Achtergrond

Duurzaam investeren in de kunsten is een must

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Twee weken terug in het nieuws: Suriname trekt SRD 17 miljoen, oftewel 4 miljoen euro uit om in augustus 2013 Caribisch kunst-en cultuurfestival, CARIFESTA te organiseren. Nu weten we allemaal dat een goed festival geld kost en dat het belangrijk is dat Suriname in de regio haar beste beentje voorzet.

Maar wanneer een tiendaags festival 17 maal duurder is dan het complete jaarlijks budget dat het directoraat Cultuur te besteden heeft voor het uitvoeren van projecten en het subsidiëren van instellingen op kunst en cultuur gebied, dan is er wat mij betreft iets goed mis.

CARIFESTA, het Caribisch kunst- en cultuurfestival, moet volgend jaar grootser, maar vooral beter georganiseerd worden dan tien jaar terug als het aan Ivan Graanoogst, voorzitter van het Host Country Management Commission, ligt.  De investering van € 4 mln zou geen weggegooid geld zijn, want dankzij de 1500 verwachte bezoekers, zou het festival “een enorme economische spin-off” kennen. Ik zal nu maar niet ingaan op het feit dat 1500 buitenlandse gasten echt niet zoveel zijn – dat is 4 tot 5 boeings vol.. Maar inderdaad was het festival in 2003 niet wat het wezen moet. Ik kan het weten, want ik werkte als coördinator van de CARIFESTA krant – een bezoekersinformatie krant – nauw samen met de toen ingestelde Nationale Carifesta Commissie.

CARIFESTA krant
‘Mijn’ Carifesta krant kwam er, compleet met de prachtige plattegrond door mij en mijn vormgever ontworpen. Om de krant tot stand te brengen, moesten veel compromissen worden gesloten wat betreft  inhoud en vorm. Wat er wel niet in mocht komen te staan, werd mee bepaald door een politiek wakend oog dat alles wat de medewerkers aan de organisatie van festival deden, nauw in de gaten hield. Het resultaat van de politieke bemoeienis met ‘mijn krant’ was een misdruk.

In plaats van een glossy full color broadsheet A3+size formaat zoals ik die met mijn team had bedacht en had laten bestellen, kreeg ik een beduidend kleiner en behoorlijk meer flets exemplaar in handen. Het zag er niet uit. Behalve dat de kleuren compleet waren verdwenen en tekst en foto’s stukken minder leesbaar en onooglijk waren dankzij het kleiner formaat, waren ook alle opmaak-instellingen zoals aangebracht door de vormgever compleet in de war.

Wat er was gebeurd? Na dat alle checks waren gedaan door mij, mijn eindredacteur en de Nationale CARIFESTA commissie, vond  toenmalig staatshoofd Ronald Venetiaan – of tenminste iemand die hem dit had ingefluisterd – bij het inzien van de eerste exemplaren van de CARIFESTA krant,  dat een bepaalde passage uit een bepaald artikel – waar het incident precies over ging, ben ik allang vergeten, zo onbeduidend was het, in ieder geval was het iets politiek gevoeligs – eruit moest.

Het enige dat ik onthouden heb, is dat het om een citaat ging dat weg moest en niet om een inhoudelijke onjuistheid. Weg journalistieke onafhankelijkheid. Weg vrijheid van meningsuiting. Het politiek bestuur organiseerde het festival en bewaakte dus ook elk klein detail. Zelfs axl deze bewaking een enorme duit moest kosten en de correctie in de optiek van de gewone man zoals ik, totaal onbenullig was.

Stop de persen
De krant zoals hij er lag, mocht niet worden verspreid. Er moest een nieuwe versie komen waar het citaat eruit was gehaald.  Dankzij de ‘misdruk’ en de daaraan gekoppelde noodzakelijke nieuwe druk, was het budget voor het maken van de krant nagenoeg op. En dus werd de CARIFESTA krant in een kleinere oplage en kleiner formaat op een goedkopere manier – minder kleur, niet glanzend, etcetera – gedrukt. Ik kon het wel uitschreeuwen toen ik de krant – mijn krant- uiteindelijk in handen kreeg. Het zag er gewoon niet uit. En woest was ik over de in mijn ogen totaal onnodige censuur.  Ik had in eerste instantie gedacht dat het aan de drukker had gelegen. Totdat ik achter de waarheid kwam.

Terugblikkend is het grootste probleem bij de organisatie van CARIFESTA in de afgelopen 40 jaar geweest, de ongebreidelde invloed van de politiek op het festival. Okay goed. Het festival is bedacht door de politiek en heeft als doel om middels kunst en cultuur de volkeren van de CARICOM -de douane unie met vrijhandelszone van de Caribbean -dichter bij elkaar te brengen.

Geen inhoudelijke bemoeienis bestuur en politiek
Werkelijk een pracht idee dat nu, anno juli 2012 nog steeds erg valide is. Sterker nog, president Bouterse en zijn kabinet staan integratie en verdieping binnen de regio middels sport, kunst en cultuur erg voor. Net zoals alle vorige Surinaamse regeringen overigens. Dit kabinet wil meer kunst, cultuur en sport in de samenleving en dus ook in het onderwijs. Ik ben blij, omdat ik als cultuur-entrepreneur en vooral cultuurliefhebber exact dezelfde mening ben toegedaan. Het is alleen in de wijze waarop dit zou moeten gebeuren, dat ik met de Caribische leiders  ietwat van mening verschil.

Het politiek en bestuurlijk apparaat van de CARICOM zou zich inhoudelijk niet moeten en mogen bemoeien met media, cultuur, kunst en ook niet sport.  Het politiek-bestuurlijk apparaat van de CARICOM zou slechts moeten faciliteren.

In de eerste plaats omdat ze – de politici en ambtenaren – geen of nauwelijks kaas van deze sectoren hebben gegeten.  En ten tweede vanwege het voorbeeld over de CARIFESTA krant dat ik eerder gaf. Bestuur en politiek hebben de neiging aan de onafhankelijkheid van de kunsten te komen.  CARIFESTA kent een supranationale overkoepelende organisatie plus de Nationale Commissie die bij ieder festival in weer een ander CARICOM land, nieuw wordt ingesteld door politieke leiders die op dat moment dat specifiek land besturen. 

Eenmaal ingesteld door de politiek, stuurt de politiek ingevulde Nationale Carifesta Commissie op haar beurt weer de verschillende organisaties en individuen die aan het festival meedoen aan.  Er moet vooral veel worden overlegd en vergaderd en gladgestreken worden waardoor men soms lijkt te vergeten dat ook zaken moeten uitgezet.

Een festival op deze manier gerund, kost dan vanzelfsprekend meer geld  en energie omdat je een overhead aan organisatie en vooral watchdogs nodig hebt om alles te willen overzien . Je maakt meer kosten, terwijl de kwaliteit van de organisatie juist minder is, omdat ervaringsdeskundigen er niet het laatste woord hebben.

Volledig op de schop of  ermee stoppen
Mijn pleidooi sinds mijn ervaring bij CARIFESTA VIII in 2003 -de allereerst CARIFESTA die Suriname ooit organiseerde – is om of het festival over te laten aan de kunst- en cultuur wereld en als CARICOM overheden slechts het budget beschikbaar te stellen en zaken als festivallocaties, vervoer en accommodatie van gasten faciliteren.

Wat ook kan is het festival afschaffen en het geld dat overblijft door niet CARIFESTA te organiseren, structureel in te zetten ter financiering van de kunst- en cultursector. Ik neig naar het laatste. Veertig jaar terug werd de eerste CARIFESTA in Suriname’s buurland Guyana georganiseerd. Na zoveel jaar heeft het festival haar eigen doelen – integratie of tenminste grotere verbondenheid van de Caribische volkeren middels kunst en cultuur – niet gehaald.

Het heeft onder andere te maken met de opzet van het geheel. In korte tijd heb je een veelheid aan activiteiten. De participanten zijn dankzij het overvol programma dat moet worden afgewerkt zo druk, dat nauwelijks nog tijd is voor onderlinge interactie. Onderlinge interactie wordt sowieso niet bemoedigd tijdens de tot nu toe gehouden CARIFESTA edities. Je kan je mede-kunst-en cultuurbeofenaars ontmoeten tijdens de openingsceremonie, of bij de Country Market waar ieder land vanuit zijn eigen stand haar belangrijkste cultuurcuriositeiten promoot. Maar verder? Doet ieder zijn eigen ding vanwege de opzet van het geheel.

En dan dit.  Kunst- en cultuurbeoefenaarrs die in eigen land het populairst en succesvolst zijn, zijn niet per se degenen die voor deelname worden afgevaardigd. En door de hele opzet, trekt het festival een relatief klein aantal bezoekers.

Nieuw, verbeterd concept
Eigenlijk had de XIde editie die volgend jaar in Paramaribo plaatsvindt, dit jaar, 2012, bij het achtste jubileum van het festival moeten worden gehouden.  Maar het festival bevond zich de  afgelopen jaren in een crisis. Mede vanwege de redenen die ik hierboven heb opgesomd. Voor de komende editie moet een totaal ander festival uit de bus komen. Begin december 2011, tijdens de 21ste vergadering van de cultuur commissie van de CARICOM cultuurdirecteuren, bracht Suriname naar voeren dat het festival “een sterke factor moet worden binnen de economische sector in de regio” en “een duurzaam en professioneel concept dat het cultuurniveau in de regio verder tot ontwikkeling moet brengen” moet hebben.

Als het voorgesteld concept werkelijk wordt doorgevoerd, zullen artiesten die buiten de nationale delegatie vallen, straks wel in aanmerking kunnen komen om te participeren aan het festival. Dat betekent dat we straks wel de populairste en meest succesvolle kunstenaars en artiesten uit de regio hebben op het festival en niet alleen zij die zijn afgevaardigd door de CARIFESTA commissie.  Met het opzetten van een artiestendorp, moet de onderlinge band tussen de delegaties van de verschillende landen worden versterkt, omdat het artiestendorp juist als doel heeft: opbouwen van duurzame onderlinge banden.

Allemaal mooi, maar ik ben enigszins sceptisch hoe deze voornemens in de praktijk vorm gaan krijgen, juist omdat de invloed van het bestuurlijke en politieke op de organisatie nog onverminderd is. En met een regering in Suriname die tot nu toe het meest en liefst haar eigen vrienden – de sterk doorgevoerde patronagepolitiek – accommodeert, is mijn scepsis terecht dacht ik zo.

Komt bij. Suriname als gastland koos ervoor om compleet buiten reguliere CARIFESTA voorwaarden om, ook de landen van de Unie van Zuidamerikaanse staten, UNASUR,  uit te nodigen. De redenatie? We willen als regio toch integreren op kunst en cultuur gebied, waarom dan niet met alle landen in de regio,? Hoe meer zielen, hoe meer vreugd inderdaad. Maar ook meer kosten.

Groter, beter, duurder
De deelnemende landen betalen zelf voor de afvaardiging van hun kunstenaars, maar als gastland betaal je het meest.  Hoe groter, hoe beter, hoe duurder. En die € 4 miljoen? Die lijkt vooral bedoeld om de wereld te laten zien dat Suriname het serieus meent met kunst en cultuur en daarom alles uit de kast trekt om indruk te maken op de rest van de wereld.

Hier is in principe niets mis mee. Maar wie zegt mij dat de door huidige regering bedreven ver doorgevoerde patronagepolitiek niet ook zal worden toegepast door de CARIFESTA organisatie?  En wat nog erger is. Terwijl er zoveel poen wordt uitgetrokken voor een tiendaags festival, is de kunst- en cultuursector in Suriname noodlijdend. Niet wat betreft creativiteit en initiatief. Totaal niet. Het gaat om een financiele nood. Kunst- en cultuurbeoefenaars hier te lande zouden graag meer willen doen en vooral grootser en beter, maar een ernstig tekort aan middelen is de bottleneck. Het is dankzij het bedrijfsleven, de verschillende ambassades hier te lande en organisaties als de UNDP, IDB en OAS dat je toch kan spreken over een enigszins bloeiende kunst- en cultuursector.

CARIFESTA XI moet doorgaan, maar kan voor een kleiner bedrag.  En van die nog geen SRD 1.000.000 oftewel € 250.000 die nu op jaarbasis door het ministerie van Onderwijs wordt vrijgemaakt voor instellingen en projecten op het gebied van kunst en cultuur, zou echt wel opgetrokken kunnen worden naar minstens 10 miljoen SRD, oftewel € 2.5 miljoen per jaar. En als ook in andere Caricom landen de nationale budgetten voor cultuur worden opgetrokken, krijg je als vanzelf in de regio op frequentere basis meerlanden festivals en andersoortige evenement, georganiseerd door de sector zelf.

Voor kunst- en cultuurvoorlichtingsprogramma’s op radio en televisie, kan in plaats van het huidige SRD 0,-, SRD 300.000 op jaar basis worden uitgetrokken. Nog beter, maar logistiek misschien ingewikkelder en ook mogelijk minder toegankelijk, is een Caribisch kunst- en cultuurfonds,waar elk lidland een flinke duit in gooit.  

Voor Suriname zou  in plaats van SRD 0,- voor het nog niet bestaand nationale kunst- en cultuurfonds, minstens SRD 200.000 (maar liever het vijfvoudige) oftwel € 50.000,  kunnen worden uitgetrokken op jaarbasis. Een cultuurfonds waar individuen en organisaties op het gebied van kunst, cultuur geld kunnen aanvragen voor hun projecten.

Opzetten kunst- en cultuurfaciliteiten
Ook zou dat nationaal museum voor moderne kunst er eindelijk moeten komen. En een gebouw voor het Surinaams museum, dat officieel als nationaal historisch museum zou moeten worden aangemerkt, met dependances in het Fort Zeelandia, Fort Nieuw Amsterdam, Onverwagt en allerlei plekken, belangrijk in de Surinaamse geschiedenis. Dat modern theater met bijbehorende apparatuur waar je terecht kunt voor toneel- en een dansvoorstellingen en dat eventueel ook geschikt is voor een muziekconcert, is ook erg wenselijk. Een aparte, volwaardige muziekhal, voorzien van de laatste technieken en voldoende plek voor publiek is natuurlijk te prefereren.

De bestaande faciliteiten hebben zeker een belangrijke  noodzakelijke functie, maar zijn veelal te klein en vooral: voldoen niet meer aan de huidige, moderne kwaliteitsvereisten. Bovendien zijn de meesten of  privé individueel eigendom of in handen van een stichting, vereniging of bedrijf dat zo haar eigen gedragsregels heeft. De nieuw op te zetten locaties waar ik het over heb, zouden ook aan een al dan niet al bestaande organisatie of stichting kunnen worden overgedragen als het gaat om het beheer, maar zouden dus financieel en facilitair moeten worden mogelijk gemaakt vanuit een initiatief van de overheid.

Ik zou ook een nationaal archief Beeld en Geluid willen of Media archief zo je wilt. Dat is er nu niet of aanwezig bij prive personen. In plaats van SRD 0,- voor aankoop van stukken voor de Staatscollectie,zou ik SRD 100.000,- willen zien. Over Staatscollectie gesproken. Veel stukken uit de huidige Staatscollectie zijn ‘zoek’.  Waarschijnlijk zijn de kunstwerken ergens bij particulieren beland – oud-ministers? -of bevinden ze zich in een opslagruimte in het gebouw van een of andere ministerie of ander gebouw van de Staat. En een goed gebouw met dito collectie voor de nationale bieb, in navolging van het reeds bestaand gebouw voor een nationaal archief dat dankzij de vorige regering werd opgezet, is een must.

En wat dacht je van volwaardige hbo of zelfs academische kunst- en culuuropleidingen?  Op het gebied van beeldende kunst, dans, theater,  ga zo maar door. Suriname heeft sinds vorig jaar een conservatorium, maar voor de rest zijn het particuliere initiatieven of opleidingen die net niet voldoen aan de internationale hbo standaard, die belangstellenden opleiden in de kunstprofessie van hun keus. De Nola Hatterman Art Academy moet er zeker zijn, maar moet inhoudelijk worden geupgrade.  Hetzelfde geldt voor de Academie voor Hogere Kunst en Cultuuronderwijs, AHKCO.

En als je het als overheid niet zelf of wilt doen, is er ook nog de mogelijkheid om de bestaande instellingen die aan educatie en training doen, voor een forster bedra) te subsidiëren, zodat die upgrade er kan komen.  En dan dit. Op dit moment worden slechts drie cultuur-instellingen – ik heb het nu niet meer over onderwijsinstellingen – minimaal gesubsidieerd, waarvan twee gelieerd aan de overheid. De subsidie is rond de € 10.000 per jaar. Het gaat om de afro-Surinaamse cultuurorganisatie NAKS, Cultureel Centrum Suriname en het Surinaams museum.

Atelierruimten voor kunstenaars om hun werk te kunnen beoefenen is een initiatief dat ook vanuit de overheid kan worden ontplooid. En wat dacht je van repetitie ruimten voor musici, theater- en dansgezelschappen? Compleet met alle benodigde faciliteiten?  Nu wordt enorm veel geïmproviseerd op de meest onmogelijke locaties met minimale middelen. Het lukt wel. Het lukt heel goed. De wil en de creativiteit zijn er zeker, maar hoeveel beter zou het eindproduct zijn als duurzaam wordt geinvesteerd in kunst- en cultuur sector door er meer geld in te stoppen en hen meer en beter te faciliteren?

Ik hou me aanbevolen om samen met de regering en de kunst- en cultuursector hierover in gesprek te gaan.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons