Achtergrond

Brief aan minister Ploumen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Dit artikel maakt deel uit van de serie ‘2015: The future we want’ die OneWorld in 2013 initieerde.    

Post voor minister Ploumen. Marieke de Wal en Kees Zevenbergen raden de minister aan een innovatieve taskforce in het leven te roepen.

Geachte minister Ploumen,

U heeft een spannende portefeuille: voor het eerst worden handel en ontwikkeling aan elkaar gekoppeld. Dat is een innovatieve invulling van een deel van het Nederlands buitenlandbeleid, ervan uitgaande dat voor beide componenten geldt dat ze duurzaam moeten zijn, niet alleen in de betekenis van blijvend, here to stay, maar vooral in termen van zorgend voor positieve economische, ecologische en sociale effecten.

Opgeheven vingertje
Dat biedt kansen vanuit zowel het ontwikkelingssamenwerkings- als handelsperspectief: het realiseren van duurzame ontwikkeling door het stimuleren van een duurzame economie zowel hier als daar. Sommigen zullen beweren dat de combinatie vooral spanning oplevert. Zij beschouwen (nog steeds) armoedebestrijding als basis voor ontwikkelingssamenwerking en zijn er niet van overtuigd dat ontwikkelingsbelang daar hand in hand kan gaan met economisch belang hier. Wij denken in dit soort belangentegenstellingen niet erg constructief. Het veronderstelt dat het ene belang boven het andere gaat en bevestigt het beeld van het opgeheven vingertje.

Het is een unicum, deze combinatie van handel en ontwikkeling.
Op beide terreinen is er volop discussie.

Duurzame handel
Er is in het bedrijfsleven al lang veel aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ondernemingen zijn zich in toenemende mate bewust van het feit dat duurzaam ondernemen kansen biedt, sterker nog, het wordt steeds meer een randvoorwaarde voor overleven. Het wordt steeds duidelijker dat het anders moet, dat de eendimensionale focus op groei, winst en welvaart niet langer houdbaar is. Grote multinationals als Unilever en DSM zijn druk bezig met het transformeren van hun business in duurzame ondernemingen. De grote uitdagingen zijn het ontwikkelen van nieuwe inclusieve business modellen, om andere bedrijven, ook midden- en kleinbedrijf, mee te krijgen, en vooral ook om de handel eerlijk te maken. Want eerlijke handel is duurzame handel.

Hoe zorgen we ervoor dat in het bedrijfsleven people, planet, profit dominant wordt? Met andere woorden: Hoe zorgen we ervoor dat managers alleen nog maar economisch, ecologisch en sociaal verantwoord willen ondernemen? Hoe zorgen we ervoor dat we alleen nog eerlijk gemaakte producten op de markt krijgen? Hoe zorgen we ervoor dat we een eerlijke prijs gaan betalen voor koffie, thee en cacao en voor onze kleding en schoenen?

Onder vuur
Er is ook een diepgaande discussie op het terrein van ontwikkelingssamenwerking gaande.
Dit vakgebied ligt al langer onder vuur. Het is duidelijk dat het al lang geen exclusief werkterrein voor traditionele ontwikkelingsorganisaties meer is. De ontwikkelings-markt is al lang betreden door een veelheid aan andere actoren: bedrijven, sociaal ondernemers, burgers, en, belangrijker nog, door spelers uit landen in ontwikkeling zelf.
Er is geld beschikbaar. Hoe kunnen we dat het beste aanwenden? Niet door een Medefinancieringsstelsel III (subsidieregeling voor Nederlands maatschappelijk middenveld dat zich bezighoudt met ontwikkelingssamenwerking), daar zijn de meesten het wel over eens. Maar wat dan wel?

Marieke de Wal is netwerkcoördinator bij The Partnerships Recource Centre en schrijver van het boek Een sector onder vuur, over hoe ontwikkelingsorganisaties omgaan met een veranderende wereld. Kees Zevenbergen is consultant internationale samenwerking.

Ook hier is een transformatie hard nodig en voorzichtig gaande en moeten we de vraag stellen: doen we nog wel de goede dingen? Hanteren we de juiste (beleids)instrumenten? Wat zou de rol van de overheid en de rol van het maatschappelijke middenveld hierin moeten zijn? Zijn Nederlandse maatschappelijke organisaties wel de juiste spelers voor het stimuleren van ontwikkeling daar of moeten we lokale maatschappelijke organisaties rechtstreeks gaan steunen? Zouden de Nederlandse maatschappelijke organisaties niet een veel grotere rol kunnen hebben op ontwikkeling daar als ze niet veel actiever en intensiever in gaan zetten op consumentenbeïnvloeding hier? Het is immers onze koopkracht hier die mede bepaalt in hoeverre onze bedrijven gaan inzetten op people, planet, profit.

Eerlijke handel
Allemaal vragen die voor uw beleid relevant zijn, sterker nog: waarop van u een antwoord wordt verwacht. Wij hopen dat u, mevrouw Ploumen, de architect van het nieuwe duurzame handels- en ontwikkelingsbeleid wordt waar Nederland zich (weer) een vooraanstaande plaats in de internationale gemeenschap mee veroverd. Opdat we over vier jaar kunnen zeggen: onder minister Ploumen is het beleid om Nederlandse handel eerlijk te maken gestart, en door haar toedoen is ontwikkelingssamenwerking vernieuwd en aangepast aan de mogelijkheden van deze tijd: we ondernemen in plaats van ondersteunen, we investeren in plaats van subsidiëren, we nemen onze consumentenverantwoordelijk hier, niet alleen ter ondersteuning van ontwikkeling daar, maar vooral omdat we een eerlijker en duurzamer wereld voor ons allen willen.

Lef en leiderschap
Dit is het moment, geloven wij, maar dan moet u dat moment wel grijpen, u moet de leiding nemen. Wij roepen u op om lef te tonen. U bent afkomstig uit het ontwikkelingsveld. Dat wordt als positief beschouwd: u weet uit eigen ervaring wat er speelt, hoe complex het werk is en wat er nodig is. Het is ook risicovol dat u de sector zo goed kent. U wordt omringd door mensen die u, soms al heel lang, kent en voortkomen uit de 'oude' ontwikkelings-school. Dan lijkt het ons persoonlijk en professioneel ingewikkeld om echte keuzes te maken.
Dat is eigenlijk alleen mogelijk als u zich tijdens uw ambtstermijn ook in blijvende verbinding stelt met frisse, nieuwe perspectieven op handel en ontwikkelingssamenwerking om te voorkomen dat u vast blijft zitten in het bekende netwerk met de bekende belangen.

Out of the box
De ervaring leert dat vernieuwend beleid tot stand komt door innovatieve ideeën, door out of the box denken, door mensen die noch een persoonlijk noch een zakelijk belang hebben bij het stimuleren van handel dan wel in stand houden van ontwikkelingssamenwerking 'oude stijl'.
Wij raden u aan een task force in het leven te roepen die nog binnen de zes maanden na uw aantreden als minister de hoofdlijnen voor nieuw beleid uitstippelt. Met mensen die zelf geen directe belangen hebben, noch economisch, noch politiek, noch sectoraal. Mensen met gevoel voor business, met een warm hart voor ontwikkelingssamenwerking, met durf en realiteitszin voor wat haalbaar is binnen het handelingskader en het tijdpad dat u als minister gegeven is. Mensen uit het goede hout gesneden die op korte termijn beschikbaar zijn voor een aantal bijeenkomsten om u te ondersteunen in de visievorming.

Kortom, een task force die niet gebonden is aan welk belang dan ook, maar met een brede maatschappelijke zeggingskracht en een goed gevoel voor wat haalbaar is. Want we hebben geen behoefte aan ideale vergezichten die niet te realiseren zijn. Neen, we willen graag een nieuwe richting, die ons inspireert en motiveert, met minder pretentie en méér ambitie. Een goed verhaal dat daadwerkelijk eerlijke handel verbindt met ontwikkelingswerk, met een set aan beleidsinstrumenten die dat ook nog op effectieve wijze handen en voeten geeft.
En als u deze mensen niet kent: belt u ons, wij weten ze wel te vinden!

Met hartelijke groeten,

Marieke de Wal en Kees Zevenbergen

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons