Achtergrond

Ambassade: makelaar tussen hulp & handel

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

“Op het snijvlak van hulp en handel is veel te bereiken”, meent Joost Reintjes, sinds 2011 de Nederlandse ambassadeur in Kenia. Vanuit zijn standplaats Nairobi vertelt Reintjes over de verschillende partnerschappen die ontstaan bij de samenkomst van hulp en handel en zijn rol als ambassadeur daarbij.

[[{“fid”:”31481″,”view_mode”:”file_styles_artikel_kwart_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_kwart_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”Drooggevallen rivier”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_kwart_breedte media-element file-file-styles-artikel-kwart-breedte”,”id”:”styles-5-0″}}]]

Water
Een voorbeeld van zo’n samenkomst van hulp en handel, is de samenwerking op het gebied van water tussen Nederlandse bloemtelers, Keniaanse boeren en de Nederlandse ambassade. “Toen Kenia in 2009 werd getroffen door extreme droogte kreeg het in het westen gelegen Naivashameer te maken met lage waterstanden en vielen veel rivieren droog. Ook ging de waterkwaliteit achteruit door onzorgvuldig beheer en slechte landbouwpraktijken zoals bijvoorbeeld verkeerd gebruik van kunstmest en pesticiden door kleine boeren stroomopwaarts. De bedrijfsvoering van Nederlandse bloemtelers in het gebied kwam hierdoor in gevaar en de telers trokken aan de bel bij de ambassade.”

Om de Nederlandse bloementelers te helpen, kwam de Nederlandse ambassade in actie. In een samenwerking tussen onder meer Nederlandse- en Keniaanse universiteiten, het WNF en de ambassade worden lokale boeren nu beter opgeleid in het toepassen van productietechnieken. Die technieken moeten onder andere erosie voorkomen, meer water vastgehouden en het water minder vervuilen. Daarbij stijgen op deze manier de opbrengsten van de landbouw, waardoor het voordelig is voor Keniaanse boeren. Nederlandse telers zorgen ondertussen voor een financiële bijdrage voor de boeren die hieraan meewerken. Omdat het gaat om onbekende technieken zal een Keniaanse boer er namelijk niet uit zichzelf aan beginnen. Ook wordt er in samenwerking met de Kenya Flower Council, de overkoepelende organisatie van bloemenbedrijven, een keurmerk voor goed watergebruik bij bloembedrijven ontwikkeld.”

Hoe brengt de ambassade die verschillende partnerschappen bij elkaar?
“De ambassade heeft een netwerk op zowel het terrein van hulp als van handel. Wij hebben contacten bij de Keniaanse overheid, bij het Nederlandse bedrijfsleven en kennisinstellingen, bij het maatschappelijk middenveld, maar ook bij de Verenigde Naties. Hierdoor zijn we in de positie synergie tussen beide terreinen te creëren. We zijn een soort makelaar in contacten, kennis en investeringen.”

De ambassade is niet meer enkel een donor, maar ook een investeerder

“Bij de ontwikkeling en beoordeling van nieuwe projecten die bij de ambassade worden aangemeld, wordt tegenwoordig niet alleen gekeken of deze relevant zijn voor de sociaaleconomische ontwikkeling van Kenia, maar ook of ze Nederlandse kennis en technologie kunnen absorberen. Daarnaast is de ambassade al langer, maar zeker sinds het aantreden van minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, red.) niet meer enkel een donor, maar ook een investeerder. We proberen Nederlandse publieke middelen in te zetten voor het aantrekken van andere financieringen, zoals bijvoorbeeld van de Wereldbank. Met een dergelijke aanpak heeft zowel Nederland als Kenia er profijt van.”

[[{“fid”:”31535″,”view_mode”:”file_styles_artikel_kwart_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_kwart_breedte”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”link_text”:null,”attributes”:{“class”:”styles file-styles artikel_kwart_breedte media-element file-file-styles-artikel-kwart-breedte”,”id”:”styles-5-0″}}]]Joost Reintjes is sinds 2011 Nederlandse ambassadeur voor Kenia, Somalie en Seychelles. Daarvoor diende hij als ambassadeur in Pakistan.

Hoe wordt hier, voor zover u weet, vanuit Keniaanse zijde naar gekeken?
“Het eigen belang wordt door onze Keniaanse partners goed begrepen. Ontwikkelingshulp wordt soms gezien als paternalisme en er wordt ook wel eens gezocht naar een verborgen agenda achter de geboden hulp. Bij het samenbrengen van hulp en handel is het plan duidelijk, het gaat er meer om dat het ook gelijkwaardig wordt uitgevoerd.”

Bij welk project kwamen hulp en handel succesvol samen dankzij de inzet van de ambassade?
“In 2011 en 2012 heeft de Nederlandse ambassade met de Keniaanse overheid onderhandeld over de toegang van de aardappelzaden van Nederlandse producenten tot de Keniaanse markt. De Keniaanse grens was daar eerder voor gesloten. Nu worden Keniaanse boeren en andere belanghebbenden getraind om met deze kwalitatief hoogwaardige zaden te werken.

Het is de bedoeling dat dit project zal leiden tot grotere import van het Nederlandse product en inkomensstijging bij de Keniaanse boeren door grotere oogsten die hiermee mogelijk worden. Nederlandse en Keniaanse kennisinstituten werken hier samen om het gebruik van Nederlandse aardappelzaden in Keniaanse bodem te stimuleren en de bijbehorende kennis en technologie te implementeren.”

Zijn er andere redenen waarom Keniaanse spelers zouden samenwerken met een ambassade?
“Zeker, zo is de ambassade een geliefde partner omdat het een betrouwbare speler is die grote financiële bedragen kan binnenslepen. Een voorbeeld is de samenwerking tussen de ambassade, het Nederlandse waterbedrijf Vitens Evidens en de Mombasa Water Supply and Sanitation Company (MOWASCO). Vitens Evidens helpt, met financiering van de Nederlandse ambassade, MOWASCO om het leidingnetwerk en eigen bedrijfsvoering te verbeteren. Zo worden in acht woonwijken waterleidingen geïnstalleerd, illegale aansluitingen verwijderd en lekkende pijpen gerepareerd. Daarmee wordt weglekkend water of water waar niet voor wordt betaald verminderd en ontvangt MOWASCO meer inkomsten die weer kunnen worden geïnvesteerd in verbeteringen van het leidingnetwerk.

Een van de voorwaarde was dat de  Nederlandse ambassade betrokken is

De Wereldbank gaat ondertussen een grote dam in de buurt van Mombasa financieren en wil daarom het netwerk van MOWASCO uitbreiden. Omdat de Wereldbank enthousiast is over de ondersteuning van Vitens Evidens aan MOWASCO tot nu toe, investeert het 15 miljoen euro in de samenwerking tussen de twee bedrijven. Voorwaarde daarvoor was wel dat de Nederlandse ambassade de partnerschap met Vitens Evidens en MOWASCO met twee jaar zou verlengen en dat gaat nu gebeuren tot en met een extra bijdrage van 1,5 miljoen euro tot 2018.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons