Achtergrond

Afro-optimisme

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Zakenman. Intellectueel. Weldoener. Je komt het trio zelden bij elkaar tegen. Laat staan verenigd in één man. Ik aarzel dus, maar durf het toch te zeggen: de Ugandees Andrew Rugasira is zo’n man.

Op de drempel van het nieuwe jaar las ik Rugasira’s boek A Good African Story. Hij beschrijft daarin hoe hij in het westen van zijn land een bedrijf opzette dat koffie verbouwt, van de bonen ook een kant-en-klaar en zeer drinkbaar product weet te maken, en de levensstandaard van zijn werknemers verhoogt.

Dat op zich is al bijzonder genoeg, helaas. Afrika is immers het continent van de grondstoffen, niet van de producten die daaruit ontstaan. Zoals Rugasira schrijft: “Wij produceren de zaken die we niet consumeren en we consumeren de zaken die we niet produceren.” Maar zijn boek gaat veel verder en is ook een zeer scherp en uiterst slim
betoog over alles wat, dankzij corrupte Afrikaanse leiders en zichzelf verheerlijkende
westerse hulpverleners, de duurzame economische vooruitgang van Afrika in de weg zit. En alsof dat nog niet genoeg is: Andrew Rugasira heeft een aangename pen.

Afro-optimisme: soms, zo lijkt het, is het een beetje schrapen. Soms moet je een jaar door waarin de negatieve geluiden harder klinken dan de positieve. Op de valreep komt dan zo’n boek.

Het wordt een prachtig Afrikajaar.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons