Biobrandstoffen: groot potentieel, nog grotere uitdagingen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

"Nu de hele wereld geconfronteerd wordt met de klimaatverandering, is er een enorm potentieel voor hernieuwbare energiebronnen," zei Salvador Namburete, de minister van Energie van Mozambique op het eerste jaarlijkse Afrikaanse Congres voor Biobrandstoffen in het Zuid-Afrikaanse Durban.

Everything But Arms
De Europese Unie heeft beslist dat het verkeer en de industrie tegen 2020 tien procent biobrandstoffen moeten gebruiken. Volgens de Europese commissaris voor Landbouw zal waarschijnlijk een vijfde daarvan moeten worden ingevoerd. Europa geeft daarvoor de voorkeur aan de Minst Ontwikkelde Landen (Least Developed Countries of LDC's) onder het 'Everything But Arms'-initiatief. Biobrandstoffen uit die landen kunnen Europa vrij van Afrika2tol of quota binnenkomen. Momenteel gaat het om vijftig veelal Afrikaanse landen, waaronder Mozambique. 

Afrikaanse producenten van biobrandstof kunnen ook terecht op de Noord-Amerikaanse markt onder de African Growth and Opportunities Act, het antwoord van Washington op het Europese initiatief. Ook andere markten zoals Japan en een handvol Afrikaanse landen zijn geïnteresseerd in biobrandstof.

Mogelijkheden zijn er dus genoeg, maar overal in Afrika is er een gebrek aan transportinfrastructuur. "Dat drukt op de mogelijkheden voor het gebruik van biobrandstoffen," zegt Vinesh Moodly, manager voor D1 Oils Africa, een bedrijf in Johannesburg. "Je kunt de brandstoffen produceren, maar als je ze niet bij de eindgebruiker kunt krijgen tegen een redelijke prijs, heeft het geen zin."

Gebrekkige infrastructuur
Ook Brazilië, 's wereld grootste uitvoerder van ethanol, een biobrandstof op basis van suikerriet, kampt met een gebrekkige infrastructuur. Daardoor dalen ook de prijzen: omdat uitvoerders bij gebrek aan havenfaciliteiten gedwongen worden om hun voorraden te verkopen. De Braziliaanse oliereus Petrobras en lokale producenten onderzoeken nu de mogelijkheid om pijpleidingen aan te leggen tussen verschillende deelstaten. Zo kunnen ze transport via het gebrekkige spoorwegnetwerk vermijden. 

Mozambique werkt volgens minister Namburete nu al aan een 450 kilometer lange pijplijn van Maputo naar Zuid-Afrika en aan opslagtanks voor vloeibaar gas in Beira, de op een na grootste stad van het land. De meeste Afrikaanse landen met een potentieel voor biobrandstofen beschikken evenwel niet over zeehavens of over de infrastructuur om de brandstof over land uit te voeren. Er zijn ook geen onmiddellijke investeringsplannen zoals in Mozambique. 

Landbouwgrond
"Een andere belangrijke vraag is: hoe kunnen ervoor zorgen dat de toewijzing van land goed opgevolgd wordt ?" zei Namburete. "We hebben 36 miljoen hectare landbouwareaal en tot twee jaar geleden werd op amper vijf miljoen hectare daarvan geproduceerd. Intussen hebben we enkel voor biodiesel al aanvragen voor vijf miljoen hectare. De uitdaging bestaat erin het land op de juiste manier toe te wijzen en er ook voor te zorgen dat er ook effectief biobrandstoffen geproduceerd worden". 

Daarnaast komt het er ook op aan een juiste balans te vinden tussen de productie van biobrandstoffen en voedselproductie. Volgens Namburete kan 36 miljoen hectare landbouwgrond gebruikt worden voor de productie van biobrandstoffen "zonder de voedselproductie te bedreigen". Nog eens 41 miljoen hectare minder vruchtbaar land is geschikt voor de productie van Jatropha, een boom met oneetbare zaden die gebruikt kunnen worden voor de productie van biodiesel. 

Voedselvoorziening
Volgens Justin Vermaak, CEO van de Verus Company Group in Durban, is het erg belangrijk dat de projecten de voedselvoorziening niet in het gedrang brengen. "In een land als Zimbabwe is het natuurlijk onmogelijk om zo'n project op te starten. Hoe kunnen we biobrandstoffen produceren waar er niet genoeg voedsel is? We moeten gewassen zAfrika1oeken die niet concurreren met voedingsgewassen."

Verschillende Afrikaanse landen ontwikkelen een beleid om staatsinstellingen en commerciële bedrijven te helpen de productie van biobrandstoffen op te starten en soms om lokale markten te openen. Kleine landen zoals Rwanda, dat niet aan de zee ligt en lijdt onder de hoge importkosten voor petroleum, willen biodiesel gaan produceren voor lokaal gebruik. 

"Wie in Afrika aan de ontwikkeling van biobrandstoffen werkt, houdt die informatie angstvallig geheim," zegt Vermaak, "Men denkt dat elk beetje informatie commercieel voordeel oplevert. Dat is onzin. Deel de kennis en we zullen er allemaal beter van worden."

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons