Wat ging er mis?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

 

HH01054586.jpg
Foto: Peter Boer/HH

De Volkskrant van zaterdag 9 juni viel met een klap op de deurmat: 'Banken financieren makers van clusterbom.' Uit onderzoek van Oxfam Novib bleek dat de vier grote Nederlandse banken ING, ABN Amro, Rabobank en Fortis via hun beleggingen fabrikanten van clustermunitie financieren. Dus ook ABN Amro, een gerespecteerde en belangrijke partner van Oxfam Novib zelf. Directeur Adrie Papma reageerde in diezelfde krant: 'Ik begrijp best dat de bedrijfsketen lang is. Maar het gaat hier wél over wapens.' Net als de andere drie banken verloor ABN Amro naar aanleiding van het nieuws heel wat klanten. Maar Oxfam Novib niet.

Tips bij partnerschappen  
– Begin bij het probleem: is het partnerschap echt nodig?
– Zoek het in de verschillen: zoek een partner die andere middelen (geld, tijd, contacten) en een andere cultuur meebrengt en daardoor een meerwaarde bezit
– Wees transparant en eis transparantie om onderling vertrouwen op te bouwen
– Maak een risicoanalyse, alleen én samen met de partner
– Werk op twee niveaus samen: strategisch en operationeel
– Bouw kennis over partnerschappen op en zorg voor voldoende tijd, ruimte en steun vanuit je organisatie

Waarom deed Oxfam Novib niet het enige wat je bij zo'n schandaal kunt doen, namelijk ABN Amro de wacht aanzeggen en van bank veranderen? Is dat omdat de bank een belangrijke sponsor is van de organisatie? Het geld zal best meespelen, maar de hele waarheid is iets gecompliceerder. Oxfam Novib en ABN Amro werken sinds een aantal jaren samen op veel meer terreinen dan alleen puur bancaire zaken. Oxfam Novib voert een dialoog met de bank over duurzaamheid en helpt de bank bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van haar beleid ten aanzien van mensenrechten, olie- en gaswinning en mijnbouw. ABN Amro steunt het werk van partnerorganisaties van Oxfam Novib die in Indonesië, Zuid-Afrika en Brazilië actief zijn op het gebied van lokaal ondernemerschap en microkrediet.

De bank en de niet-gouvernementele organisatie (ngo): twee partijen die in partnerschap willen werken. Partijen die de intentie hebben uitgesproken om een duurzame relatie te onderhouden en gezamenlijk een bijdrage te leveren aan armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. Van bank veranderen kun je per e-mail, maar scheiden van je partner doe je niet zomaar. En een partner laat je zeker niet publiekelijk vallen. Met een partner ga je praten. Vandaar de aankondiging van Papma op 13 juni in documentaireprogramma Zembla dat er 'indringend' met ABN Amro gesproken zou worden.  

Delen
Partnerschap: een woord met vooral positieve associaties, en met een stevige plek in het hart van het ontwikkelingsbeleid. Na Van Ardenne roept ook Koenders bedrijven en het maatschappelijk middenveld op om partnerschappen te ontwikkelen, om meer én meer gelijkwaardig met elkaar samen te werken. Koenders doet dit net als zijn voorganger vanuit het besef dat we de Millenniumdoelen alleen maar kunnen realiseren als bedrijven, ngo's en overheden hun krachten bundelen en samen werken aan innovatieve en duurzame oplossingen.

Samenwerking tussen bedrijven, ngo's en overheden is niets nieuws. Wat wèl nieuw is – en daarin onderscheiden partnerschappen zich van andere samenwerkingsvormen – is de kwaliteit van de samenwerking: partners zijn van elkaar afhankelijk en partners delen. In een partnerschap delen zij de risico's, de verantwoordelijkheden, de middelen (financieel of anderszins) en opbrengsten. Met die opbrengsten begint het natuurlijk. Je wilt als bedrijf of als ontwikkelingsorganisatie een concreet resultaat boeken, bijvoorbeeld een miljoen Indiase gezinnen aan de Philips-batterijlamp, en dat lukt je niet via een simpele 'u verkoopt en ik koop'-transactie. Philips ziet kans zich via lokale ngo's, die een fijn vertakt netwerk hebben tot in de meest afgelegen gebieden, toegang verschaffen tot een nieuwe markt met enorme potentie, en dat maakt het voor het bedrijf interessant om met een ngo in partnerschap te gaan werken. De ngo helpt Philips om voor zijn doelgroep het juiste product te ontwikkelen en kan er op deze manier voor zorgen dat ook arme mensen toegang krijgen tot energie. Samen bereiken de partijen meer dan ze afzonderlijk ooit hadden kunnen bereiken.

Maar moeten dermate grote tegenvallers als bij ABN Amro en Oxfam Novib dan voor lief worden genomen? Of kun je dergelijke teleurstellingen (deels) voorkomen? Om deze vragen te beantwoorden is het goed om het begrip partnerschap uiteen te rafelen en een paar cruciale factoren te benoemen die het succes ervan bepalen: vertrouwen, risico's en verschillen.  

Openheid
Om een liedje uit 't Schaep met de vijf pooten te citeren: 'Als je mekaar niet meer vertrouwen kan, waar blijf je dan, zo is het toch, meneer?' Toch moet je een partnerschap misschien wel altijd beginnen met een zakelijk en gezond wantrouwen. Laat maar eens zien waarom je het vertrouwen van de ander waard bent. Papier is geduldig, of het nou van een ngo komt of willekeurig welk bedrijf. Wat doet een elektronicaconcern dat zijn productie heeft verplaatst naar Azië nu écht om kinderarbeid in ontwikkelingslanden te voorkomen? Is dat bedrijf bereid om de fijne machinerie in zijn fabrieken in India zo aan te passen dat die niet meer alleen bediend kunnen worden door te jonge meisjes, die eigenlijk op school horen te zitten, maar ook door volwassen mannen? Is de ngo bereid om openheid te geven over onduidelijke of tegenvallende resultaten ten aanzien van de bestrijding van armoede? Wil de donor inzicht geven in de financiële en politieke afwegingen die ze maakt? Als er openheid is, kan er op den duur vertrouwen ontstaan.

Het lastige met vertrouwen is, dat er een verschil is tussen personen en organisaties. Als de personen die voor hun organisaties het dagelijkse partnerschapswerk doen het aardig met elkaar kunnen vinden, als zij bereid zijn om aan een gezamenlijk resultaat te werken en geen dubbele agenda's hebben, zal er vertrouwen tussen hen ontstaan. Maar daaruit kun je niet automatisch aannemen dat er transparantie bestaat tussen de organisaties, en dat dié elkaar zonder meer moeten kunnen vertrouwen. En hoe meer je elkaar persoonlijk vertrouwt, hoe lastiger het wordt om elkaar institutioneel te wantrouwen.

Vertrouwen moet je afdwingen door transparantie te eisen en zelf transparant te zijn. Oxfam Novib had haar huiswerk over ABN Amro in elk geval eerder moeten doen. Een groter institutioneel wantrouwen was op zijn plaats geweest.  

Zoektocht
Ten tweede: in een partnerschap delen de partners risico's. Het staat in elk handboek over partnerschappen. Maar het delen van risico's is lastig en weinig grijpbaar. Probeer als ngo of als bedrijf maar eens te omschrijven welke risico's je van elkaar accepteert. Stel: jouw bedrijf heeft een partnerschap met een gerenommeerde ontwikkelingsorganisatie en van de ene op de andere dag verliest die organisatie alle overheidssubsidie. Niet dat de kwaliteit van het werk van die club nu ineens ter discussie staat, maar toch: de reputatieschade is enorm. Is jouw bedrijf bereid om de ontwikkelingsorganisatie publiekelijk te blijven steunen? Kan het zich dat veroorloven – en vinden je aandeelhouders dat ook?

Anders, maar zeker zo belangrijk zijn risico's die samenhangen met het project dat je met een partnerschap realiseert. Partnerschappen zet je pas in als er geen eenvoudiger oplossing denkbaar is. Het samenwerken – kijk naar voorbeelden als het opzetten van een ziektekostenverzekering in Afrika of betere markttoegang voor kleine producenten – heeft daarom vaak een innovatief en experimenteel karakter. Er worden in een nieuwe constellatie, nieuwe oplossingen uitgeprobeerd. Dat is een proces dat tijd nodig heeft en waarbij natuurlijk wel eens wat mislukt. En dat moet, in de gemeenschappelijke zoektocht naar oplossingen voor armoede, mogen.

Voor een gelijkwaardige, duurzame relatie zullen de risico's aan beide kanten enigszins in evenwicht moeten zijn. In de publiciteit rondom Oxfam Novib en ABN Amro lijkt het bijna alsof alleen Oxfam Novib een risico loopt. Dat is natuurlijk onzin. Maar dat beide partijen de risico's van foute beleggingen verkeerd hebben ingeschat is wel duidelijk.  

Herstel
Als je het bovenstaande leest, zou je misschien denken: laten we vooral OSO's, ofwel Ons Soort Organisaties, als partner uitkiezen. Dat is eenvoudiger en de kans op schandalen is vast kleiner. Dat klopt, maar het is toch geen juiste conclusie. Partnerschappen gaan namelijk altijd over de meerwaarde die organisaties ten opzichte van elkaar hebben. Die meerwaarde is groter als de verschillen tussen de partners groter zijn: de een brengt iets mee dat een ander niet heeft en als ze samenwerken bereiken ze meer dan ieder afzonderlijk zou kunnen. Inderdaad, er is een grotere kans op conflicten, misverstanden en onbegrip. Dat vraagt om een professioneel team met voldoende kennis, tijd, ruimte en steun vanuit de organisatie. Bovendien ga je een partnerschap alleen maar aan als het nodig is, als de opbrengst de investering waard is.

Oxfam Novib zit nog steeds aan tafel bij ABN Amro, die de tijd krijgt om openheid te geven en een begin te maken met het herstel van vertrouwen. De impact die Oxfam Novib nu heeft op de financiële wereld is vele malen groter dan ze ooit zou hebben gehad als ze veilig bij ASN of Triodos bankierde. De ngo speelt haar rol en heeft invloed – meer dan ze had durven dromen. Nu de donateurs nog overtuigen.

Ariane van Marwijk heeft een adviesbureau op het gebied van publiek-private partnerschappen. Eerder werkte ze voor het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons