‘Effect toerisme op arme landen overschat’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

 

Woensdag begint in Utrecht weer de jaarlijkse Vakantiebeurs, het moment voor veel Nederlanders om te kijken of het dit jaar kamperen in Frankrijk wordt of misschien toch een safari naar Kenia. Reizen naar verre landen zijn steeds meer in trek en als je organisaties als de World Tourism Organisation van de Verenigde Naties mag geloven, lever je daarmee als toerist een bijdrage aan de economische groei van het land dat je bezoekt. Ook steeds meer ontwikkelingsorganisaties zoals Cordaid hebben het toerisme ontdekt als hefboom voor ontwikkeling. Vooral voor de allerarmste landen heeft toerisme echter maar een gering effect op de economie, stelt Paul Peeters, lector duurzaam toerisme aan de hogeschool voor toerisme in Breda. Peeters: “In sommige gevallen kan toerisme voor de allerarmsten zelfs een averechts effect hebben.” 

 

Crisis tempert reislust niet
Hoewel het aantal boekingen door de kredietcrisis vooralsnog iets achterblijft, lijkt de reislust van de Nederlanders niet getemperd. Uit onderzoek van TNS-NIPO in opdracht van brancheorganisatie ANVR blijkt dat 80 procent van de Nederlanders van plan is om evenveel of zelfs meer aan vakantie uit te geven dan het afgelopen jaar. 15 procent van de Nederlanders zegt een verre reis te maken.

Volgens Peeters wordt te pas en te onpas over de gunstige effecten van toerisme op armoedebestrijding gesproken maar ontbreekt het aan gedegen onderzoek naar de effecten van toerisme op de economie van ontwikkelingslanden. Peeters: “Er wordt dan bijvoorbeeld gezegd dat toerisme voor 83 procent van ontwikkelingslanden een belangrijk exportproduct is en voor een derde van de ontwikkelingslanden zelfs het belangrijkste exportproduct. Maar voor veel arme landen maakt de export maar een gering deel uit van de economie en heeft toerisme nauwelijks toegevoegde waarde voor de economische groei.”

 

Geld lekt weg
Een studie die Peeters samen met onderzoekers uit Duitsland en Canada schreef, gaat in tegen de veronderstelling dat de inkomsten uit de groei van toerisme automatisch doorsijpelen naar de allerarmsten. Terwijl de groeiende stroom toeristen wel een grote bijdrage aan het broeikaseffect levert, valt de bijdrage aan de armoedebestrijding in het arme land te verwaarlozen. “In sommige gevallen kan een klein aantal backpackers de allerarmsten meer inkomsten opleveren dan een grote stroom reizigers,” schrijven de onderzoekers. Al die toeristen spekken weliswaar de staatskas, maar sommige overheden spenderen het geld dat zij ontvangen liever aan militair materieel dan aan scholen of ziekenhuizen. Bovendien zijn hotelketens vaak in handen van buitenlandse partijen die meestal belastingvoordelen weten te bedingen. Veel geld lekt dus weg naar het buitenland. Daarnaast kan toerisme met name in kleine landen die grote stromen reizigers te verwerken krijgen, zelfs marktverstorend werken doordat het de prijzen voor basisgoederen, zoals vis, opdrijft. Zo heeft toerisme zelfs een averechts effect voor de allerarmsten. Maar levert toerisme dan geen werkgelegenheid op? “Jazeker,” stellen de onderzoekers, “maar dat hoeft niet automatisch te betekenen dat het ook een bijdrage levert aan armoedebestrijding omdat de lonen vaak minder zijn dan twee dollar per dag.”

 

Binnenlands toerisme

Peeters: “Andere onderzoeken wijzen uit dat toerisme wel degelijk een effect kan hebben op de economische groei, maar dat geldt vooral voor landen die economisch al in de lift zitten, zoals Thailand. Maar uit een studie naar de impact van toerisme op armoedebestrijding in Thailand blijkt weer dat die groei de inkomensongelijkheid in het land juist heeft vergroot. De landbouw – traditioneel een sector waarin veel arme mensen werken – is achtergebleven bij de ontwikkeling van het toerisme dat zich vooral in de kustprovincies afspeelt. Wil je met toerisme echt iets betekenen voor de allerarmsten dan zou je het platteland veel meer een boost moeten geven.”

 

Veel duurzame toeristische organisaties zoals Sawadee nemen hun reizigers mee naar het platteland en bezoeken bijvoorbeeld coöperaties van fairtrade koffieboeren. Is dat wat Peeters bedoelt? “Dat is al beter dan veel mainstream toerisme, maar die reizigers hebben met hun vliegreis de nodige schade aan het klimaat bijgedragen. Het akelige is dat klimaatverandering door water- en voedseltekorten, tot veel meer armoede zal leiden. Eigenlijk zou het het beste zijn als het binnenlands toerisme in arme landen meer tot ontwikkeling kwam, maar helaas is daar nog maar weinig aandacht voor.”

 

Nederlanders die toch iets willen betekenen voor een arm land kunnen volgens hem maar beter dichtbij huis op vakantie gaan en het geld dat ze uitsparen overmaken naar een goed doel. “Wil je dan toch graag weg, maak dan één keer een lange verre reis en hou het verder dichtbij huis.”

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons