwe instituties bouwen in de regio

Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Als het Westen stopt met bombarderen betekent dat niet dat de stabiliteit in Syrië snel weer terug zal keren. Burgeroorlogen kunnen lang duren en zijn van buitenaf moeilijk op te lossen. In het ergste geval voorziet Aarts een 'vrede van het graf': "Er wordt eindeloos doorgevochten met nog veel meer slachtoffers, maar op een gegeven moment zijn de partijen uitgeput, moe van het vechten. Daar komt dan een of andere regeling uit."

De kans is groot dat Syrië daarop in meerdere landen uiteen valt. “Het worst case scenario is dat als eenmaal Syrië en Irak omvallen, je een domino-effect kunt verwachten: Libië en zelfs Saudi-Arabië zullen volgen. Dan valt het hele Midden-Oosten uiteen. Dat zal heel veel gevolgen hebben, ook voor ons. Stel je eens voor wat er met de olieprijs zou gebeuren: autorijden is dan voorgoed voorbij.”  

Is dat rampscenario te voorkomen? Hij heeft er geen antwoord op: “Overal waar het Westen zich in het Midden-Oosten gemengd heeft, pakt het slecht uit. Daar moeten we serieus over nadenken.” 

Diplomatieke oplossing 

Alleen op de korte termijn durft Aarts naar oplossingen te zoeken: “Stop met bombarderen. We moeten onze energie in diplomatieke oplossingen steken.” Door druk te zetten op Iran en Saudi-Arabië om betrekkingen te herstellen en alle partijen bij de onderhandelingen te betrekken, bijvoorbeeld. Met een wapenstilstand wordt het mogelijk om humanitaire hulp in de steden af te leveren. “Staffan di Mistura [de speciale gezant van de Verenigde Naties voor Syrië] is een held, gezien de moeite die hij doet om alle partijen om de tafel te krijgen, maar er is nog een hele lang weg te gaan.” Daarin lijkt Aarts gelijk te krijgen: al in de eerste week werden de onderhandelingen stil gelegd, en niemand die precies weet wanneer ze weer zullen worden hervat. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons