Stijging wereldwijde ontwikkelingshulp

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Met 21,8 miljard dollar zijn de Verenigde Staten in absolute bedragen 's werelds gulste gever. Echter, gemeten naar het percentage van het bruto nationaal inkomen (BNI) komen de VS niet voor in de top-5 van grootste donoren. Alleen Nederland, Luxemburg, Denemarken, Noorwegen en Zweden geven méér dan de 0,7 procent BNI die als doel is gesteld voor hulp van rijke aan arme landen. Dit doel moet in 2010 worden bereikt door alle rijke landen.

Bij deze berekening van hulpgelden is de kwijtschelding van schulden buiten beschouwing gelaten. Deze – vaak eenmalige – kwijtscheldingen kwamen in 2006 tot een hoogtepunt na onder meer afspraken van de G8 in het Schotse Gleneagles in 2005. Volgens de regels van de Oeso mag deze schuldenlastverlichting als ontwikkelingshulp worden meegerekend.

Wordt schuldvermindering wel meegerekend, dan komt het totale bedrag dat rijke industrielanden in 2007 aan ontwikkelingshulp gaven uit op 103,7 miljard dollar. En dat is 8,4 procent minder dan in 2006. De cijfers voor 2007 vallen vooral lager uit omdat er minder schulden werden kwijtgescholden dan het jaar ervoor. Vorig jaar werd 8,7 miljard dollar kwijtgescholden tegenover 18,9 miljard in 2006, vooral aan Irak en Nigeria.

Begin mei komt de Oeso met een onderzoek naar de hulpplannen van haar leden tot 2010. Vooruitlopend daarop laat de organisatie al doorschemeren dat er nog steeds te weinig hulpgelden beschikbaar worden gesteld. Jaarlijks zouden rijke landen ongeveer 38 miljard dollar meer moeten besteden aan ontwikkeling.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons