Achtergrond

Duurzaamheidsproblemen in het verleden: de energietransitie in historisch perspectief

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

In de huidige discussie over duurzame ontwikkeling neemt energieconsumptie een centrale positie in. Een betrouwbare aanvoer van energie is van groot belang voor de economie. Tegelijkertijd zorgt de verbranding van fossiele brandstoffen voor milieuvervuiling. Iets dat al sinds de jaren zeventig op de agenda staat; de publieke discussie over CO2 en klimaatverandering is aanmerkelijk jonger. De wortels van de huidige duurzaamheids-‘uitdagingen’ gaan echter veel verder terug. Dit blijkt uit onderzoek van Rick Hölsgens, die begin oktober promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Historische wortels

In het midden van de negentiende eeuw veranderde Nederland in rap tempo. De Industriële Revolutie zorgde ervoor dat Nederland in de tweede helft van de negentiende eeuw industrialiseerde. Dit industrialisatieproces ging gepaard met enorme veranderingen in het energieverbruik.

Tot 1850 werd het overgrote deel van de energie uit turf, wind en spierkracht gewonnen. Dit bracht de nodige problemen met zich mee. Zo was wind bijvoorbeeld niet altijd aanwezig. Sommige mensen maakten zich ook zorgen over de snelheid waarmee turf gestoken werd. Zij vreesden dat de Nederlandse venen zouden verdwijnen door de snelle extractie en dat Nederland deze belangrijke energiebron kwijt zou raken. Anderen wezen op de ogenschijnlijk eindeloze voorraden aan steenkool die in Engeland en Duitsland gewonnen werden en voorzagen dat Nederland haar energie uit deze landen kon importeren.

Met de opkomende industrialisatie werden deze geïmporteerde steenkolen steeds belangrijker. Steenkool werd gebruikt in stoommachines en het totale gebruik van energie steeg snel. In de negentiende eeuw produceerde Nederland zelf vrijwel geen steenkolen en werd daardoor sterk afhankelijk van het buitenland. Tegen het einde van de negentiende eeuw importeerde Nederland 95% van de steenkolen die ze verbruikte. Nederland werd daardoor sterk afhankelijk van het buitenland en kwetsbaar voor mogelijke onderbrekingen in de aanvoer van energie. Deze kwetsbaarheid leidde ertoe dat de Nederlandse Staat zich gedwongen zag in te grijpen. Aan het begin van de negentiende eeuw werden daarom de Staatsmijnen (voorloper van het huidige chemieconcern DSM) opgericht om steenkolen uit de Nederlandse bodem te winnen.

Beschikbaarheid van voldoende energie is van cruciaal belang voor de economie van een land. Dat bleek bijvoorbeeld ook in de jaren ‘70. Na de Tweede Wereldoorlog was steenkool grotendeels vervangen door olie, en omdat deze moest worden geïmporteerd werd Nederland opnieuw sterk afhankelijk van het buitenland. Toen de aanvoer van olie tijdens de oliecrises stokte, bracht dat grote economische onzekerheid.

CO2-uitstoot

Sinds de Industriële Revolutie is het energieverbruik in Nederland enorm toegenomen. Het huidige energieverbruik is meer dan 37 keer zo hoog als in 1850 terwijl de bevolking in die tijd slechts vijf keer zo groot geworden is. Deze toename heeft er natuurlijk ook voor gezorgd dat de vervuiling gegroeid is. De uitstoot van CO2 door verbranding van fossiele brandstoffen is tussen 1850 en 2004 maar liefst 52 keer zo hoog geworden. Sinds 2004 neemt de jaarlijkse uitstoot weliswaar lichtjes af, maar de uitstoot is nog steeds vele malen hoger dan voor de Industriële Revolutie.

Het huidige energieverbruik is meer dan 37 keer zo hoog als in 1850 

De transitie naar fossiele brandstoffen, die in de negentiende eeuw is ingezet met steenkool en die via olie en aardgas naar de huidige tijd leidt, heeft ervoor gezorgd dat we in een niet-duurzaam traject zijn beland. Aardgas stoot per hoeveelheid geproduceerde energie weliswaar minder CO2 uit dan steenkolen, maar het Nederlandse energiesysteem draagt nog steeds sterk bij aan de mondiale CO2-uitstoot.

Een transitie naar duurzame energiebronnen?

Het gevaar van klimaatverandering is pas vrij recent algemeen erkend. Om de desastreuze gevolgen van klimaatverandering te stoppen moet de opwarming van de aarde beperkt worden. Zo is tijdens de klimaattop in Parijs in 2015 het doel vastgesteld dat de gemiddelde temperatuur niet meer dan 1,5 °C hoger mag komen dan voor het begin van de industrialisatie. Een transitie naar duurzame energiebronnen is daarom noodzakelijk.

Tegelijkertijd is het zo dat het Groningse aardgas, de belangrijkste bron van energie in Nederland op dit moment, stilaan opraakt. Door de recente protesten van bewoners naar aanleiding van de aardbevingsschade in Groningen is de gasproductie sterk terug geschroefd. Hierdoor kan het definitieve opraken van de aardgasvoorraad iets worden uitgesteld, maar voor de beschikbaarheid van voldoende energie is een transitie alsnog noodzakelijk.

Nederland zal weer sterk afhankelijk worden van buitenlandse leveranciers 

Het is desondanks nog helemaal geen uitgemaakte zaak dat de komende transitie in Nederland een radicale omwenteling naar duurzame energiebronnen zal opleveren. De geschiedenis laat zien dat transities complex zijn en dat er verschillende belangen spelen. Een belangrijke rol in het vormgeven van deze transitie is weggelegd voor de overheid. De overheid lijkt echter vooral te willen blijven bij aardgas als voornaamste energiebron. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de tegenvallende productie van duurzame energie in Nederland in vergelijking met andere Europese landen. Ook zet Nederland sterk in op de zogenaamde ‘gasrotonde’, die van Nederland een centrale speler op de Europese gasmarkt moet maken. Deze keuze heeft technische voordelen en biedt economische kansen. Het betekent echter wel dat Nederland weer sterk afhankelijk zal worden van buitenlandse leveranciers en dat de CO2 uitstoot van het Nederlandse energiesysteem maar langzaam zal worden teruggedrongen.

Rick Hölsgens promoveerde op 6 oktober 2016 aan de Rijksuniversiteit Groningen op het proefschrift ‘Energy Transitions in the Netherlands: Sustainability Challenges in a Historical and Comparative perspective’. Sinds februari 2016 werkt hij als onderzoeker bij de TU Dortmund.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons