Nog steeds worden Syrische kinderen uitgebuit in kledingindustrie

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

‘De eerste keer dat je een kind gebogen over een naaimachine ziet zitten in een hete, benauwde fabriek, dat beeld zal je nooit meer vergeten.’ De BBC-journalist, Darragh MacIntyre, die voor Panorama verschillende textielfabrieken in Turkije bezocht, was naar eigen zeggen ‘niet voorbereid op de omvang en realiteit van de misstanden’ die hij aantrof in de kledingfabrieken. Op de camerabeelden is te zien hoe kinderen van, naar schatting, 8 tot 15 jaar in een kelder zitten te werken achter naaimachines. Later blijkt dat het gaat om kinderen van Syrische ouders die als vluchteling naar Turkije zijn gekomen. Ze werken voor grote internationale merken waaronder Asos, Zara, Mango en Marks & Spencer en krijgen iets meer dan 1 dollar per uur. 

Strijd tegen kinderarbeid

In 2013 stelde de internationale arbeidsorganisatie ILO dat de strijd tegen kinderarbeid zijn vruchten begint af te werpen. Werkten er in 2000 wereldwijd nog 246 miljoen kinderen, in 2012 waren dit er 168 miljoen. Hoeveel van hen er precies werkzaam zijn binnen de textielketen, is niet bekend.

C&A, H&M, Primark 

Dat Syrische vluchtelingenkinderen werkzaam zijn in Turkse kledingfabrieken is niet nieuw. Een jaar geleden bleek uit een rapport van Human Right Watch dat er naar schatting zo’n 250.000 tot 400.000 Syrische vluchtelingen, waaronder ook kinderen, werkzaam zouden zijn in Turkse textielfabrieken. 28 kledingmerken die in Turkije hun kleding laten maken, werden benaderd door de mensenrechtenorganisatie en gevraagd wat ze eraan zouden gaan doen om dit probleem aan te pakken. De helft van de merken, waaronder Next, H&M, Primark en C&A gaven aan direct actie te ondernemen om te voorkomen dat kinderen binnen hun keten zouden worden uitgebuit. Een aantal van deze merken waren tijdens eerdere inspecties al vluchtelingen in hun fabrieken tegengekomen en hadden inmiddels maatregelen genomen

Werkvergunningen 

Maar ondanks de waarschuwingen van de mensenrechtenorganisatie een jaar geleden, blijkt er nu dus nog steeds sprake te zijn van kinderarbeid in Turkse kledingfabrieken. Dat het hier voornamelijk gaat om kinderen van Syrische vluchtelingen heeft deels te maken met het feit dat het voor hen moeilijk is om aan werkvergunningen te komen. Legaal werk is voor hen daardoor niet mogelijk en dat maakt ze kwetsbaar, zo stelde Human Right Watch in haar rapport. De Turkse regering kondigde in januari, op aandringen van onder meer internationale kledingmerken en arbeidsrechtenorganisaties, aan te gaan werken aan het probleem rondom de werkvergunningen. ‘Een positieve stap, maar wel een die komt met beperkingen’, zo reageerde de mensenrechtenorganisatie . Zij voorzagen toen al dat veel vluchtelingenwerknemers illegaal zouden blijven werken. En dat blijkt wel uit de cijfers, zo zegt Andriette Nommensen van de Fair Wear Foundation, de organisatie die zich inzet voor betere werkomstandigheden in de textielindustrie. "5500 werkvergunningen zijn er tot september aangevraagd door Syrische vluchtelingen. We hadden gehoopt dat het er meer zouden zijn.”

Waar dat precies aan ligt, heeft met meerdere facetten te maken. “Er zijn verschillende obstakels die het aanvragen van een werkvergunning ontmoedigen. Zo is er onwetendheid en worden sommige mensen weggestuurd met de opmerking om het over een half jaar nog eens te proberen.” Ook zijn er volgens Nommensen geluiden te horen over geldbedragen die Syriërs moeten neerleggen voor het krijgen van een vergunning. “En een deel is bang om zijn of haar baan kwijt te raken. Er zijn namelijk genoeg werkgevers die juist Syriërs in dienst hebben omdat ze goedkoop zijn, met zo'n werkvergunning zijn ze ineens een heel stuk minder aantrekkelijk.” 

Geen contracten of arbeidsvoorwaarden

Turkije is een van de grootste kledingleverancier van Europa. Het is de derde kledingleverancier voor Nederland, en het vierde wereldwijd. Het grootste deel van de industrie is ongereguleerd, wat betekent dat 60 procent van de arbeiders informeel werken, meestal zonder een contract of arbeidsvoorwaarden. Syrische vluchtelingen vormen een bijzonder kwetsbaar deel van de beroepsbevolking. Door de informaliteit van de Turkse textielindustrie is er weinig bekend over hoeveel illegale arbeid er door vluchteling wordt verricht in de toeleveringsketens van Europese merken. De sector wordt gedomineerd door middelgrote fabrieken en kleinere workshops, vaak met slechte arbeidsomstandigheden en geen controle, waaraan grotere fabrieken hun productie uitbesteden.

 

Bron: Fair Wear Foundation 

Illegale werkplaatsen 

Een van de aspecten die het aanpakken van kinderarbeid bemoeilijkt, is het ontbreken van verantwoordelijkheid bij de fabriekseigenaren. Als voorbeeld noemt Paulien Overeem, die de afgelopen jaren voor SOMO onder meer onderzoek deed naar (kinder)arbeid in de Indiase kledingindustrie, het uitbesteden van de productie. “Wat je veel ziet gebeuren is dat een merk een bepaalde bestelling plaatst bij een fabriek die wordt gecontroleerd en waar geen sprake is van kinderarbeid, maar dat die fabriek het vervolgens onderhands uitbesteedt aan een kleinere fabriek of illegale werkplaats waar misschien wel kinderen werkzaam zijn. Dit gebeurt vaak wanneer er in grote haast een bestelling moet worden afgehandeld en er veel tijdsdruk op zit voor de fabriekseigenaar.” Volgens Overeem gebeurt het aan de lopende band. “Er worden wel afspraken gemaakt tussen merken en hun toeleveranciers over uitbestedingen en dat het niet zomaar mag, maar toch gebeurt het. En wie is dat te verwijten?” 

Volgens Tary Scally van de Schone Kleren Campagne, de organisatie die opkomt voor de rechten van arbeiders in de kledingindustrie, maakt de huidige situatie in Turkije het er ook niet makkelijker op. Maar omdat al langer bekend is dat er Syrische kinderen werkzaam zijn in textielfabrieken, moeten bedrijven volgens haar de urgentie inmiddels toch wel inzien. “Het probleem van subcontracting (uitbesteden van de productie), waar bedrijven alsmaar naar blijven wijzen als oorzaak van de problemen, is aan te pakken. Door realistische prijsafspraken te maken en te zorgen voor productiedeadlines die ruim haalbaar zijn voor fabrikanten, zou het doorschuiven van de productie niet meer nodig hoeven zijn.” 

 Undercover: The Refugees Who Make Our Clothes (Panorama) – BBC News

Controles 

Het probleem van de zogeheten subcontractors wordt ook in de uitzending van Panorama aangehaald. ‘Sommige fabrieken worden nooit bezocht door controleurs omdat niet bekend is dat hier kleren worden gemaakt voor kledingmerken'. Ze maken deel uit van de keten van onderaannemers, iets dat je veel ziet in de kledingindustrie van Turkije. 'Dit is waar je de ergste misbruiken van Syrische vluchtelingen en kinderen vindt.’ Maar of controles kinderarbeid daadwerkelijk kunnen aanpakken, is ook de vraag. Zo vertelt een 15-jarige jongen aan de BBC-journalist dat wanneer de controleurs binnenkomen, ze zo snel mogelijk uit het zicht moeten zijn en zich verborgen moeten houden. Zodra de controleurs weg zijn gaan ze weer gewoon aan het werk.  

Syrische kinderen geen prioriteit 

Dat de Turkse overheid een rol heeft in het bestrijden van kinderarbeid, daar is Nommensen overtuigd van. “Dat Syrische vluchtelingen sinds januari een werkvergunning kunnen aanvragen is al een hele stap vooruit." Maar tegelijkertijd heeft ze niet het idee dat de Turkse regering het helpen van Syrische kinderen als prioriteit ziet. "Scholing voor vluchtelingenkinderen is nu niet goed geregeld. Er zijn nauwelijks tot geen Arabisch sprekende leraren en de leraren die er wel zijn, worden ontslagen omdat ze mogelijk banden zouden hebben met Gülen." Maar, zo zegt Nommensen, we moeten ook niet vergeten hoe moeilijk de huidige situatie voor Turkije zelf is. "Voor elk land is het opvangen van drie miljoen vluchtelingen enorm lastig." 

Reacties kledingmerken 

De kledingbedrijven bij wie kinderen in de textielketen werden aangetroffen, hebben gereageerd op de bevindingen van Panorama. Zo liet een woordvoerder van de modeketen Marks & Spencer weten stappen te gaan ondernemen. "We hebben eerder geen bewijzen gevonden dat Syriërs in fabrieken van onze leveranciers werken. We zijn erg teleurgesteld door deze bevindingen. Dit is zeer ernstig en onacceptabel.'' Ook Mango stelde in een reactie dat de fabriek waarbij kinderen werden aangetroffen een onderaannemer in de productieketen is en dat zij niet wist dat er minderjarige Syriërs aan het werk zouden zijn. Zara gaf aan dat zij bij een controle in juni al ‘gebreken’ in de keten had vastgesteld. Maar of er nu ook daadwerkelijk iets gaat veranderen, blijft de vraag. Immers is al langer bekend dat Syrische vluchtelingenkinderen in Turkse fabrieken werken en het probleem rondom de zogeheten subcontractors speelt ook al jaren.  Nommensen: “De enige manier om deze Syrische kinderen uit de werkplaatsen en op school te krijgen is door een pro actieve en een gezamenlijke aanpak van regeringen, bedrijven, suppliers , vakbonden en multi-stakeholder initiatieven." 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons