Kappen in het regenwoud

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Zes van de tien supermarktproducten bevatten het, meestal onder de noemer ‘plantaardige oliën’. Palmolie doet het ook goed als biobrandstof, voor elektriciteitscentrales bijvoorbeeld. En aangezien Nederland zijn CO2-uitstoot moet verminderen, willen we alleen maar meer van deze olie – net als de rest van de wereld. 

De productie stijgt dan ook flink. Tussen 1995 en 2011 verdrievoudigde de wereldproductie van palmolie, tot 50 miljard kilo; 85 procent daarvan leveren Indonesië en Maleisië. Ook in Thailand, Nigeria en Guatemala stijgt de teelt van de Palma Africana. 

Palmoliebomen gedijen rond de evenaar, waar de regenwouden liggen. Volgens Greenpeace worden elk uur driehonderd voetbalvelden aan oerwoud gekapt voor palmolieplantages. “Soms worden dorpen weggebuldozerd, of staan boeren onder druk hun land af. Vaak eindigen ze dan als arbeider op de plantages, met vaak slechte werkomstandigheden”, zegt beleidsadviseur Sandra Seeboldt van Oxfam Novib. 

Nederland wil daarom meer duurzame palmolie. Daar is zelfs een Task Force Duurzame Palmolie voor opgericht, maar de regels voor het produceren van duurzame palmolie worden lang niet altijd nageleefd, zag fotograaf Mark Nozeman in de jungle van Guatemala.  

Foto’s: Mark Nozeman

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons