Achtergrond

Amerikaanse droom: nu ook voor zwarte migranten

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

“Weet je het zeker?! Echt! Je gaat me straks niet opbellen om te zeggen dat je je hebt bedacht?” De van origine Keniaanse Stephen Menya (42) zet grote ogen op als hij vertelt over het moment dat zijn leven een onverwachte wending nam, nu drie jaar geleden. Zes banken hadden zijn verzoek om een lening afgewezen en hij was ten einde raad. Hij wilde een zaak starten in de Amerikaanse stad Minneapolis (die is vergroeid met de stad St. Paul in de staat Minnesota). Een sportschool om precies te zijn en hij had al een gebouw op het oog. De eigenaar van het pand wilde een flinke aanbetaling hebben en dat zag geen bank in de wijde omtrek zitten. “Tot ik mijn vriend Ibrahim sprak, die een meubelwinkel heeft opgestart met hulp van het African Development Center (ADC).” 

Minnesota
Menya klopte bij hen aan en viel met zijn neus in de boter. “Ik kan nog niet geloven dat ze bestaan. Ze wilden me een lening van 50.000 dollar geven. Zonder hen was ik nu niet de trotse eigenaar van de Lion’s gym  geweest. Ik heb inmiddels een bestand van tweehonderd klanten. Ik heb mensen in dienst, waaronder mijn broer. In Kenia steun ik met mijn inkomsten een weeshuis voor vijfentachtig kinderen met aids. Dat startbedrag van ADC reikt inmiddels verder dan ik ooit had kunnen dromen.”

Het African Development Center is een non-profit organisatie, gehuisvest in een kleurrijk pand. Minnesota biedt onderdak aan tal van immigrantengroepen. De grootste groep Somaliërs buiten Somalië (naar schatting 80.000 mensen) is hier bijvoorbeeld gevestigd, net als Liberianen, Eritreërs en Ethiopiërs. “De reden dat ze juist hier naartoe zijn gekomen, is dat de staat Minnesota goede sociale voorzieningen biedt,” vertelt Emma Kasiga, programmamanager bij het ADC. “Daarnaast is het relatief makkelijk om een baantje te vinden en is scholing zeer voorradig. De mensen die zich hier vestigden vertelden het hun vrienden. Die kwamen ook hier naartoe. Iedereen brengt weer familie mee en zo is de groep steeds groter geworden.”

American Dream
Maar deze groep kwam flinke problemen tegen. “Allereerst is er de taalbarrière,” vertelt Ayan Abdinur, programmamedewerker bij het ADC, “waardoor het moeilijk is om werk te vinden.” De sociale gevolgen waren groot: relatief veel arme gezinnen in kleine appartementen en met weinig uitzicht op verbetering. Om daar wat aan te doen bedacht (de inmiddels overleden) Somaliër Hussein Samatar in 2004 het African Development Center. Samatar leerde zichzelf Engels door dag in dag uit naar de bibliotheek te gaan. Hij behaalde een Master-diploma Economie aan de St. Thomas Universiteit en werkte als parkeerwachter om dat te kunnen betalen. Hij kreeg een baan bij bank Wells Fargo en besloot om iets te doen voor zijn gemeenschap: het African Development Center. Hij zag namelijk dat de mensen om hem heen het bijna nooit lukte een lening te krijgen, noodzakelijk om een eigen zaak te starten.

Daarbij wisten ze ook niet hoe de financiële structuur van de Amerikaanse samenleving werkte. Wat een lening inhoudt en wat rente is. Banken rekenen makkelijk zo’n 22% rente en wie zomaar zijn handtekening zet omdat hij niet begrijpt wat de consequenties daarvan zijn, zit vast aan een wurgcontract. Daardoor wordt het moeilijker om een zaak op te laten bloeien en winstgevend te maken.

Gratis geldles
Om dat te ondervangen geeft het ADC om te beginnen een gratis korte financiële opleiding. Wie een lening wil, moet eerst deze cursus volgen en krijgt een checklist mee met wat er allemaal geregeld moet worden. Pas als die checklist is afgewerkt, mogen mensen weer terugkomen. De medewerkers van ADC beoordelen hun plan en beslissen of het een grote kans van slagen heeft. Daarop wordt een lening van tien tot vijftig duizend dollar verstrekt. De rente is 10 procent en vooraf wordt afgesproken over hoeveel termijnen het terugbetaald moet worden. Met dat geld kan het ADC weer anderen helpen bij het opstarten van een bedrijf.

Het ADC wordt zelf gesubsidieerd vanuit tal van overheidspotjes en door donaties van goede doelen. Sinds 2004 heeft het ADC meer dan 200 mensen geholpen met een lening. Daardoor zijn er meer dan 400 banen gecreëerd. Slechts twee tot vijf procent van de bedrijfjes die met hulp van het ADC worden opgezet, lukt het niet om het hoofd boven water te houden. Dat betekent dat ze een slagingspercentage van 95-98% hebben. “Als een cliënt of de ADC faalt, faalt de hele gemeenschap,” zegt Ayaan Abdinur. “We zullen mensen dus altijd blijven begeleiden en op tijd ingrijpen als iemand laat is met een betaling. Zonder ons, valt er een enorme steunpilaar onder hun toekomst weg. Het is in ieders belang dat we slagen.”

Waarom werkt het ADC zo goed? Emma Kasiga: “We komen uit culturen met een orale traditie. Dat betekent dat je van anderen hoort wat je moet doen. Als je het de verkeerde vraagt, krijg je foute informatie. Iets lezen en bij elkaar puzzelen is bovendien iets anders dan het horen. De mensen die bij ADC werken hebben allemaal zelf uitgevonden wat je rechten zijn in de Verenigde Staten, welke regels voor welke bedrijfsstructuren van toepassing zijn, waar je aan kunt kloppen voor hulp, wat je moet doen als iemand zijn afspraak niet nakomt, hoe je een gebouw of huis koopt, etcetera. We geven ze goede informatie. Daarbij zijn wij, omdat we non-profit zijn in plaats van een commerciële bank, een andere gesprekspartner. Onze belangen zijn in die zin minder groot. We zetten ons volledig in om een bedrijfje dat we helpen starten, te laten slagen.”

Een ander ‘probleem’ is dat veel mensen met een islamitische achtergrond, vanuit hun geloofsovertuiging geen lening aan mogen gaan. Ook daar heeft het ADC een oplossing voor. Ayan Abdinur: “Het is een kwestie van zaken anders insteken. Stel dat iemand een telefoon wil hebben. Wat niet mag is dat ik geld voorschiet en dan rente bereken bij de maandelijkse terugbetalingen. Wat wel kan is dat ik die telefoon koop en daar een bepaald bedrag voor vraag. Dat bedrag is dan hoger dan de kostprijs. De rente zit er als het ware bij in, maar het woord is niet gevallen.”

Racisme
Volgens sportschoolhouder Stephen Menya is er nog een reden waarom het moeilijk was een lening bij de bank te krijgen. “Achteraf gezien speelde mijn huidskleur een rol. Geen enkele bank nam me serieus. Ik heb een blanke Amerikaanse vrouw en op een gegeven moment stuurde ik haar maar naar de besprekingen voor een lening. Bij haar werd alles wel goedgekeurd. Tot ik op het laatste moment binnenkwam om de definitieve papieren te tekenen. Dan was er ineens niets meer mogelijk.” Volgens Emma Kasiga is hij niet de enige die dat meemaakt en gebeurt het vaker dat mensen omwille van hun achtergrond geen lening krijgen. Stephen Menya: “Zonder het ADC had ik nu nog altijd tot God gebeden om de banken in te laten zien dat ik een lening waard ben. Het belangrijkste is dat het ADC door mij wel in mij te geloven, enorm veel zelfvertrouwen heeft gegeven. Een kans die ik met beide handen heb gegrepen.”

Menya heeft 1 augustus een opleiding voor chiropractor afgerond en diezelfde dag een behandelcentrum in zijn sportschool geopend. “Ik zit binnen een maand al op twintig klanten. Mijn lening van het ADC heb ik al grotendeels afbetaald. Wat mijn plannen zijn? Volgend jaar wil ik uitbreiden: een nieuwe vestiging in een ander gedeelte van de stad. En ik heb er alle vertrouwen in dat het gaat lukken.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons