Achtergrond

Europese ontwikkelingssamenwerking: hoe nu verder?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

De Europese Unie staat onder grote druk. De vluchtelingencrisis, de Brexit, hoogoplopende discussies over het Associatieakkoord met Oekraïne en handelsverdragen als CETA en TTIP zijn typerend voor de sfeer van wantrouwen. Er dient zich een nieuwe splijtzwam aan: de toekomst van Europese ontwikkelingssamenwerking. Het 20-jarige verdrag met 79 landen in Afrika, de Caraïben en de Stille Oceaan, de overeenkomst van Cotonou, loopt in 2020  af en de toekomst is hoogst onzeker.  

Kaleidos Research schreef in opdracht van het ‘Ready for Change’ consortium een beknopte en toegankelijke publicatie (pdf) over de toekomst van het verdrag  met een focus op de mogelijke rol van maatschappelijke organisaties in Nederland en Europa.

Het huidige ‘Cotonou Partnership Agreement’ dat in 2000 is vastgesteld past niet goed meer bij de wereld waarin we nu leven.

Overeenkomst van CotonouDe overeenkomst van Cotonou is een partnerschapsovereenkomst tussen de EU en 79 ontwikkelingslanden uit Afrika, de Caraïben en de Stille Oceaan (ACS-landen).

Deze overeenkomst loopt van 2000 tot 2020. Het is een juridisch bindend verdrag gebaseerd op de pijlers ontwikkelingssamenwerking, politiek en economie/handel. In 2005 en 2010 zijn ook uitdagingen als klimaatverandering, veiligheid en voedselzekerheid onder dit verdrag komen te vallen.

In het kader van de Overeenkomst van Cotonou zijn ook de geruchtmakende Economische Partnerschapsakkoorden (EPAs) afgesloten. Uit het Europese Ontwikkelingsfonds is 30,5 miljard euro gereserveerd voor ‘Cotonou’ voor de periode 2014-2020. Ter vergelijking: het Nederlandse budget voor ontwikkelingshulp in 2015 was 3,7 miljard euro.

Koloniale wortels
De Cotonou overeenkomst heeft haar wortels in het koloniale verleden. ACS landen zijn allemaal voormalige kolonies van Europese landen. De eerste samenwerking gaat al terug tot 1957 en de eerste grote Overeenkomst (van Lomé) werd in 1975 gesloten.

Het huidige Verdrag voor de periode 2000 tot 2020 zorgt voor financiering en instellingen als een gezamenlijke Raad en Parlement. De ACS landen hebben een eigen secretariaat in Brussel en Genève.  

Nu 202o dichterbij komt is het tijd om te evalueren: is dit een logische samenwerkingsvorm?  Eerder onderzoek van de AIV wijst op de grote potentie van deze EU-ACS samenwerking wanneer zij gezamenlijk optreden in de VN. In de praktijk blijkt het gezamenlijk optreden echter beperkt  en wordt er juist ook met individuele landen en regio’s onderhandeld over bijvoorbeeld de EPAs (zie kader).

Op thema’s als klimaatverandering, voedselzekerheid, migratie, gezondheid en financiering kan ‘Cotonou’ en haar mogelijke opvolger van grote invloed zijn

SDG-proof?
Het huidige Verdrag is gebaseerd op de Noord-Zuid verhoudingen die golden in 2000. Inmiddels is er een heel andere politieke en economische situatie in  de wereld. Bovendien zijn vorig jaar de Sustainable Development Goals aangenomen die uitgaan van een universele agenda en mondiale uitdagingen.

Het huidige verdrag is hier volgens experts niet op toegerust: de focus is eenzijdig op armoedebestrijding in ACS landen. In de praktijk is het dan ook nog geen gelijkwaardig partnerschap, zoals ook geconstateerd door ECDPM. Naast de ACS landen heeft ook de EU sinds 2000 een metamorfose ondergaan. Begin deze eeuw bestond de EU nog uit 15 lidstaten vooral in West-Europa. Inmiddels zijn er 28 lidstaten uitgespreid over het continent.

Ready for Change

Partos, de Foundation Max van der Stoel (FMS) en Woord & Daad grepen eerder dit jaar het Nederlandse EU-voorzitterschap aan om implementatie van de Sustainable Development Goals (SDGs) hoog op de agenda te krijgen in Den Haag en Brussel.

Hierbij sloten zich zo’n 40 partners aan in de publicatie ‘Ready for Change: Global Goals at Home and Abroad’.

De publicatie ‘Beyond Cotonou: European Development Cooperation after 2020: a perspective for CSOs’, geschreven door Kaleidos Research, is een vervolg op de publicatie met specifieke focus op ‘Cotonou’, beleidscoherentie en de rol van maatschappelijke organisaties. Het rapport wordt onder meer gepresenteerd op de Afrikadag .

Belangrijk: bijdrage civil society
De Cotonou discussies over het huidige verdrag en de toekomst na 2020 blijven meestal beperkt tot de ingewijden ‘in Brussel’. Het onderzoek van Kaleidos Research laat zien dat maatschappelijke organisaties op verschillende manieren bij het verdrag en de discussie over een opvolger betrokken kunnen zijn. Meer dan nu gebeurt.

Op thema’s als klimaatverandering, voedselzekerheid, veiligheid, gezondheid en financiering kan ‘Cotonou’ en haar mogelijke opvolger van grote invloed zijn; dit zijn onderwerpen waar veel maatschappelijke organisaties zich op richten. CSOs kunnen actiever monitoren, samenwerken met CSOs in de ACS landen en lobbyen op zowel nationaal als EU-niveau. 

De gehele publicatie ‘Beyond Cotonou: European Development Cooperation after 2020: a perspective for CSOs’ is ook te downloaden op de website van Kaleidos Research.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons