Achtergrond

Afrocentrisme in kleding bezig met een opmars

Traditionele kleding is in veel Afrikaanse landen aan een opmars bezig. Zakenmannen laten hun maatpak links liggen en omarmen ‘African Friday.’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
In de Ghanese hoofdstad Accra zie je veel kleuren en prints op straat. Waar men voorheen de fleurige kleding voornamelijk alleen tijdens culturele en religieuze aangelegenheden uit de kast trok, is dat de laatste jaren aan het veranderen.  African print is steeds meer te zien. Op straat, de universiteit en op kantoor. Het Afrocentrisme in kleding is bezig met een opmars.

African Wear Friday, waarbij ambtenaren en kantoormedewerkers worden opgeroepen om hun westerse bedrijfskleding thuis te laten en in lokale kleren naar het werk te komen, werd ruim tien jaar geleden geïntroduceerd door de Ghanese overheid. Volgens Kwame, een creatieveling uit Ghana, was het initiatief niet alleen bedoeld om de Afrikaanse cultuur te vieren en de cultural heritage te beschermen, maar moest het vooral een boost geven aan de lokale kledingindustrie. Die heeft het zwaar te verduren onder de stroom aan goedkope, tweedehands kleding vanuit Europa en Noord-Amerika.

Vlisco vs. Kente

De bekende African print, prachtige kleurrijke, rijkbedrukte waxprints, is daarentegen geen typisch Afrikaans product. De prints, die erg populair zijn in West- en Centraal-Afrikaanse gemeenschappen, komen oorspronkelijk van het Nederlandse textielbedrijf Vlisco. De stoffen zijn al eeuwenlang zeer populair in de regio. Zo populair dat men de stoffen kenmerkt als African print, terwijl het ontwerp en de productie veelal in Nederland plaatsvindt.

In West-Afrika maakt men zelf ook stoffen, veelal van katoen. Veel van die stoffen waren tot voor kort niet erg populair onder de stedelijke jeugd. Maar dat is aan het veranderen. Voor wie het kan betalen althans. De Ashanti tribe in Ghana kent zware, handgeweven Kente, de Akans maken Batik in Cape Coast, Yoruba vrouwen in Nigeria maken Adire en de mannen Aso-Oke.  Tie & dye uit Sierra Leone staat lokaal bekend als Gara.

Tweedehands

Door de import van Vlisco, (goedkope) Aziatische African print stoffen én bulk van tweede- en derdehands kleding uit Europa, is het lastig voor lokale textielwerkers om een inkomen te genereren. Het aanbod uit Nederland en Azië is omvangrijk en stukken goedkoper dan hetgeen de mensen lokaal maken. Zes yards Vlisco, waar je een rok, top en wrapper of head wrap van kan maken, kost ongeveer 80 euro, een Aziatische namaak 15 euro. Op de markt koop je daarnaast tweedehands kleding kopen voor 1 euro. En dat terwijl zes yards lokaal geweven Kente al snel 200 euro kost. De ambacht van het weven, verven en bedrukken van stof is sterk afgenomen en dreigt zelfs verloren te gaan.

Afrocentrisme in stijl

Maar er is het Afrocentrisme, een beweging die steeds breder te zien is op straat en via sociale media, kan voor een kentering zorgen. Het Afrocentrisme is een gedachtegoed, stelt Professor Maulana Karenga. Het is een politieke, culturele en ideologische beweging waarbij een Afrikaanse identiteit centraal staat. De beweging draait om actie; het adresseert sociale vraagstukken, houdt zich bezig met werken in de gemeenschap, politieke actie en economische ontwikkeling. Het dragen van lokaal gemaakte kleding is een combinatie van economische actie en een manier om trots uit te drukken; trots voor het hebben van een ‘African heritage’- iets waar men eeuwenlang (door het Eurocentrisme) niet altijd trots op was.

‘Real recognizes real’

Afrocentrisme is volgens Nana, creative designer op Radford University (Accra), ingewikkeld uit te leggen. Het is een kwestie van herkenning. Hij zegt dat het neerkomt op ‘real recognizes real’; je voelt wanneer iemand een print draagt puur om het dragen ervan, of wanneer iemand een print of lokale stof draagt met een missie en gedachtegang erachter.

Waar de een vaker en meer African print draagt en trots is op de cultural heritage die het uitdraagt, ziet de ander bewust af van African print omdat het niet gemaakt is door Africans, en het een bedreiging is voor lokale ambacht. Beide zijn echter bewuste keuzes die eenzelfde doel dienen; waar voorheen vooral westerse kleding werd gedragen omarmt men nu hetgeen dat is getypeerd als ‘African’. De opkomst van het dragen van African print heeft niet alleen gezorgd voor een groei in het dragen ervan, maar ook voor een grotere kennis over het product; men weet dat de stof niet ten goede komt van Afrikaanse ontwerpers of fabrieken. Deze kennis is voor sommigen reden om alleen lokaal gemaakte stoffen te dragen, en af te stappen van ‘African print’. Dus als je ooit in Ghana of een ander (West-)Afrikaans land komt en echt Afrikaanse kleding wilt kopen; kies dan niet voor de Vlisco maar voor een lokaal gemaakte Batik of Kente.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons