Achtergrond

Leven in de duurste stad van Afrika

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Lucia Kula (30) kwam als jong meisje naar Nederland met haar ouders. Nu is ze voor het eerst terug in haar geboorteland Angola en gaat ze onderzoek doen naar seksueel geweld tegen vluchtelingen. Voor OneWorld blogt ze de komende acht maanden over haar ervaringen. Vandaag deel 5.

Luanda wordt al jaren op verschillende lijsten gerekend tot een van de duurste steden ter wereld om te wonen. In 2015 werd de stad voor de derde keer op rij  tot de duurste stad uitgeroepen, gevolgd door Singapore. Voor de meeste Luandezen is het leven in de stad bijna onbetaalbaar geworden.

Meeste expats komen voor de olie

De ranking gaat uit van de kosten voor levensonderhoud van expats, mensen die voor hun werk naar een bepaald land zijn verhuisd. Deze mensen verdienen veel meer dan de lokale bevolking. Voor expats geldt Luanda als de duurste stad vanwege de hoge prijzen van importgoederen en de kosten voor een veilig onderkomen van een bepaalde luxe. In olierijk Angola worden de meeste expats in Luanda gehuisvest, wat de prijs van huisvesting en basisgoederen zoals eten behoorlijk opkrikt. 

Expats hebben vaak bepaalde eisen. Een bakje Griekse yoghurt, Portugese olijfolie, Zuid Afrikaanse wijn, je bedenkt het, en het is vaak wel verkrijgbaar, maar dan moet je er ook wel wat voor over hebben. Geen probleem toch? Dan maar geen Griekse yoghurt?
Helaas is dat niet zo eenvoudig. Omdat er weinig zelf in het land geproduceerd wordt, is de keus vaak beperkt. En wanneer er keuze is, willen de lokale producenten natuurlijk concurreren. Dus is er nauwelijks prijsverschil in wat er verkrijgbaar is. De lokale bevolking moet de expatsprijzen accepteren. Gemiddeld 2 euro voor een pak melk, 4 euro voor een bakje yoghurt en tussen de 5 en 7 euro voor een kilo rijst, is heel normaal.

De lokale bevolking moet de expatsprijzen accepteren

Liever geïmporteerde producten

Ik moet eerlijk bekennen dat ik me er ook schuldig aan maak, onbewust voor het geïmporteerd product gaan, omdat het er misschien net iets beter uitziet. De vraag is natuurlijk of je echt veel verschil merkt in de smaak of kwaliteit van de goederen, want laten we eerlijk wezen, vers moet toch veel beter zijn?

Fruit kies ik vaak wel lokaal, hoe duur dat ook moge zijn. De prijzen zijn wel zo hoog dat kinderen weinig fruit eten. Een blikje fris en gebak op straat is goedkoper dan een appel bij je lokale Cantina (buurtwinkeltje).

Kinderschoenen

De oliecrisis die de meeste olierijke landen heeft getroffen, heeft ook Angola geraakt wat de situatie voor vooral de lokale bevolking nog moeilijker maakt. Dollars zijn moeilijk te verkrijgen, de Angola munteenheid kwanza is behoorlijk gezakt in de financiële markt, waardoor het importeren van goederen moeilijker is geworden. Dit betekent beperkte voorraden en hogere prijzen. Het land dat rijk is aan grondstoffen kent weinig economische diversiteit. Angola probeert de huidige crisis zoveel mogelijk het hoofd te bieden door projecten op te zetten die lange termijn economische groei voor het land kunnen betekenen en zich dan vooral richten op het produceren van lokale producten. Angola kent in feite maar 16 jaar vrede na het langst durende conflict op het continent. Economische ontwikkeling staat dus nog in de kinderschoenen staat en het kan een tijdje kan duren voor hier verandering in komt.

Een pak per klant

Wat ik wel mooi vind om te zien is dat de Luandese bevolking heel vindingrijk en ondernemend is. Alles wat verkocht kan worden, vind je op straat. Dat betekent weer een dag inkomsten. Je ziet dus overal in Luanda verkopers op straat, tussen auto's, voor winkels, je noemt het maar op. In westerse landen zul je dit niet zo snel zien, maar in veel Afrikaanse landen en dus ook Angola, zorgt dit vaak voor financiële verlichting bij de lokale bevolking. Vis per stuk, kleine pakjes suiker, pampers, muskietennetten, zelfgemaakt ijsjes, allemaal een stuk goedkoper dan bijvoorbeeld in de supermarkt en vaak voor beide partijen een win-win situatie, ook al wordt er niet veel verdiend.

In de supermarkten zijn de meeste dingen of beperkt verkrijgbaar waardoor men quota's per klant invoert of duurder geworden. In een van de oudste en meest bekende supermarkten in Luanda mogen klanten van bepaalde goederen zoals rijst, pasta en suiker maar 1 pak per klant meenemen. Desperate times call for desperate measures. Voor de meeste Luandezen zijn straatverkopers dan ook de eerste bron voor hun dagelijkse boodschappen.

In een supermarkt in Luanda mogen klanten van goederen zoals rijst, pasta en suiker maar een pak per klant meenemen

Boetes

Helaas dreigt ook dit door de economische malaise te veranderen. 30 maart heeft de Luandese fiscus aangekondigd dat zij straatverkopers zal gaan beboeten voor het verkopen op straat en andere niet-aangewezen plaatsen. De boete van 45.009 kwanzas (omgerekend 245 euro) is meer dan het gemiddeld gezin verdient per maand en wordt door velen gezien als een manier voor de staat om inkomsten binnen te krijgen. Economen zijn sceptisch over de uitvoering van deze maatregel. Zij geven aan dat de bevolking geen geld heeft en dat de staat niet kan verwachten dat zij de boetes kunnen ophoesten. Angola en vooral Luanda kennende lijkt het me niet onwaarschijnlijk dat dit in sommige gevallen gehandhaafd zal worden. 

Verse mango

De economische situatie in Angola zal niet op korte termijn veranderen. Met een werkloosheid van meer dan 27 procent zullen de gevolgen in de hoofdstad  zwaarder te voelen zijn land. Luanda is het economisch centrum en huisvest de meeste expats in het land. Met de 60 euro aan boodschappen die ik gisteren in huis heb gehaald moet ik het een aantal dagen doen. Pijn in de portemonnee? Zeker weten, vooral met een voor expats begrippen zeer beperkt budget, maar dat doet die verse mango net iets zoeter smaken. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons