Achtergrond

‘Geen WTO-doorbraak voor kleine ontwikkelingslanden’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
“Je kunt niet aan de ene kant miljoenen investeren in de Afrikaanse landbouw om de voedselcrisis op te lossen en tegelijkertijd handelsverdragen afsluiten die diezelfde landbouw frustreren,” vindt Mariken Gaanderse, lobbyist voor duurzame en rechtvaardige economische ontwikkeling bij ICCO.

 

Gaanderse: “De Doharonde is ooit in het leven geroepen om ontwikkelingslanden meer kansen in de wereldhandel te geven. Gaandeweg zijn deze handelsgesprekken echter uitgelopen op een titanenstrijd tussen de rijkere landen en rijkere ontwikkelingslanden als China, India, Zuid-Afrika en Brazilië. Er is praktisch geen tijd om punten die voor kleinere ontwikkelingslanden van belang zijn, uit te onderhandelen. Bovendien zitten deze kleine landen vaak niet eens om de onderhandelingstafel. Veel van de WTO-gesprekken vinden plaats met een select clubje landen achter gesloten deuren in de zogenaamde Green Rooms.”

 

Kippenvlees Kameroen foto ICCODumpen van kippenvlees

“Een belangrijk punt voor kleine ontwikkelingslanden zijn de zogenaamde Special Safeguard Mechanisms. Dit zijn mechanismes waarmee ontwikkelingslanden zich zouden kunnen beschermen tegen een plotselinge toename van importproducten die de lokale industrie kapot maken. Denk bijvoorbeeld aan het dumpen van Europees kippenvlees, varkensvlees, melk en tomaten. Sommige producten krijgen vanuit Europa subsidie waardoor lokale boeren onmogelijk kunnen concurreren. Veel ontwikkelingslanden hebben onder invloed van instituten als het IMF en de Wereldbank al een hele golf van liberalisering over zich heen gehad waardoor ze maar weinig  instrumenten over hebben om hun lokale markten te beschermen. Het zou dus heel fijn zijn als ontwikkelingslanden de ruimte krijgen om hun importtarieven aan te passen op het moment dat er producten op hun markt worden gedumpt. De teksten die nu op de onderhandelingstafel liggen, maken de situatie er echter niet veel beter op.” 

 

De WTO en de Doha-ronde

De Wereldhandelsorganisatie of World Trade Organization (WTO) is een intergouvernementele organisatie. De taken van de WTO zijn de bevordering van internationale handel, de beslechting van handelsconflicten en de opheffing van handelsbarrières. De basisfilosofie van de organisatie is dat internationale handel de beste en snelste manier is om de wereld welvarender te maken en dat daarom alle obstakels voor die internationale vrijhandel uit de weg geruimd moeten worden. Om de zoveel jaar worden er in WTO-verband onderhandelingen gevoerd om handelsverdragen vast te stellen of bij te stellen. De onderhandelingen vinden plaats binnen een meerjarige onderhandelingsronde die het kader vormt waarin deelonderhandelingen rondom bepaalde onderwerpen worden gevoerd. In zo’n kaderovereenkomst worden basisprincipes en -afspraken vastgelegd over de internationale handel.

WTO Pascal Lamy
WTO-baas Pascal Lamy

In 2001 spraken de WTO-leden in Doha, de hoofdstad van Qatar af dat ‘ontwikkeling’ in deze overlegronde centraal zou staan. Ontwikkelingslanden moesten betere toegang krijgen tot het internationale handelsverkeer. Deze overlegronde had al in 2006 afgerond moeten zijn, maar die deadline is niet gehaald.

Duivels dilemma
“Het is de bedoeling dat de EU en de VS hun concurrentieverstorende steun aan de eigen landbouwproducten afbouwen en landbouwproducten uit ontwikkelingslanden meer toegang geven tot hun eigen markten. De EU en de VS zijn echter maar nauwelijks bereid om de landbouwsteun af te breken. Daar willen ze wel veel voor terug. Ze eisen dat ontwikkelingslanden hun diensten- en industriële sector openstellen voor rijke landen. Probleem is dat deze sectoren in veel ontwikkelingslanden nog zwak zijn en de concurrentie met het Westen waarschijnlijk niet zouden overleven. De landen moeten dus kiezen tussen enerzijds toegang voor hun landbouwproducten en anderzijds de potentiële vernietiging van een toekomstige industrie die voor de economische groei van hun land van belang is. Een duivels dilemma.”

Katoensector kapot
“Het tragische is dat ontwikkelingslanden juist veel bij een goeie deal in de WTO te winnen hebben. Je ziet nu al dat sinds het mislukken van de WTO-top in Hongkong de EU en de VS steeds meer regionale handelsafspraken zijn gaan maken en dat is voor ontwikkelingslanden minder gunstig. Hoe kan een land als Mali of Ghana nou op tegen de EU? In de WTO kunnen ze zich tenminste nog verenigen. Maar helaas is deze Doharonde die juist voor de arme landen winst had moeten brengen, uitgemond in een ontransparant proces waarbij de belangen van de grote landen toch weer de overhand hebben gekregen. Ik vind het heel kwalijk dat er op zo’n hoog niveau zo gespeeld wordt met arme landen. De effecten van het huidige handelsbeleid zijn zo schrijnend. Neem bijvoorbeeld de subsidies die de VS aan de eigen katoenboeren geeft, die maken de hele West-Afrikaanse katoensector kapot. Juist de kleine ondernemers, de mensen die hun nek durven uit te steken, worden getroffen door de huidige handelsregels. Zij hebben geen vangnet van banken en een overheid die steun kan verlenen.”

Benin katoenplukkers foto CCCoherentie
“Wij zouden graag zien dat staatssecretaris Frank Heemskerk die namens Nederland in Genève aanwezig is, zich sterker zou maken voor ontwikkelingslanden. Hij zit weliswaar niet zelf in de Green Room te onderhandelen, dat doet Europees Commissaris Peter Mandelson namens Nederland en de andere EU-lidstaten. Maar dagelijks koppelt Mandelson in een bijzondere Europese ministersraad terug aan alle Europese ministers voor handel, waaronder Heemskerk. De Europese ministers geven Mandelson dan weer aanwijzingen voor de onderhandelingen. Heemskerk moet ervoor zorgen dat het Nederlandse en het Europese beleid coherent blijft. Je kunt niet aan de ene kant miljoenen investeren in de Afrikaanse landbouw om de  voedselcrisis op te lossen en tegelijk handelsverdragen afsluiten die diezelfde landbouw frustreren.”

 

 

 

“Wat mij vooral zorgen baart is de splitsing die is ontstaan tussen ontwikkelingslanden,” vindt Burghard Ilge, senior beleidsmedewerker handel en investeringen bij Both ENDS, een organisatie die ontwikkelingslanden steunt in het bereiken van eerlijkere handel op wereldniveau.

 

Ilge: “Tot nu zijn de onderhandelingen uiterst teleurstellend verlopen. De rijke landen vergaderen in de Green Room waar de ontwikkelingslanden niet in mogen. Namens Both ENDS zou ik naar Genève afreizen om te lobbyen, maar omdat er tot nu toe bijna geen informatie wordt prijsgegeven is het voor mij handiger om vanuit Nederland de onderhandelingen te volgen. Het is belachelijk dat er nu beslissingen worden genomen waar veel arme landen niet bij zijn. Na de WTO-top in Hongkong was eigenlijk al duidelijk dat er voor de armere landen niet veel in zit, de voorstellen die nu op tafel liggen zijn ook weer voornamelijk positief voor de rijkere landen.”

 

bananasBananendebacle
“Neem bijvoorbeeld de bananenkwestie. Met grote gebaren heeft de EU aangekondigd de importtarieven op bananen niet 54 maar 60 procent te laten dalen. Dit klinkt mooi, maar komt er feitelijk op neer dat de ACP-landen (de voormalige EU-koloniën) hun prijs voor bananen zien kelderen. Deze landen waarin bananen vooral door kleine en familiebedrijfjes worden geproduceerd, voelen zich door de EU bedonderd. Omdat hen was beloofd dat hun handelsvoordelen in stand zouden blijven, hebben zij onlangs een EPA-verdrag (regionaal handelsverdrag) met de EU ondertekend. En nu blijkt de EU haar markt wel verder voor multinationals zoals Dole en Chiquita te openen. De kleinschalige producenten in het Caribisch gebied en Afrika zullen de concurrentie tegen deze grote spelers die nu al 80 procent van de EU bananenmarkt in hun handen hebben, niet aan kunnen. De ACP-landen hebben al laten weten hier niet mee akkoord te kunnen gaan, maar ik vrees dat ze uiteindelijk onder druk zullen moeten toegeven.”

 

“Ik ben kortom erg pessimistisch. De transparantie is verdwenen, veel landen wordt toegang tot het bijwonen van de vergadering ontzegt. De uitkomst zal waarschijnlijk zijn dat de rijke landen een voorstel doen wat onaanvaardbaar is voor de ontwikkelingslanden. Indien de ontwikkelingslanden hier niet mee akkoord gaan zullen zij via de westerse media de schuld krijgen van het mislukken van de WTO-top. Via politiek gekonkel zullen de rijke landen als beste uit de bus komen. Ik merk dat de rol van propaganda en de media ontzettend groot is geworden. Het uiterlijk voorkomen wordt boven alles gesteld. Heel teleurstellend.” 

 

WTO Pascal Lamy en Kamal Nath
WTO-topman Pascal Lamy in gesprek
met Kamal Nath, de Indiase minister
voor handel. Foto: WTO

Veto genegeerd
“Woensdag is de situatie nog erger geworden. De zeven ‘belangrijkste’ landen hebben zich afgesplitst van de rest en onderhandelen met elkaar achter gesloten deuren. Dit zijn China, de VS, de EU, Brazilië, India, Japan en Australië. Het Afrikaanse continent is dus op geen enkele manier vertegenwoordigd. Protesteren tegen deze gang van zaken is moeilijk voor ontwikkelingslanden, omdat zij dan als de boeman worden gezien. In principe is er afgesproken dat men werkt op basis van consensus, indien er geen consensus is wordt er gestemd. Gisteren hebben vier ontwikkelingslanden, waaronder Bolivia en Nicaragua een verrassend veto uitgesproken tegen een van de verdragen die nu opgemaakt worden. Er is echter geen stemronde gekomen, de rapporteur heeft dit gegeven slechts in een voetnoot vermeld, en het veto wordt dus feitelijk niet erkend.”

 

Solidariteit
“Wat mij vooral zorgen baart is de splitsing die is ontstaan tussen ontwikkelingslanden. Tijdens de vorige onderhandelingen in Cancún en Hongkong opereerden zij als een groep. Wat ik Pascal Lamy (de directeur van de WTO) kwalijk neem is dat hij nu een voorkeursol geeft aan opkomende economieën zoals India, Zuid-Afrika en Brazilië, maar de andere landen compleet negeert. Hierdoor is de solidariteit onder ontwikkelingslanden weggevallen.”

 

 

 

WTO

ICCO

Both ENDS

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons