Achtergrond

Excuses van Beatrix

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

‘‘Normaal zeggen mensen ‘zeur niet’ of ‘dat is zo lang geleden’. Het is alsof je over het slavernijverleden niet meer mag praten in Nederland, het is een taboe geworden!’’ Aldus een Nederlands-Surinaamse vrouw tijdens de workshop Gedeeld Verleden, Gedeelde Toekomst. Ik was co-trainer van deze sessie in augustus 2009 voor een 15-tal jongeren en volwassenen. Doel van de workshop was dan ook juist om het slavernijverleden bespreekbaar te maken. Zo werd er benoemd dat Surinamers vaak Nederlandse achternamen hebben omdat de voormalig slavenhouders deze aan de slaven hebben ‘doorgegeven’ en werden verschillende redenen voor onwetendheid over het slavernijverleden besproken.

Botjes door de neus
De emoties over deze gitzwarte pagina’s van onze vaderlandse geschiedenis kunnen nog steeds hoog oplopen. De afgelopen jaren wordt het zwarte piet debat elk jaar weer heftig gevoerd. De vraag of zwarte piet racisme is heeft uiteraard een directe relatie met het slavernijverleden. John Helsloot, academische autoriteit op het gebied van het Sinterklaasfeest (Meertens Instituut) beweert dat er een niet te ontkennen relatie is tussen zwarte piet en de tijd waarin donkere mensen als ondergeschikt werden gezien. Het NTR-programma ‘Onder Elkaar’ toonde onlangs hoe de slavenhandel soms nog op schandalige wijze wordt weggewuifd. Een Nederlander die zijn pensioen spendeert op de voormalig kolonie Curaçao verwoordde zijn visie op het slavernijverleden als volgt: ‘‘Jullie (lees: mensen geboren op Curaçao) moeten God danken op je blote knieën dat onze voorouders in de 17e eeuw zijn begonnen met slavenhandel. Jullie hebben nu een veel beter leven. Was dat niet gebeurd, dan zag de wereld er heel anders uit. Dan leefden jullie nog daar in Ivoorkust, met botjes door de neus en rieten rokjes. Je moet het positief zien!’’

Doordrenkt met beelden
Uiteraard is deze visie niet de algemene perceptie. Toch is het belangrijk om bewust te zijn van de negatieve gevolgen van beelden uit het verleden. Alex van Stripiaan, hoogleraar Caribische geschiedenis benoemt de impact van deze beeldvorming. ‘‘Er is een grote groep mensen in Nederland die zeggen dat ze nog steeds last hebben van het slavernijverleden. Dat heeft te maken met stereotype beelden over zwarte mensen waarvan de basis is gelegd in de slavernij. Deze samenleving is absoluut doordrenkt met beelden die toen gevormd zijn.’’ In 2013 speelt dit dus ook nog een rol. Vertegenwoordigers van Antilliaanse, Arubaanse en Surinaamse organisaties riepen dan ook vorig jaar Koningin Beatrix op om excuses te maken voor het Nederlandse slavernijverleden. Psychiater Glenn Helberg, tevens voorzitter van het Overlegorgaan Caribische Nederlanders legt de noodzaak hiervan uit. ”Voor de nazaten is het slavernijverleden heel dichtbij. Voor de overheersers is het lang geleden. Het is psychisch en emotioneel van belang dat we dat verschil overbruggen. Juist het staatshoofd kan er voor zorgen dat we een gedeeld perspectief krijgen.” (Volkskrant, 30 juni 2012)

Verantwoordelijkheid nemen
Over een kleine 3 maanden wordt het Keti Koti (Gebroken Ketting) gevierd. Op 1 juli 2013 is het dan exact 150 jaar geleden dat Nederland, als laatste Europese land, de slavernij afschafte.Tegelijkertijd wordt dit jaar ook onze rijke geschiedenis gevierd, zoals met de recente opening van het Rijksmuseum en de viering van 400 jaar grachtengordel. Laten we dan ook juist dit jaar verantwoordelijkheid nemen voor die hoofdstukken waar Nederland zich van zijn slechtste kant heeft laten zijn. Op 29 april zullen we aan de buis gekluisterd zitten om de afscheidsspeech van onze Koningin Beatrix te beluisteren. Ze zal dan ongetwijfeld terugblikken op haar ambtsperiode. Ik zou haar willen vragen om nog verder terug te kijken. Hoe waardevol zou het zijn als ze, namens het Koninkrijk der Nederlanden, haar welgemeende excuses voor het slavernijverleden aanbiedt. Waarom? Simpelweg omdat het hoort. Of het vanuit fatsoen gebeurt of omdat de Verenigde Naties slavernij als een ‘ernstige misdaad tegen de menselijkheid’ betitelt; het is niet meer dan normaal om excuses aan te bieden voor iets wat zoveel menselijk leed en bloedvergieten heeft berokkend. Net zoals Koningin Beatrix in 1995 ook haar excuses aan Israël aanbood voor de bijdrage van het Nederlandse volk aan de Jodendeportaties.

Gedeelde toekomst
Uiteraard zijn excuses nooit voldoende. Toch zijn de excuses nu al met 150 jaar ‘verlaat’ en ze kunnen mogelijk bijdragen aan het geven van een gepaste plek voor het gedeelde verleden en daarmee ook een meer verbonden gedeelde toekomst. Een toekomst waarin de reproductie van patronen uit het slavernijverleden tot de verleden tijd behoren. Volgens meneer Glenberg (OCaN) zijn er in ons gezamenlijk denken nog manieren van denken waardoor we  uitsluiting blijven herhalen (De Balie, 16 februari). Goed en uitgebreid geschiedenisonderwijs in het koloniaal en slavernijverleden is daarbij een absolute must. Iets wat nu vaak niet of nauwelijks gebeurt. Zodat elke middelbare scholier kennis maakt met Anton de Kom, de Surinaamse antikoloniale schrijver. En dat toekomstige generaties ook leren over de steun van Suriname en de Nederlandse Antillen aan Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. De excuses zouden ook een mooi moment kunnen zijn voor de start van een nationale dialoog over het slavernijverleden. Niet met als doel om schuldgevoelens aan te praten, maar om het gesprek aan te gaan met elkaar. En uiteindelijk het wederzijdse begrip voor de ervaringen van alle leden van het Koninkrijk en de voormalige koloniën te bevorderen. Dat is daadwerkelijk de verbinding zoeken; tevens een mooie bezigheid voor Koning Willem Alexander en mijn droom voor Nederland.

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons