Mennonietenboeren helpen hun buren

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
22_Colonia29

Zeg in Asunción dat je naar San Pedro gaat en men kijkt je aan of je wel goed bij je hoofd bent. San Pedro is niet alleen de armste streek van Paraguay, maar ook de gevaarlijkste. De kranten in de hoofdstad staan bol van de zoveelste ontvoering in dit achtergestelde gebied zo’n driehonderd kilometer ten noordoosten van de hoofdstad.

‘Ontvoeringen, overvallen, illegale houtkap, marihuana-plantages, bewapende knokploegen van grootgrondbezitters’, somt een Paraguayaanse architect de redenen op om San Pedro links te laten liggen. ‘Oh, en er zijn ook journalisten vermoord’, voegt hij eraan toe, net voordat de buschauffeur me tot instappen maant.

Het doel van de reis is om kennis te maken met de Cooperativa Vecinal San Pedro (Covesap), ofwel het burensamenwerkingsprogramma van San Pedro. Een programma voor armoedebestrijding, dat bedacht, uitgevoerd en betaald wordt door tweehonderd families die samen in San Pedro de mennonietenkolonie Friesland vormen. Jaarlijks leggen deze doopsgezinde boeren drie procent van de opbrengst van hun sojaoogst opzij om hun buren te helpen. Zevenhonderd families zouden door dit programma worden geholpen.  

Tempo
In Paraguay, waar corruptieschandalen van zogenaamde ngo’s aan de orde van de dag zijn, wordt Covesap aangehaald als een modelprogramma. Volgens de Nederlandse hulporganisatie Wereldwerk, een sponsor van Covesap, zijn de resultaten van het programma ‘verbazingwekkend’. ‘Het is een radicaal ander antwoord op de toenemende criminaliteit’, zegt Jaap de Graaff, die tot voor kort aan de doopsgezinde organisatie verbonden was.

Het programma kenmerkt zich door het gestage tempo waarmee het wordt toegepast en door de lange-termijndoelen. Door de boeren zelf het tempo van de begeleiding te laten bepalen, proberen de mennonieten een duurzaam programma van de grond te krijgen.

Victor Kliewer is de jonge doopsgezinde boer die leiding geeft aan Covesap. In een goudglimmende SUV scheurt hij over rode kleiwegen van boerderij naar boerderij. ‘Wij stellen twee principes centraal’, zegt Kliewer. ‘Eigen initiatief en autogestión.‘ Dat laatste omvat zowel gemeenschappelijk zelfbestuur als management door de werkers zelf.  

22_Colonia32

Antonio Diaz plant tegenwoordig
peulvruchten die stikstof in de grond
fixeren en ook als veevoer dienen

Leiderschap
Die twee principes uiten zich in de keuze van projecten en in de manier van begeleiding. Kliewer: ‘Ten eerste voeren we alleen projecten uit die mensen zelf willen. In het verleden bedacht de regering iets, bijvoorbeeld dat iedereen varkens moest houden. Dan deelde ze zeugen met biggetjes uit, die meteen in de pan verdwenen. Dat werkt dus niet.’

Een andere pijler van hun methode is het aanmoedigen van leiderschap door middel van trainingen voor jonge boeren. Ook wordt een getrapt systeem van kennisoverdracht gebruikt. Covesap rekruteert vooruitstrevende boeren ofwel campesino’s uit de omgeving en ondersteunt ze met kennis en infrastructuur. Deze ‘technici’ moeten op hun beurt weer hun eigen buren nieuwe landbouwmethodes bijbrengen. Dat doen ze volgens Kliewer om te zorgen dat de boeren niet afhankelijk worden van de mennonieten en omdat de  methodes op die manier sneller worden geaccepteerd.

‘Als wij een campesino bij ons op de kolonie uitnodigen en hem vertellen hoe hij voortaan moet gaan planten, dan werkt dat niet. Dan zeggen ze: "Maar jij bent blank. Natuurlijk groeit het op jouw erf wel",’ beweert Ferdinand Regehr, een medewerker van Covesap, die de vorming van een boerencoöperatie op zich heeft genomen.  

Open dag
De taak van een technicus is tweeledig. Eerst past hij de door Covesap voorgestelde landbouwmethodes toe op zijn eigen erf. Dat kan variëren van het planten van verschillende fruitbomen, tot de introductie van stikstoffixerende gewassen om de grond vruchtbaarder te maken tot de aanleg van een eigen visvijver.

Elpirio Peralta is zo’n technicus. Zijn boerderij van twintig hectare lijkt wel een landbouwtentoonstelling waar innovatieve vruchtwisselingen, landbosbouw, direct zaaien en andere agrarische vernieuwingen worden toegepast. Het dient allemaal om de vruchtbaarheid van de grond te vergroten en afhankelijkheid van de buitenwereld te verkleinen.

‘Door deze technieken heb ik drie keer meer inkomen’, meent Peralta. Zijn vrouw en dochter maken kaas, dankzij een beter ras melkkoe. Hij heeft zelfs een vijver waarin vijfhonderd tilapia-vissen zwemmen. Wanneer de technicus de nieuwe toepassing eenmaal onder de knie heeft en de opbrengsten van zijn werk zichtbaar worden, organiseert Covesap een open dag bij hem of haar thuis. De buren worden uitgenodigd om een kijkje te nemen. ‘Die zien dat op een aangrenzend stuk grond iemand net als zij met gelijke middelen daartoe in staat is’, legt Kliewer uit.

‘Vroeger deelde de regering biggetjes uit, maar die verdwenen meteen in de pan’  

Dan pas volgt de toepassing voor die boeren die geïnteresseerd zijn in het project. Wie meedoet krijgt begeleiding van een technicus. ‘Meestal zijn er in het begin maar een paar boeren die het aandurven’, aldus Kliewer. ‘Pas wanneer de anderen zien dat het ook lukt bij buren die geen technici zijn, willen ze het wel proberen.’

De eersten die zich de nieuwe technieken eigen maken worden ook voorbeeldboeren. Op den duur moet een boerencoöperatie ontstaan, die de productie en de verkoop voor haar leden regelt. Regehr, die boekhouder van de coöperatie is: ‘Het geld regelen wij nog, anders gaat het mis.’

Op het eerste gezicht botst de paternalistische houding van de mennonieten met hun beweringen dat ze hun buren zo snel mogelijk onafhankelijk willen maken. Maar ze houden vol dat het niet anders kan. ‘Onze families lachten ons uit toen we hiermee begonnen’, zegt Kliewer. ‘Ze zeiden dat de campesino’s alles zouden stelen en kapotmaken. Wij hebben laten zien dat dat niet zo is. Maar het duurt nog wel jaren voordat de veranderingen blijvend worden.’

De lange-termijnopzet blijkt ook uit de naam die de oprichters van Covesap kozen.  ‘Dat we het een "programma" noemden in plaats van een "project", was cruciaal’, beweert Kliewer. ‘Want projecten lopen ooit af, dat weet iedereen. Maar een programma heeft een open einde. Voor de deelname van de campesino’s was het idee dat het niet overmorgen zou aflopen, heel belangrijk.’  

22_Colonia16

Verschil in kavels:
rechts het erf van technicus Elpirio Peralta

Bikkelhard
Een andere peiler van de mennonietenaanpak is: niets weggeven en geen subsidies. ‘Gratis uitdelen schept een mentaliteit van afhankelijkheid en bedelgedrag’, aldus Regehr. ‘Maar wat gewonnen is met eigen werk, geeft waardigheid.’

De mennonieten zijn boven alles antirevolutionair. Voor hen heeft armoede niets te maken met de oneerlijke verdeling van de grond in Paraguay. ‘De armoede op het platteland heeft een mentale en culturele oorzaak – geen fysieke of materiële’, stelt Victor Kliewer. Oftewel, met hard werken kom je er wel.

Toch is 77 procent van de Paraguayaanse landbouwgrond in handen van één procent van de bevolking. Volgens de regering van president Fernando Lugo is landbezit cruciaal voor de welvaart van een gezin in Paraguay, een land dat verder nauwelijks industrie kent. Hij heeft dan ook een landhervorming voorgesteld, wat de mennonieten met argwaan aanzien.

De doopsgezinde boeren houden vol dat armoede vooral het gevolg is van een verkeerde instelling. ‘Kijk nou naar dat huis’, zegt Kliewer, wijzend naar een bescheiden houten woning langs de weg. ‘Daar staan twee motoren voor de deur, terwijl ze er maar één nodig hebben. Dat soort verspilling tref je overal aan.’

De mennonieten zelf varen wel bij hun rationele aanpak en bikkelharde arbeidsethos. Dankzij hun harde werk en vindingrijkheid, en geholpen door de torenhoge graan- en vleesprijzen op de wereldmarkt gaat het deze tweehonderd blanke boerenfamilies zeer voor de wind.

De kolonie Friesland – mennonieten zijn vernoemd naar de Friese zestiende-eeuwse priester Menno Simons – bestaat uit vijftienduizend hectare grond waarop met zeer moderne machines wordt gewerkt. Ze omarmen de nieuwste technieken en in tegenstelling tot andere doopsgezinde groepen, zoals de amish in de Verenigde Staten, staat de kerk hen het bezit van auto’s en zelfs bijvoorbeeld het drinken van bier toe.  

Eigenbelang
‘Mennonieten staan bekend als harde werkers en eerlijke mensen’, aldus econoom Mario Romero Lévera, die een boek over de doopsgezinde gemeenschappen in Paraguay schreef. ‘Maar ze vertrouwen mensen van buiten hun eigen gemeenschap nauwelijks en werken het liefst alleen met geloofsgenoten.’

Het is dan ook niet uit belangeloze naastenliefde dat de bewoners van Friesland zich zo uitsloven voor het welzijn van hun buren. Daarvoor moest San Pedro eerst het gevaarlijkste deel van Paraguay worden.

‘Covesap ontstond uit eigenbelang’, vertelt Kliewer. ‘Het geweld op het platteland nam steeds toe. De enige manier om het probleem van de criminaliteit aan te pakken was door samen te werken en onze buren te leren boeren.’  De Mennonieten willen naar eigen zeggen een ‘welvaartsbuffer’ om hun gemeenschap heen creëren.

In hoeverre het succes van het programma een blijvend zal zijn, is maar ten dele te voorspellen. Een goede indicatie is dat sinds het programma is begonnen, de emigratie uit de streek is gedaald van 7,2 procent naar 2,2 procent. De werkeloosheid is ook sterk afgenomen: van 238 naar 8 personen in de eerste twee jaar van het programma, volgens eigen cijfers van Covesap. Het gemiddelde inkomen zou met 75 procent zijn toegenomen.

De boeren die nauw betrokken zijn bij Covesap lijken tevreden. Antonio Diaz bijvoorbeeld. Hij past met behulp van de technicus Elpirio Peralta verbeterde landbouwmethodes toe. Al vier jaar ploegt hij niet meer, maar zaait in plaats daarvan direct met een moderne zaaier die achter zijn paard kan. Dat scheelt hem in tractorkosten. En door peulvruchten te planten voordat hij cassave plant, neemt de vruchtbaarheid van zijn akkers toe.

‘Voorheen plantte ik elk jaar katoen, brandde het stoppel af en ploegde opnieuw. De grond raakte steeds verder uitgeput’, zegt Diaz tijdens een rondleiding over zijn erf. ‘Vroeger wisten we niet dat je zo moest planten.’ 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons