Achtergrond

99% van onze kleding is niet schoon

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Kings of Indigo en Kuyichi staan in de voorhoede. Deze twee spijkerbroekenmerken krijgen beiden een B-label door het gebruik van milieuvriendelijke materialen en door te werken aan betere arbeidsomstandigheden. De overgrote meerderheid van de Nederlandse kledingmerken ziet duurzaamheid nog niet als prioriteit. De uitkomst van het onderzoek is dan ook volgens de directeur van Rank a Brand, Radboud van Delft, niet heel opmerkelijk. “Heel verbaasd waren we niet. Het bevestigt eigenlijk alleen maar het beeld dat we eerder al hebben gezien uit onze onderzoeken en de daaruit voortgekomen ‘rankings’, oftewel beoordelingen.”

[[{“fid”:”41333″,”view_mode”:”default”,”fields”:{“format”:”default”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:””,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:””},”type”:”media”,”attributes”:{“style”:”height:571px; width:417px”,”class”:”file-default media-element”}}]]

Rank a Brandis een Nederlandse non-profit organisatie die zich inzet om consumenten te informeren over de mate van duurzaamheid van verschillende merken. Zogeheten ‘rankers’, oftewel vrijwilligers, gaan aan de hand van een vragenlijst bestaande uit zo’n dertig criteria, na hoe merken op verschillende gebieden, van milieu tot arbeid, scoren. Uiteindelijk komt daar een percentage uit en krijgt het merk een A-label(donkergroen) als het tussen de 75 en 100 procent voldoet aan de criteria, een B-label(lichtgroen) tussen de 55 en 75 procent, een C-label(geel) tussen de 35 en 55 procent, een D-label(oranje) tussen de 15 en 35 procent of een E-label(rood) tussen de 0 en 15 procent.

Laagst haalbare
Volgens Van Delft is het kwalijk dat merken uit een land als Nederland zo slecht scoren op het gebied van duurzaamheid. “Je mag toch wel verwachten dat eerlijke arbeidsomstandigheden en bescherming van klimaat en milieu een grotere rol spelen onder merken uit een van de meest welvarende landen ter wereld.” Veruit de meeste merken, ruim 80%, die onderzocht werden, krijgen het E-label toegewezen. Dit laagste-haalbare label houdt in dat merken duurzaamheid niet of nauwelijks van belang achten. Merken in deze categorie zijn onder andere De Bijenkorf, America Today, en V&D. “Blijkbaar vinden deze merken andere aspecten zoals kosten en het bieden van een product tegen de laagste prijs voor consumenten belangrijker dan milieuaspecten of het garanderen van goede omstandigheden voor arbeiders.”

De Schone Kleren Campagne (SKC) is onderdeel van de Clean Clothes Campaign, een internationale organisatie waarbij zestien Europese landen zijn aangesloten. Samen met vakbonden, consumentenorganisaties, vrouwengroepen, ontwikkelingsorganisaties en onderzoeksgroepen richten zij zich hoofdzakelijk op het verbeteren van arbeidsomstandigheden in de productieketen van kleding.

Rana Plaza
Voor het onderzoek werd gekeken naar het beleid van 100 merken op het gebied van klimaat, milieu en arbeidsomstandigheden. Gemiddeld werden de meeste punten behaald bij arbeidsomstandigheden. Volgens Rank a Brand zou dat te maken kunnen hebben met de grote aandacht die hier recent voor is geweest na instorting van de fabriek Rana Plaza in Bangladesh. Maar ondanks dat zitten de verbeteringen vooral in betere monitoring en zijn die niet terug te voeren op concrete resultaten, zoals het uitbetalen van een leefbaar loon en grondige, onafhankelijke controles van fabrieken.

Reacties 
Voordat het onderzoek naar buiten werd gebracht, werden de resultaten eerst voorgelegd aan de merken zelf, vertelt Van Delft. “We geven ze altijd de kans te reageren op onze bevindingen. Sommige merken hebben gereageerd en ons gewezen op hun goede beleid. Helaas komt daar in de praktijk uiteindelijk maar weinig van terecht en wordt naar onze mening worden deze intenties onvoldoende omgezet in feitelijke resultaten.”  

Verantwoordelijkheid
Aangezien Nederlandse merken het af laten weten op het gebied van duurzaamheid, speelt de vraag of onze overheid zelf niet meer verantwoordelijkheid moet nemen. “Overheden spelen in deze kwestie zeker een rol. Europa zou hiervoor dwingende regels moeten opstellen. Strengere eisen voor importproducten op het gebied van arbeidsomstandigheden en milieu zouden deels een oplossing kunnen zijn. Maar alle partijen, overheden, consumenten en producenten, moeten uiteindelijk hun eigen verantwoordelijkheid nemen.” 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons