Achtergrond

Angst en veiligheid in noodhulp

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Het opkomende terrorisme zorgt voor hoge muren met prikkeldraad om de westerse hulpverlener te beschermen. Daarmee wordt de afstand tussen hulpverlener en slachtoffer groter. Hoe doorbreek je deze ‘cultuur van vrees’?

We spreken over Mozambique in 1985. Een van de oorlogen die illustratief was voor de nieuwe trend: oorlogen zijn meer tegen burgers dan militairen gericht.  De bevolking leed enorm. In deze setting waren tussen de vijftig en honderd Nederlandse ontwikkelingswerkers actief, het merendeel in de grote steden. Daar kreeg ik voor de eerste keer met veiligheidsbeleid van hulporganisaties te maken: de aanname was dat als een Nederlandse ontwikkelingswerker zou worden gedood, dit tot terugtrekking van alle Nederlandse ontwikkelingswerkers zou leiden en dus tot een klap voor de ontwikkeling van Mozambique.


In de hoofdstad Maputo was een veiligheidscomité van Nederlanders dat het gedrag van de anderen overzag. Dat was niet makkelijk voor iedereen. Zo werkte en woonde ik meer dan 1500 kilometer boven Maputo op het platteland, met nauwelijks communicatiemogelijkheden. Dat leverde uiteraard problemen op. Zo dwong het comité ons een keer bijna om te vertrekken. Dit omdat men informatie had ontvangen over de toestand in onze provincie, die overigens zwaar overdreven bleek te zijn.

Risicodenken
Sinds die tijd zijn hulpverleners – vooral lokale – veel meer het doelwit geworden van kidnappers en aanslagen. Er is een hele branche die adviseert  hoe je om moet gaan met risico en hoe je om kunt gaan met angst als je in de problemen komt. Op zichzelf een hele goede ontwikkeling, vind ik: je kunt niet genoeg weten over hoe je je moet gedragen in onveilige situaties en hoe je persoonlijk reageert en zou moeten reageren op grote stress en intimidatie.


Echter, een andere trend is dat de westerse samenleving steeds ‘maakbaarder’ is geworden in termen van risico denken. Als in het verleden een boom op een huis viel was dat ‘Gods wil’ of, later in de tijd, gewoon ‘pech’. Nu leidt hetzelfde gebeuren tot rechtszaken: ‘iemand’ is verantwoordelijk voor deze ‘ramp’. Hulporganisaties die een staflid verliezen in een oorlog overzee, krijgen te maken met imagoproblemen (‘jullie zullen het wel niet goed voor elkaar hebben’) en met claims van overlevenden.
 
Prikkeldraad
Het opkomende terrorisme in deze eeuw –  leidend tot bijvoorbeeld de grote aanslag op de VN in Irak waarbij tientallen buitenlanders het leven lieten – veroorzaakt  steeds meer risicomijdend gedrag van hulporganisaties en hun staf. Zo zijn er soms gewapende wachten voor huizen en kantoren. Verder hoge muren met prikkeldraad om de laatste heen. Dit leidt tot vervreemding van westerse hulpverleners – die vaak de touwtjes in handen hebben in hulporganisaties – en de slachtoffers in rampen. De afstand tussen hulpverlener en slachtoffer wordt groter. 


Debat op 13 december
Het debat over dit thema vindt plaats op 13 december, van 16.30-18.00 uur in het Humanity House in Den Haag. Meer informatie over oa. de sprekers, is hier te vinden. Aanmelden kan via aanmelden@humanityhouse.org, o.v.v. ‘Changing Humanitarian Aid #3’.

Westerse cultuur
De aandacht in deze is veel meer op westerse hulpverleners gericht. Toen we begonnen met veiligheidstrainingen voor lokale organisaties in Afghanistan, leidde dat tot verbazing van Afghanen: zij dachten dat westerlingen veiligheid beschouwden als vooral iets wat voor de laatsten zelf van belang was.
Meer dan tien jaar geleden was ik een paar keer in Atjeh, lang voordat de tsunami er toesloeg. Er was een oorlog aan de gang. Ik was op een ‘enerverend’ veldbezoek geweest met een lokale chauffeur en vertegenwoordigers van lokale hulporganisaties. Bij het volgende bezoek sprak de chauffeur mij toe: ‘Ik ga niet meer met jou mee. Het probleem is namelijk dat jij straks weer in een vliegtuig zit naar veiliger oorden, terwijl ik straks met een kogel in mijn hoofd in een greppel lig omdat sommigen het niet leuk vinden dat ik jou rondrijd’.  


De vraag is nu hoe de ‘cultuur van vrees’ in het Westen en de wens om in het werk in crisisgebieden niet teveel risico te lopen, in balans gebracht kunnen worden met het doel van de hulp: slachtoffers in crisisgebieden zó helpen dat ze er ook echt wat aan hebben. De vraag is ook hoe je veiligheid van  hulpverleners het beste kunt garanderen: door achter hoge muren te gaan zitten of bijvoorbeeld door goede contacten met de bevolking te hebben?


Beeld: cc

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons