Achtergrond

Onverwachte gezichten bij Afrikaanse dokters

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

 In veel landen in sub-Sahara Afrika gaan armen naar een privé-kliniek, terwijl rijken zich gemakkelijker kunnen verzekeren voor gezondheidszorg dan armen. De wereld op zijn kop? Alexander Kohnstamm, director external affairs bij PharmAccess, legt uit waarom de keuzes die mensen maken minder onverwacht zijn dan je op het eerste gezicht denkt.

Wereldwijde gezondheid krijgt weinig aandacht in het Nederlandse beleid. En dat terwijl grensoverschrijdende gezondheidsproblemen, zoals antibiotica-resistentie, steeds belangrijker worden. Op Wereldgezondheidsdag presenteerde Kaleidos Research het rapport ‘Health has no borders’ en een filmpje dat in één minuut laat zien hoe onze gezondheid samenhangt met andere delen in de wereld. Op 27 mei vindt een afsluitend debat plaats 'Health & the City' in Pakhuis de Zwijger.

Als ze uit haar raam kijkt, heeft de 26-jarige Flaviana Godliving Mboya uitzicht op de Kilimanjaro. De Tanzaniaanse woont met haar man en twee zoontjes samen met haar schoonouders en grootmoeder. Ze verbouwen koffie. Geen vetpot, maar net genoeg om rond te komen. Totdat iemand in het gezin ziek wordt: dat levert onvoorziene uitgaven op die ze er niet bij kunnen hebben. Het publieke ziekenhuis is goedkoop maar ver weg. Dat betekent dat ze veel geld kwijt zijn aan transport en bovendien flink wat inkomsten mislopen. En eenmaal daar, zijn de wachttijden erg lang en de benodigde medicijnen vaker niet dan wel op voorraad. Tijdens Flaviana’s eerste zwangerschap kreeg ze complicaties. Hevig bloedend werd ze naar het ziekenhuis gedragen, waar na de lange reis geen arts aanwezig bleek te zijn. Ze verloor haar kindje.

25% van de ziektelast en 2% van de financiële middelen
Flaviana’s situatie is geen uitzondering in sub-Sahara Afrika. Medische zorg is niet voor iedereen bereikbaar en de kwaliteit ervan laat vaak te wensen over. Een bezoek aan een arts wordt vaak noodgedwongen zo lang mogelijk uitgesteld. Regeringen kunnen de druk op het publieke systeem vaak niet aan.

Met 15% van de wereldbevolking heeft sub-Sahara Afrika bijna 25% van de ziektelast. Die moet bestreden worden met slechts 3% van het wereldwijde medisch personeel en 2% van de financiële middelen die mondiaal aan zorg worden uitgegeven.

Arme mensen gaan juist naar zelfstandige dokters
Mensen en overheden staan dus voor moeilijke keuzes als het gaat om gezondheid. En die keuzes maken ze soms anders dan je zou verwachten. Het is bijvoorbeeld een misvatting dat de gezondheidszorg die door de overheid wordt aangeboden voor mensen met een laag inkomen is, en dat de rijken naar privé-klinieken gaan.

Een groot deel van de armen gaat juist naar particuliere aanbieders: kliniekjes die door een ondernemende dokter gerund worden (denk aan onze huisartspraktijken), of door NGO's of kerken. Die zijn weliswaar meestal duurder dan de overheidskliniek maar ze zijn vaak dichterbij. Je hoeft er niet zo lang te wachten en de mensen hebben meer vertrouwen in de kwaliteit van de zorg. De artsen en verpleegkundigen zijn bekend in de gemeenschap en als de patiënt geen geld heeft op het moment dat zorg nodig is, is uitstel van betaling nog wel eens te regelen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ongeveer de helft van de armeren zijn zorg betrekt bij particuliere aanbieders.

Verzekeringen voor rijkeren
Lang niet overal zijn mensen voor gezondheidszorg verzekerd zoals in Nederland. De volksverzekeringen die er zijn, zijn meestal gericht op toegang tot de publieke zorgsector. Ze zijn vaak alleen beschikbaar voor mensen met een baan in de formele sector. Deze mensen hebben een relatief hoog inkomen maar maken dus veel gebruik van de schaarse publieke zorg. Per saldo subsidieert de overheid op die manier de zorg voor de rijkeren, terwijl de armeren aangewezen zijn op de particuliere sector.

Met lening zorg verbeteren
Volksgezondheid is een publiek goed waar iedereen toegang toe zou moeten hebben en het is daarom belangrijk dat ook de particuliere aanbieders worden betrokken bij het publieke systeem. Om de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg te verbeteren zijn investeringen nodig. Voor de particuliere sector gaat het dan natuurlijk primair om private investeringen, te beginnen bij de zorgondernemer zelf. Zo kan een de verloskundige bijvoorbeeld een echoapparaat aanschaffen voor haar zelfstandige praktijk. 

Kleine klinieken komen echter niet of nauwelijks in aanmerking voor een lening van de bank. Veel dokters hebben geen goede financiële administratie en bovendien is er geen informatie over de kwaliteit van hun zorgaanbod beschikbaar omdat ze niet onder een officieel kwaliteitssysteem vallen. Bovendien zijn de meeste patiënten niet verzekerd en is daardoor hun omzet ook nog eens onzeker; het is afhankelijk van de financiële mogelijkheden van de patiënten. Kortom, het risico om aan kleine klinieken te lenen is de banken te groot.

Hoe werkt PharmAccess?PharmAccess richt zich met publiek-private partnerships onder andere op het verlagen van risico voor banken om leningen aan zorgverleners te bieden. PharmAccess maakt de kwaliteit van kleine klinieken inzichtelijk en begeleidt de verbetering daarvan – zowel aan de klinische als de zakelijke kant. De organisatie stelt zich vervolgens garant voor leningen aan deze klinieken, zodat de banken hun koudwatervrees kunnen overwinnen. Daarnaast ondersteunt PharmAccess lokale publieke en private verzekeringsprogramma’s omdat uiteindelijk iedereen verzekerd moet zijn van basisgezondheidszorg. Dit slaat aan: verschillende nationale overheden nemen het kwaliteitssysteem SafeCare over en enkele partnerbanken beginnen al leningen te geven zonder dat ze ons Medical Credit Fund daarbij nodig hebben.

PharmAccess maakt het voor kleine zelfstandige gezondheidsklinieken makkelijker om een lening te krijgen. Met zo’n lening heeft de kliniek in het dorp van Flaviana een operatietafel kunnen kopen en meer gekwalificeerd personeel kunnen aannemen. Flaviana en haar gezin zijn inmiddels ook verzekerd en hoeven zich geen zorgen meer te maken dat ze de medicijnen of een dure operatie niet kunnen betalen. Hierdoor hebben ze meer kunnen investeren in hun boerderij, zodat ze nu geiten houden en naast koffie ook mais, bonen en bananen verbouwen. Flaviana heeft vertrouwen in de toekomst.


Dit is deel vijf in de blogreeks over mondiale gezonheid. Lees ook het eerste deel over de veiligheid van jouw groente en deel twee over investeren in moeder- en kindzorg, deel drie over investeren in gezondheidswerkers en deel vier over het rendement van investeren in de zorg.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons