Wereldbank blijft zweren bij vuile energie

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

De Wereldbank communiceert regelmatig over de noodzaak om subsidies voor fossiele brandstoffen af te bouwen, pleit voor een CO2-taks en erkent dat de 2 graden-doelstelling cruciaal is om ook armoede en ongelijkheid in de wereld terug te dringen. Maar het blijft vooral bij woorden, stelt 11.11.11 vast.

Uit onderzoek van de organisatie blijkt dat de Wereldbank blijft investeren in fossiele brandstoffen, en dat die investeringen zelfs nog groeien. Sinds 2012 ging gemiddeld 2,8 miljard dollar naar projecten voor olie, gas en steenkool. Van 1,9 miljard in 2011 naar 3,3 miljard in 2014. De investeringen zijn systematisch groter dan die in duurzame energie.

Meer dan 3,7 miljard ging naar exploratie van fossiele brandstoffen

De Wereldbank investeert niet alleen in het opstarten of ondersteunen van bestaande fossiele projecten, maar gaat ook actief op zoek naar nieuwe gas-, olie- of steenkoolbronnen. Van 2008 tot 2014 ging meer dan 3,7 miljard dollar naar de exploratie van fossiele brandstoffen, met als topjaar 2013 (1 miljard dollar). Wereldwijd maakt dit de Wereldbank tot de grootste financier onder de ontwikkelingsbanken van de zoektocht naar nieuwe fossiele bronnen.

In 2014 investeerde de Wereldbank bijvoorbeeld 400 miljoen dollar in steenkoolgerelateerde projecten, ondanks eerdere verklaringen dat financiering van steenkoolcentrales slechts kon in "bijzondere omstandigheden". De Wereldbank hielp ook bij het opzetten en financieren van het Indonesia Infrastructure Guarantee Fund, een fonds dat de bouw van een van de grootste steenkoolcentrales in Zuid-Oost Azië mee mogelijk maakte. In China ging er dan weer bijna 150 miljoen naar het Sotora III-project, dat voor 80 procent op steenkool draait.

Gevaarlijk

De bank schaadt hiermee niet alleen het klimaat, de ontwikkelingslanden en de ontwikkelingsdoelen, maar ook de eigen belangen, stelt 11.11.11. Economen waarschuwen immers dat investeringen in fossiele brandstoffen een groot risico lopen op gestrande activa. Het verdrag van Parijs en de ambitie om de opwarming van de aarde tot 1,5 graad te beperken betekent immers dat een groot deel van de fossiele brandstoffen in de grond moeten blijven. Dat betekent dat 65 tot 80 procent van de bekende reserves van beursgenoteerde oliebedrijven niet verbrand kunnen worden. Maar liefst 1.100 miljard dollar aan waarde dreigt zo verloren te gaan.

Voor 11.11.11-directeur Bogdan Vanden Berghe is het van belang dat België er als belangrijke speler binnen de Wereldbank voor pleit de steun aan fossiele brandstoffen versneld af te bouwen, en ook duidelijkheid verschaft over de eigen rol. "Vandaag hebben zowel wij als het parlement geen enkele duidelijkheid over de koers van België binnen de Wereldbank", zegt hij. "We weten niet of onze minister van Financiën Van Overtveldt al of niet zijn steun verleent aan deze projecten. Toch is dit niet onbelangrijk: het gaat over belastinggeld dat vandaag geïnvesteerd wordt in gas, olie en steenkool."

Bovendien, zo zegt Vanden Berghe, gaan de investeringen van de Wereldbank ook in tegen de noodzaak om de klimaatimpact in ontwikkelingslanden te verminderen. "Je kan je ernstig afvragen of de focus van de Wereldbank vandaag niet te zwaar ligt op het financiële rendement eerder dan het ontwikkelingsrendement. Wij pleiten daarom voor een overdracht van verantwoordelijkheid van Financiën naar Ontwikkelingssamenwerking."

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons