Column

Kafka en de fietser

Esra Dede blogt voor OneWorld over alles wat haar opvalt. Het oppassen op de kat van een vriendin en een fietsende kraker die bleef logeren, brachten haar nieuwe inzichten. “Ineens realiseer ik me dat ik volwassen word en valt alle zwaarte van me af.”

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
“Zijn naam is Kafka en hij blijft twee weken bij je slapen”, appte een vriendin een paar weken geleden. Ze stuurde een foto mee. Zijn blauwe ogen sprongen eruit en ik was meteen verkocht. Natuurlijk mocht deze kitten bij mij logeren. Een droom kwam uit, dat heb ik altijd al willen meemaken: een kat in huis. Totdat hij arriveerde. Een bange en geschrokken pluizenbol lag te trillen in mijn armen. Ineens woog mijn tijdelijke verantwoordelijkheid zwaar op mijn schouders. Toen ik Kafka losliet, rende hij naar een van de hoeken van mijn kamer. In paniek probeerde ik hem daar weg te halen. Wat als hij iets inslikte dat daar op de grond lag? Wanneer heb ik voor het laatst onder de bank gestofzuigd? “Ik hoop dat hij deze twee weken overleeft”, zei ik tegen de vriendin.

Ik heb altijd een moeilijke verstandhouding gehad met dieren. Al mijn huisdieren vonden mijn vader namelijk leuker. Van het dwergkonijn tot de goudvis: hij was hun favoriet. Ik mocht wel in hun buurt zijn, maar daar hield het mee op. Nu zag ik dezelfde signalen. Wat als deze kitten mij niet aardig zou vinden? Wat als hij mij de komende weken niet zou accepteren? Daar ging mijn fantasie van een warme begroeting bij thuiskomst. Dat triggerde veel onzekerheden in mij. Onzekerheden over liefde geven en ontvangen. De tweede dag leek het al beter te gaan. Ik lag op mijn yogamat, midden in mijn kamer. Langzaam bewoog Kafka zich naar me toe, totdat hij met zijn neusje mijn wenkbrauw kon aanraken. First contact.

 

Kafka en onze kafkaëske gast hadden de tijd van hun leven in mijn kamer

Op de derde dag nam ik iemand mee naar huis, iemand die in mijn ogen even jong was als Kafka: een fietser die duizenden kilometers heeft afgelegd om Amsterdam te bereiken. Dit was de eerste echte stop in zijn fietstour door Europa. Hij is kraker en straatartiest. Zijn onthechte houding in het leven beviel Kafka en mij wel. We lagen onder de dekens terwijl Kafka onze ledematen probeerde aan te vallen. Kafka en onze Kafkaëske gast hadden de tijd van hun leven in mijn kamer. Dag in dag uit waren ze samen. Dag in dag uit verzorgde ik ze, totdat ze allebei meer dan een week in mijn kamer woonden en het gewicht op mijn schouders nog zwaarder was geworden. “Ik wil hier blijven, ik ben klaar met reizen, ik kies voor Amsterdam”, zei de fietser op de zevende nacht. Ik keek naar Kafka. Hij lag naast mij op mijn kussen met zijn kopje zo dicht mogelijk tegen mijn gezicht aan gedrukt. De liefde die ik verwacht had niet te krijgen, kreeg ik nu in een overstelpende hoeveelheid over me heen. “Je moet gaan”, zei ik.

Nu breng ik mijn laatste avonden met Kafka door. We spelen, eten en slapen samen, onze kopjes tegen elkaar aan gedrukt. Een zoete tijdelijke verbinding, maar ik moet straks afscheid nemen, zoals ik ook heb gedaan met onze derde huisgenoot. De jonge fietser die in mijn schoot viel, mij liefde gaf en mijn advies heeft ontvangen. Hij zal binnenkort weer verder fietsen met de belofte me elke maand een mailtje te schrijven. Ik moet ze allebei loslaten, nu ik weet dat ik ze kan vasthouden. Het is een van de tientallen inzichten die de afgelopen twee weken groeiden. Het is de ruimte die mijn vader me gaf. Het zijn grenzen en het is angst. Ik realiseer me dat ik volwassen word. En plotseling valt alle zwaarte van me af.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons