Betrokken
Vanaf de tweede generatie is de meerderheid van de immigranten betrokken bij de maatschappij waarin ze leven. Om tot deze bevindingen te komen, werden de taalbekwaamheid, onderwijs, werkleven en interreligieuze contacten van moslims in Frankrijk, Groot-Brittannië, Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland onderzocht. Ondanks de verschillen in de landen van herkomst, verschillende geloofsovertuigingen en verschillende redenen om te migreren, ondervinden de 14 miljoen moslims in deze vijf landen dezelfde problemen bij het integreren. Kansen op deelname aan de maatschappij worden door hen gegrepen, maar tegelijk willen ze hun religie blijven belijden, ook al ondervinden ze daarvoor soms afkeuring in de nieuwe maatschappij waarin ze leven.
“De islam is geen belemmering voor integratie
Kinderen langer op school
Volgens het rapport stijgt het onderwijsniveau in moslimfamilies in alle landen per generatie. Van de kinderen van tweede generatie-moslims zit 67 procent nog op school na hun zeventiende verjaardag. Wel zijn de gemiddelde schoolresultaten nog niet gelijk aan die van niet-moslim leeftijdsgenoten. Frankrijk scoort het beste van de vijf onderzochte landen. Hier verlaat ‘slechts’ 11 procent van de moslimkinderen de school voor hun achttiende verjaardag.
De resultaten zijn minder goed voor Duitsland en Zwitserland, waar het schoolsysteem kinderen al op vroege leeftijd scheidt op basis van prestaties. Deze twee landen scoren daarentegen het best op het gebied van arbeidsintegratie voor moslims. In beide landen vinden moslims en de rest van de bevolking even snel een baan. Immigranten profiteren in deze landen aanzienlijk mee van de hoge vraag naar arbeid.
Andere factoren die het vinden van een baan vergemakkelijken zijn de versnelde werkvergunningen, gerichte initiatieven en taalcursussen. Frankrijk heeft een relatief ondoordringbare arbeidsmarkt. Dat vertaalt zich volgens het rapport in het feit dat we hier grote groepen afgestudeerden zien met een islamitische achtergrond en goede kwalificaties, die toch werkloos zijn en minder kans hebben om een voltijdse baan te vinden.
Franse immigrantenkinderen
Over het algemeen leerde bijna de helft (49 procent) van de moslims in deze vijf landen de nationale taal als hun eerste taal. Hier zien de onderzoekers een duidelijke toename van de eerste naar de tweede generatie, namelijk van 27 naar 76 procent. Frankrijk leidt hier: 93 procent van de in het land geboren immigrantenkinderen groeit op met de Franse taal.
Een andere aanduiding van succesvolle integratie is dat 75 procent van de moslims regelmatig hun vrije tijd doorbrengt met niet-moslims. Dit interreligieuze contact neemt ook toe bij elke generatie, net als de identificatie met het land waar moslims verblijven. Bijna alle ondervraagden (94 procent) voelen zich verbonden met het land waar ze wonen.
Een moslim als buur
Het niveau van integratie dat nu bereikt is, wordt volgens de onderzoekers echter niet altijd gewaardeerd door de volledige bevolking: 20 procent van de ondervraagde burgers zegt dat ze geen moslims willen als buur. Het wantrouwen tegen de islam is het laagst in Frankrijk (14 procent) en het hoogst in Oostenrijk (28 procent).
Gelovige moslims die hun religie praktiseren, ervaren vaak discriminatie op de arbeidsmarkt. Van de onderzochte landen kunnen streng religieuze moslims (41 procent kan als zodanig worden omschreven) enkel in Groot-Brittannië even snel een baan vinden als meer gematigde moslims.
Samenleven
“Tot nu toe heeft geen enkel land in West-Europa een evenwicht gevonden tussen gelijke kansen en respect voor religieuze diversiteit”, zegt Yasemin El-Menouar, islamexpert aan de Bertelsmann Stiftung. In Frankrijk voelen veel moslims zich gefrustreerd door de discriminatie op de arbeidsmarkt vanwege hun religie. Het resultaat: Frankrijk is het enige land waar de betrokkenheid van moslims bij hun nieuwe thuisland afneemt. In Groot-Brittannië kunnen moslims net als andere geloofsgroepen hun religie belijden zonder daarvan nadelen te ondervinden voor hun loopbaan. Er is daarentegen nog steeds relatief weinig contact tussen moslims en mensen met andere religies. Het dagelijks leven verloopt eerder naast elkaar dan samen in een gemeenschap, concluderen de onderzoekers.
“Geen enkel land in West-Europa heeft een evenwicht gevonden tussen gelijke kansen en respect voor religieuze diversiteit