Achtergrond

Moeder- en kindzorg; de basis voor betere gezondheidszorg

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

De basis van monidale gezondheidszorg moet bij moeder- en kindzorg liggen. In de komende 15 jaar kan Nederland daarin een belangrijke rol spelen.

Jan-Willem Scheijgrond is Global Head of Government Affairs Business To Government (B2G) Royal Philips. Hij leidt een wereldwijd netwerk tussen overheden en andere stakeholders dat zich vooral op grootschalige transformaties op het gebied van gezondheidszorg en duurzame verlichting richt. 

Dit jaar lopen de millenniumdoelen af en worden ze vervangen door een nieuwe ontwikkelingsagenda. Er is veel gebeurd sinds deze doelstellingen 15 jaar geleden zijn opgesteld, ook op het gebied van gezondheid. Zo is malaria, HIV/AIDS, en moeder- en kindsterfte teruggedrongen. De nieuwe agenda bouwt de komende 15 jaar verder op die speerpunten, maar definieert ook een bredere aanpak voor gezondheid met intensieve versterking van de gezondheidszorg, zoals infrastructuur, personeel, verzekeringen en data-management systemen. Ik ben ervan overtuigd dat de basis voor versterking van de hele gezondheidszorg bij een optimale infrastructuur voor moeder- en kindzorg moet liggen. Moeders en kinderen vormen immers een belangrijke groep. Van daaruit kan een breder gezondheidszorgsysteem worden opgebouwd voor andere gezondheidsvraagstukken zoals het verstrekken van inentingen en medicijnen, acute zorg, mentale gezondheid, kanker, hart- en vaatziekten.

Veel zwangere vrouwen gaan nu niet naar een kliniek
Volgens UNICEF zou een kind, al voordat het geboren is, minimaal vier keer in aanraking moeten komen met het gezondheidssysteem. Dit is in veel landen niet het geval. Tot de geboorte blijft het dan bijvoorbeeld onbekend of de moeder een tweeling krijgt of  een stuitligging heeft. Het ontbreekt ook vaak aan voorzieningen. Zo is een simpel echo-apparaat  vaak niet beschikbaar. Veel vrouwen zien daarom geen reden om naar hun lokale kliniek te gaan, zeker niet als die ver weg ligt of ze in het donker moeten reizen. Als vrouwen voor moeder- en kindzorg de weg niet naar de lokale kliniek weten te vinden, dan komen ze er voor de latere, andere zorgbehoeften vaak ook niet. Pas als het eigenlijk te laat is, gaan ze naar het ziekenhuis. Een reis die niet alleen tijdrovend en duur is, maar ook regelmatig een fatale afloop kent.

Wereldwijde gezondheid krijgt weinig aandacht in het Nederlandse beleid. En dat terwijl grensoverschrijdende gezondheidsproblemen, zoals antibiotica-resistentie, steeds belangrijker worden. Op Wereldgezondheidsdag presenteerde Kaleidos Research het rapport ‘Health has no borders’ en een filmpje dat in één minuut laat zien hoe onze gezondheid samenhangt met andere delen in de wereld.

Moeder en kindzorg aan de basis
Ik pleit ervoor dat goede moeder- en kind klinieken in de lokale gemeenschappen aan de basis moeten staan van sterkere gezondheidszorg. Met een paar basismaatregelen kan een kliniek voor eerstelijns gezondheidszorg de moeder- en kindzorg enorm verbeteren. Zo heeft Philips een kliniek net buiten Nairobi voorzien van schoon water, elektriciteit (uit zonnepanelen), buitenverlichting, eenvoudige medische apparatuur en een laboratorium. Het personeel werd getraind in een verbeterde, meer klantvriendelijke werkmethode. Het bezoek aan de kliniek nam explosief toe. Ook  de vaders komen  nu mee, omdat ze dankzij een echo-apparaat een plaatje kunnen zien van hun ongeboren kind.

Als mensen de weg naar de kliniek weten te vinden kun je zorg verlenen over de hele levensloop: voor- en na de geboorte, tijdens de eerste vijf jaar, de puberteit, volwassenheid en ouderdom. Iedere fase van het leven vereist een ander type zorg. In Nederland zijn we gewend om toegang te krijgen tot al die zorg via een huisarts. In Afrika zijn er veel te weinig artsen en de artsen die er zijn zijn vrijwel uitsluitend in ziekenhuizen te vinden. De eerstelijnszorg wordt vaak geboden door mensen met een lagere opleiding. Eenvoudig te gebruiken apparatuur, training en coaching kunnen de zorg verbeteren. 

moeder kind sterfte afrika Aanstaande moeders in Ghana. Foto: CC

Hoe groot is de uitdaging? 
Er zijn naar schatting 80.000-100.000 zorgkliniekjes in Afrika. Die zijn voornamelijk gericht op moeder- en kindzorg. De meeste daarvan hebben geen basisvoorzieningen zoals elektriciteit, schoon water en eenvoudige medisch apparatuur. Om de gezondheidszorg bereikbaar te maken voor iedereen zijn naar schatting 200.000 klinieken nodig. Veel overheden in arme landen, zoals in Ethiopië, de Democratische Republiek Congo en Tanzania, beseffen dat ze zelf de verantwoordelijkheid moeten nemen om die basisinfrastructuur aan te leggen. Ze zijn daarbij vaak op zoek naar kennis, een financieringsplan en betrouwbare partners.

In Nederland hebben we de juiste partijen in huis, zoals kennisinstellingen, bedrijven, ngo’s en de overheid om een flink deel van die infrastructuur te kunnen realiseren en op grote schaal te ondersteunen. Juist in ontwikkelingslanden. Nederland is goed in het oplossen van complexe problemen. Op het gebied van water, landbouw, en gezondheidszorg behoren wij tot de beste ter wereld. Laten we die kennis en kunde bundelen om samen met die armste landen goede moeder- en kindzorg in de lokale gemeenschappen op te bouwen als basis voor een verdere versterking van het gehele gezondheidszorgsysteem. Dat moet kunnen in de komende 15 jaar.


Dit is deel twee in de blogreeks over mondiale gezonheid. Lees hier het eerste deel over de veiligheid van jouw groente. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons