Oeso: ‘Donorlanden moeten meer hulp geven’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Handmade Software, Inc. Image Alchemy v1.13

Nederland  is volgens het DAC-rapport een van de weinige landen die zich houdt aan eerder geformuleerde hulpdoelstellingen. In 2006 gaf Nederland met 0,81 procent van het bruto nationaal inkomen – bijna 4,5 milard dollar – zelfs meer ontwikkelingshulp dan de eerder toegezegde 0,8 procent. Grote achterblijvers blijken Griekenland, Italië en Portugal. Zij moeten hun uitgaven opschroeven met respectievelijk 231, 179 en 160 procent om hun toezeggingen na te komen.

Opgeteld moet de hulp van alle Oeso-landen nog met 12 procent stijgen ten opzichte van de ruim 104 miljard dollar die ze in 2006 samen uitgaven. Dit bedrag blijkt 4,5 procent lager te zijn dan het jaar ervoor, volgens de Oeso de eerste daling sinds 1997.

De Oeso, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, vergelijkt in het DAC-rapport alle beloften van de aangesloten leden met de daadwerkelijk geleverde bedragen. De beloften zijn onder meer gedaan in 2002, op een conferentie in het Mexicaanse Monterrey. En tijdens de G8-top in het Schotse Gleneagles in 2005 waar de rijkste industrielanden zeiden dat ze hun hulp aan Afrika in 2010 zouden verdubbelen.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons