Achtergrond

De ‘Tarzans’ van Indonesië raken hun bos kwijt

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

BLOG – Diep in de jungle van Sumatra leven de Mensen van het Bos volgens hun eeuwenoude tradities. Maar deze unieke bevolkingsgroep wordt met uitsterven bedreigd door de oprukkende palmolieplantages en de papierindustrie. Red de Bosmens. Hij is de beste milieubeschermer van het tropisch regenwoud. Politici in het modaine Jakarta halen hun neus op voor deze Tarzans.

Ik wist niet eens dat ze nog bestonden, de Rimba Stam, op het Indonesische eiland Sumatra. Diep verstopt in het oerwoud leven deze Mensen van het Bos al eeuwen. Door hun strenge culturele tradities zijn ze de grootste milieubeschermers van het tropische regenwoud. We maken ons terecht zorgen om het uitsterven van de mensaap, de oerang oetan. Maar er zou best wat meer campagne gevoerd mogen worden om een van de laatste traditionele bevolkingsgroepen in Indonesië te redden. Door de oprukkende papierindustrie en palmolieplantages zien ze niet alleen hun bosrijke omgeving ten ondergaan, ze overlijden één voor één.

Eeuwenoude traditie
De dood achtervolgt de Rimba-nomaden door het tekort aan voedsel en de slechte gezondheid waarin de meeste stamleden verkeren. "We moeten eigenlijk gaan voor onze Melangun om ons volk te redden. Maar er is geen plek meer om verder te trekken", verzucht het stamhoofd Temenggung Marituha. De Melangun is de eeuwenoude traditie die voorschrijft dat na een sterfgeval de clan naar een ander gebied moet trekken om aan de droevige plek en de negatieve gevoelens te ontkomen.

De dood achtervolgt de Rimba-nomaden door het tekort aan voedsel en de slechte gezondheid waarin de meeste stamleden verkeren

De mensen van het bos, die in groepen van niet meer dan 30 personen leven, kunnen niet meer verhuizen omdat er geen gebied meer voor ze over is. Het voorouderlijke land is ze afgenomen door de Indonesische multinational de Sinar Mas Group. Die heeft het bos grotendeels gekapt en er een grote oliepalmplantage van gemaakt. 

De rust in hun laatste stukje oerwoud wordt verstoord door denderde vrachtwagens die dagelijks af en aan rijden om tropisch hardhout te halen voor de papierindustrie. De fabrieken in de buurt vervuilen dusdanig het drinkwater waardoor de mensen er ernstig ziek van worden.

"We kunnen nauwelijks nog jagen. Net zoals er een tekort aan eetbare planten voor ons", vertelt het stamhoofd Temenggung Marituha.

Respect voor de natuur
De Mensen van het Bos verdienen om beschermd te worden. We zouden nog zoveel van ze kunnen leren. De Rimba's hebben zich helemaal aangepast aan de natuur. De stelregel is dat je het hoognodige uit je omgeving pakt. Van de rest daar blijf je van af. Dus zoeken ze grote bladeren op de grond om er een tijdelijk huisje met een dak van te maken. Tijgers en andere unieke wilde dieren respecteren ze.  

De Rimba's zijn animisten. Dat betekent dat ze geloven dat God zit in planten en bomen. Vandaar hun respect voor de omgeving.

De Rimba's raakten in onze kliniek volkomen in de stress

Elf Rimba's overleden in de afgelopen weken. Dertig mensen waaronder het merendeel kinderen zijn naar een kliniekje in de omgeving gebracht. Maar ze wilden daar niet blijven. Niet alleen omdat ze niet gewend zijn aan een stenen huis en lakens om onder te slapen. "De Rimba's raakten in onze kliniek volkomen in de stress. Het was er overdag te licht voor ze. In het oerwoud is het donker en kennen ze niet de verschillen tussen dag en nacht", vertelt een dokter. Hij overweegt nu een kliniekje in de jungle op te zetten om daar de zieken te behandelen.

Palmolieplantages
"Hadden we maar een stukje grond waarop we zelf onze groenten zouden kunnen verbouwen. We hebben al verschillende keren met de eigenaren van de palmolieplantages onderhandeld. Elke keer komen ze met een toezegging maar verder gebeurt er niets", zegt het stamhoofd Temenggung Marituha.

Volgens een nieuwe nationale 'dorpswet' uit 2014 had de Indonesische overheid de Rimba's al lang geleden landbouwpercelen moeten geven. Er is nog een andere overeenkomst gesloten tussen de multinationals en de lokale overheden waarin staat dat 5 % van hun plantages aan de lokale gemeenschap moet worden afgestaan. Ook daar houdt geen bedrijf zich aan.

Er blijft niemand over als de overheid nu niet snel met een overlevingsplan komt

En wie in het modaine Jakarta maakt zich nu druk om een groepje 'Tarzans' die in niet meer dan een lapje stof rond loopt?

Warsi Indonesian Conservation Community, een NGO die de belangen behartigd van de laatste Indonesische stammen als de Rimba's, schat in dat er niet meer dan 3850 bosmensen over zijn.Het aantal loopt snel terug. Er blijft niemand over als de overheid nu niet snel met een overlevingsplan komt. "We willen wel, maar door hun nomadische levensstijl zijn de Rimba's zo moeilijk te vinden", liegt een woordvoerder van de lokale overheid. Als de pulp- en palmolieindustrie hun leefomgeving wel wist te ontdekken en zelfs alle wegen naar het bos heeft afgezet met als doel de hulpverleners de pas af te snijden, moet de lokale overheid deze mensen toch ook eenvoudig kunnen vinden? 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons