Achtergrond

De gelukkige stad

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Nederlandse steden behoren tot de meest leefbare op aarde. En dus is het Nederlandse model, met zijn wijdvertakte fietspaden, ingenieuze waterpartijen en eindeloos gepolder rijp voor de export.

Nederland is geen vol land, maar een lege stad, zegt Brilliant Maps, een populaire Engelse blog over landkaarten. Het is een benadering die past in een trend. Volgens denkers als econoom Edward Glaeser worden steden steeds belangrijker. Economische crises, demografische ontwikkelingen en klimaatverandering zorgen voor een wereld vol ingewikkelde problemen die in de stad prangend en concreet worden. Tegelijkertijd liggen juist hier ook de oplossingen. Metropolen zijn plekken bij uitstek waar mensen elkaar ontmoeten. Het is de voedingsbodem voor creativiteit en innovatie.

Mondiale agenda

De initiatiefnemers van het platform Dutch Urban Approach geloven dat juist de Nederlandse aanpak andere steden kan helpen betere ruimtelijke oplossingen te bedenken. Royal HaskoningDHV, het ministerie van I&M, stedenbouwkundig bureau Urhahn en Technische Universiteit Eindhoven slaan de handen ineen. Kwartiermaker Pieter van Ree: “Sommige Nederlandse problemen zijn wereldproblemen geworden sinds de opwarming van de aarde. Denk aan het leven met water. Veel steden in de hele wereld profiteren van de Nederlandse waterexpertise. Nu duurzame verstedelijking op de agenda komt via de nieuwe werelddoelen, geloof ik dat we onze aanpak in de spotlights moeten zetten.”

Compacte kernen

Al sinds de zeventiende eeuw woont meer dan 70 procent van de Nederlandse bevolking in steden. Voor de rest van de wereldbevolking geldt pas sinds 2007 dat de helft in een stad woont. “Vooral de polycentrische structuur van de Randstad, met meerdere compacte kernen, is de grote kracht van Nederland”, zegt Ellen van Bueren, professor Urban Development Management aan de TU Delft. “Het is toevallig zo ontstaan, maar er worden internationaal veel lessen uit getrokken.” En belangstelling van het buitenland is niet iets van de laatste tijd. Al in de jaren ’60 van de vorige eeuw bezocht Lee Kuan Yew, de eerste ministerpresident van Singapore, Nederland om inspiratie op te doen. Het scenariodenken dat hij gebruikte om stadsplanning voor de lange termijn uit te stippelen, leerde hij in Nederland. Hoe zou Singapore eruit moeten zien over een halve eeuw? Dat is een heel andere benadering dan je concentreren op het winnen van de volgende verkiezingen.

Andersom werkt het ook Dat we in Nederland ook kunnen leren van stedelijke ontwikkeling in het buitenland is evident. Verhalen over Shanghai en Rio de Janeiro zijn dagelijkse kost. Maar de snelste stedelijke ontwikkelingen gaan soms aan ons voorbij. Fotograaf Yvonne Brandwijk en journalist Stephanie Bakker tonen met hun project Future Cities de energie en inspiratie van onder andere Kinshasa en Lima. www.futurecities.nl

Professor Van Bueren benoemt wat Lee zo aantrok in de Nederlandse manier van werken: “Er is letterlijk en figuurlijk ruimte voor de behoeften van verschillende groepen in Nederland.” Dat heeft volgens Van Bueren wel een keerzijde: “Er worden nooit extremen gerealiseerd. De kwaliteit van onze leefomgeving is gemiddeld, winkelstraten zijn eentonig.”

Gevulde etalage

Bart van Bolhuis, directeur Internationaal van het ministerie van I&M, benadrukt juist de kracht van de samenwerking tussen overheid, kennis instellingen, het bedrijfsleven en ontwerpers: “Dit leidt tot steden die sterk worden gewaardeerd.” Maar zijn onze steden echt een exportproduct? “Op het gebied van water hebben we een naam en weten andere landen ons te vinden. Dat is nog niet het geval bij stedelijke ontwikkeling.” Het blijft dus zaak de etalage flink te vullen, als het aan Van Bolhuis ligt. Bijvoorbeeld met de onlangs opgeleverde fietsrotonde in Davis (Californië). De zogenaamde Dutch Junction belooft veiliger fietserkeer. Austin, Salt Lake City en Boston volgen met een dergelijke aanpak. Een Nederlandse aanpak om precies te zijn.

De gelukkige stad

Niet alleen slimme mobiliteit is een pijler van het platform, ook andere vragen staan centraal. Van Ree: “Kunnen we onze steden zo inrichten dat we er gezonder van worden? Hoe proberen we meer ontmoeting en beweging te stimuleren? Het Nederlandse innovatielab ‘De gelukkige stad’ onderzoekt hoe bewoners collectief kunnen floreren dankzij goede publieke ruimte. Zo’n stad krijgt steeds vaker vorm met behulp van eigen initiatief van bewoners. Start-ups als Peerby en SnappCar maken het makkelijker voor buurtgenoten om spullen, auto’s of eten te delen en elkaar zo te ontmoeten. Een speciale nadruk op watermanagement mag uiteraard niet ontbreken in de uitgangspunten van het platform. Het waterplein in Rotterdam is een paradepaardje dat nu al veel aandacht krijgt vanuit het buitenland. De Urbanisten ontwierpen samen met bewoners een plein dat tegelijkertijd als afwateringsysteem fungeert voor de stad. De goten zijn ook de obstakels die skaters helpen hun kunsten te tonen. Verder is met de aangrenzende kerk een outdoor-doopvont aangelegd dat zichzelf vult met regenwater.

Leefbare steden

1 Frankfurt
2 Londen
3 Kopenhagen
4 Amsterdam 5 Rotterdam 6 Berlijn
7 Seoul
8 Hong Kong
9 Madrid
10 Singapore

De Arcadis Sustainable City Index onderzoekt 50 steden uit 31 landen op basis van: People, gezondheidszorg, onderwijs, inkomensongelijkheid, betaalbare huisvesting Planet, luchtkwaliteit, energieverbruik, afvalverwerking, risico op natuurrampen Profit, gemak en kosten van zakendoen, infrastructuur, economische ontwikkeling sustainablecitiesindex.com

Waardig wonen

Tot slot, geen ‘Dutch approach’ zonder het oude vertrouwde poldermodel; de laatste jaren in een opgefriste variant waarin lokaal initiatief leidend is. De Makoko Floating School in Lagos, Nigeria is een plek waar het poldermodel- nieuwe-stijl zichtbaar wordt. Het Amsterdams-Nigeriaans architectenbureau NLÉ ontwierp samen met de Makoko-gemeenschap een drijvende school. Deze etnische groep leeft uitsluitend op het water en heeft met de school een duurzame oplossing in handen om op een traditionele maar waardige manier te blijven leven.

Voor Van Bolhuis is het zonneklaar dat Nederland gebruik moet maken van het momentum dat steden lijken te hebben in de wereld: “De rol van burgemeesters wordt wereldwijd concreter, dat moeten we toejuichen.” Daarbij kunnen steden steeds makkelijker over grenzen met elkaar communiceren en samenwerken. En dat is precies wat Nederland wil faciliteren. The Dutch Urban Approach is dus zeker geen eenrichtingsverkeer volgens Van Bolhuis: “Het internationaal verbonden zijn, verscherpt de eigen innovatiekracht.” En, typisch Nederlands: we willen er natuurlijk zelf óók beter van worden.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons