Gemengd beeld van Afrika in 2016

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Er zijn wel eens prettiger momenten geweest om het over ‘globalisering’ te hebben. De woorden hierboven schreef ik in januari van dit jaar. Ik had het toen over de ‘nervositeit’ in de oude wereld, en hoe die ook haar effecten elders kon hebben.

Nou, dat hebben we dus geweten. En nee, 2016 was geen 1933; 2016 was 2016. De geschiedenis, zo is gezegd, herhaalt zich niet, maar rijmt wel. Ook dat laatste zal in dit geval nog moeten blijken.

Was het een goed jaar voor de landen in Afrika? Ik vrees van niet. Zeker, in Ivoorkust lijken economisch de bomen in de hemel te groeien. In Ghana werd deze maand weer eens bewezen dat als het volk een nieuwe leider wil, de verliezende president daar geen politiek stokje voor zal steken. Maar op veel andere plekken is het beeld een stuk gemengder, zo niet somberder.

In Ivoorkust lijken economisch de bomen in de hemel te groeien

Aan veel van wat fout gaat, hebben landen in Afrika lang niet altijd zelf schuld. Dalende olieprijzen, verminderde vraag naar grondstoffen: het zijn factoren waarover maar heel weinigen hier in het continent direct zeggenschap hebben. Een Afrikaanse leider die dat wel zou willen, zo is onlangs weer eens duidelijk verteld, staan slechts beperkt middelen ter beschikking.

Maar zie het ook zo. ‘Droogte’ is een natuurramp. Een daarop mogelijk volgende ‘hongersnood’ is in vrijwel alle gevallen een door mensen gemaakte ramp. Over het eerste heb je soms weinig of niets te beslissen, net als over dalende olieprijzen. Over het tweede bijna altijd heel veel.

Hoe dan? Door een sterke leider te zijn? Nee, maar wel door als leider te zorgen voor sterke instituten. Door zo sterk te zijn als leider, dat je jezelf feitelijk overbodig maakt.

Goed, dat is de bekende theorie. De praktijk gaat als volgt.

Vorige week kwam ik het trapportaal van mijn flat binnen, toen ik een kolibrie wanhopig tegen de ramen aan zag fladderen. Ik weet niet hoe hij binnen was gekomen; hij wist niet hoe hij buiten moest komen. Een van de ramen kon open. Dus zette ik het open. Maar in zijn paniek zag het vogeltje zijn vluchtweg niet.

Zij zag mijn gestuntel even aan en dreef de kolibrie toen naar een hoek

Nu was het aan mij het beestje voorzichtig vast te pakken en naar buiten te geleiden. Maar zoals dat gaat bij mij en nerveuze dieren: hun schrik slaat op mij over. Ik had er duidelijk geen greep op en besloot op zoek te gaan naar Alex, de ‘manager’ van mijn appartementenblok. Hij is ‘het instituut’, hij zou er wel raad mee weten.

Achter mij stond een dame die bij een van mijn buren als hulp in de huishouding werkt. Zij zag mijn gestuntel even aan, dreef de kolibrie toen naar een hoek, legde in alle rust haar hand over hem heen, en liet hem door het open raam zijn vrijheid hervinden.

Zo doe je dat.

Houdt deze mevrouw zo veel van dieren, dat zij haar eigen schrik kan overwinnen en de vogel kan helpen? Ik denk het niet. Volgens mij is zij niet in de grote stad, maar in een dorp geboren en opgegroeid. En weet zij dat als zij de vogel niet ‘uit haar huis’ jaagt, het beest in zijn paniek voor grotere problemen kan zorgen.

Op de steun van een ‘Alex’ wenste zij niet te wachten. Zij nam zelf het inititatief. ‘Nervositeit’ in de oude wereld? Daarom kan zij slechts lachen. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons