Achtergrond

Hart- en vaatziekten in ontwikkelingslanden nemen snel toe

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

De hoofdoorzaak van overlijdensgevallen wereldwijd? Geen oorlog of hongersnood, maar hart- en vaatziekten. Volgens schattingen zullen rond het jaar 2030 jaarlijks ruim 23 miljoen mensen overlijden aan deze ziekten. Ook in ontwikkelingslanden neemt de frequentie van hart- en vaataandoeningen toe. Steven van de Vijver, verbonden aan het Amsterdam Health and Technology Institute, onderzocht welke bestrijdingsmethoden het meest succesvol én betaalbaar zijn in sub-Sahara Afrika.

Lange tijd werden hart- en vaatziekten gezien als een probleem waar alleen hoge inkomenslanden mee te maken hebben. Inmiddels is dit allang geen realiteit meer. Integendeel zelfs: meer dan 80% van de gevallen van hart- en vaatziekten komt in lage- en middeninkomenslanden voor. En waar in hoge inkomenslanden steeds minder mensen sterven aan hart- en vaataandoeningen, zorgt de brede problematiek waar veel lage inkomenslanden mee te maken hebben ervoor dat de bestrijding van deze ziekten niet altijd een prioriteit vormt.

Risicofactoren in sub-Sahara Afrika
Eén van de gebieden die hard worden getroffen door de gevolgen van hart- en vaatziekten is sub-Sahara Afrika. In de meeste Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara ligt nog steeds de nadruk op de preventie en controle van infectieziekten zoals HIV en malaria.

In Afrika is het percentage volwassenen met overgewicht nu hoger dan het percentage volwassenen met ondergewicht 

Maar door veranderingen in levensstijl nemen de risicofactoren voor hart- en vaatziekten snel toe. Waar Afrika altijd geassocieerd werd met ondervoeding, is het percentage volwassenen met overgewicht nu hoger dan het percentage volwassenen met ondergewicht.

En overgewicht vormt een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten.
Daar komt bij dat het continent in hoog tempo verstedelijkt. Naar schatting zal de stedelijke bevolking in Afrika de komende tientallen jaren ongeveer verdriedubbelen (in de periode 2009 tot 2050 van 395 miljoen naar 1.23 miljard), waarbij meer dan 60% van deze populatie in sloppenwijken zal wonen. Deze mensen hebben minder toegang tot gezondheidszorg en daardoor minder overlevingskansen. 

Het is dus van groot belang dat er wordt onderzocht hoe het bereik van preventie- en controleprogramma’s omtrent hart- en vaatziekten kan worden vergroot. Met name in arme stedelijke gebieden is het risico op deze aandoeningen groot, maar het aantal studies op dit gebied is beperkt. Van de Vijver voerde daarom een studie uit in twee sloppenwijken van de Keniaanse hoofdstad Nairobi, met als doel het ontwikkelen, implementeren en evalueren van een duurzaam preventieprogramma.

‘SCALE UP’ in sloppenwijken
De meest betaalbare én effectieve methode om hart- en vaatziekten te bestrijden, bleek de opsporing en behandeling van een belangrijke risicofactor: een hoge bloeddruk. Van de Vijver en partner-onderzoeksteams ontwikkelden hiertoe het SCALE UP-model, bestaande uit de volgende vier onderdelen. 

  1. Voorlichting. Er moet meer aandacht komen voor voorlichting over hart- en vaatziekten en een gezonde levensstijl, bijvoorbeeld via aankondigingen op religieuze en (andere) lokale bijeenkomsten. 
  2. Screening via huisbezoeken. 'Community health workers', getrainde vrijwilligers uit de gemeenschap met interesse in gezondheid, moeten huisbezoeken afleggen om mensen voorlichting te geven over en te screenen op risicofactoren. 
  3. Toegankelijk maken van gezondheidszorg. Mensen moeten worden gestimuleerd om actief gezondheidszorg in te schakelen, bijvoorbeeld door verstrekking van vouchers voor gratis behandelingen. 
  4. Vergroten van lange termijn-impact. De lange termijn-impact van behandelingen moet worden vergroot, bijvoorbeeld door steungroepen voor patiënten te faciliteren en door patiënten op de hoogte te houden van afspraken en behandelingen via SMS-berichten.

Mentaliteitsverandering 
Van de Vijver en zijn partner-onderzoeksteams deden hun best om het interventieprogramma zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de lokale cultuur en omstandigheden, bijvoorbeeld door lokale leiders in het proces te betrekken.

Onderliggende armoede moet worden aangepakt

Maar het blijft een feit dat mensen in sloppenwijken vaak andere prioriteiten hebben dan hun gezondheid. Nieuwe programma’s en initiatieven worden niet altijd als nuttig beschouwd en gezondheidszorg wordt vaak pas ingeschakeld wanneer de omstandigheden zichtbaar levensbedreigend zijn. Een mentaliteitsverandering in dit opzicht kan pas worden bewerkstelligd wanneer de onderliggende armoede-gerelateerde problemen worden aangepakt, stelt Van de Vijver.

Multi-inzetbaarheid
Met een aantal wijzigingen is het SCALE UP-programma ook geschikt voor andere contexten. Daardoor kan het programma worden ingezet in verschillende Afrikaanse regio’s, maar is het ook toepasbaar op kwetsbare Afrikaanse migrantengroepen in hoge inkomenslanden. Op dit moment kijken onderzoekers bijvoorbeeld hoe elementen uit het SCALE UP-programma kunnen worden geïmplementeerd in Amsterdam Zuidoost.

Deze studie werd uitgevoerd door een samenwerking van het Amsterdam Institute for Global Health and Development (AIGHD) en het African Population and Health Research Center (APHRC).

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons