Aandacht is goed!

Illustratie: Farhad Foroutanian

In vliegende vaart presenteerde Bert Koenders de afgelopen weken zijn nieuwe plannen. De sector viel vervolgens en masse over zijn woordgebruik. Want Koenders vatte een van zijn vijf hervormingspunten samen onder het kopje ‘de hulpindustrie openbreken’.

Vreemd genoeg bleek niet dat openbreken zelf bezwaarlijk, maar wel die industrieterm. Daar werd bij ettelijke koffieautomaten in de sectorale wandelgangen, en vervolgens door verschillende woordvoerders in de tweede kamer, druk tegen geageerd. Want Koenders’ woordkeus leek een negatieve normering van de Nederlandse hulporganisaties.

De term ‘hulpindustrie’ wordt namelijk al jaren door critici gebruikt als scheldwoord voor de sector. In sommige kringen staat ‘industrie’ immers voor alles wat vies is en verwerpelijk. Het bijbehorende standpunt is dat hulporganisaties vooral opkomen voor hun eigen inkomsten en belangen, en door hun inzet de werkelijke aard van de armoede en een mogelijke oplossing verdoezelen.
Grofweg.
De gevoeligheid van het aldus beladen geraakte begrip leek minister Koenders niet te bevatten. ‘Welnee’, pareerde hij, ‘ik waardeer de inzet van ons maatschappelijk middenveld juist hogelijk.’ De minister dacht met de term hulpindustrie een neutrale verzamelnaam te gebruiken voor alle organisaties die zich met hulp bezighouden, inclusief de multilaterale instellingen. Dat is in het Engels wel gebruikelijker, want daar wordt de term industry gebruikt voor alle marktgerichte activiteiten, inclusief bijvoorbeeld diensten. Zegt Wikipedia. Terwijl wij hier in de polder bij industrie toch vooral denken aan de machinale bewerking van grondstoffen in een bedrijfspand met schoorstenen. Tja. Bert Koenders blijkt gewoon een beetje losgeslagen van het Nederlandse veld. Is dat erg?

Uiteindelijk verhult het benamingsmisverstand vooral wat er werkelijk aan de hand is. We lijken lamgeslagen door het golfje kritische artikelen van de afgelopen maanden. We hebben het gevoel dat we in een halfrot lekkend houten bootje drijven, midden in een zinderende zee vol parmantige piraten en hongerige haaien die wellustige happen nemen uit de dingen waar wij in geloven.

En dan hangen er ook nog eens honderd mediahelikopters met spotlichten boven ons hoofd. Hun hevig wentelende wieken wakkeren de golven aan tot woeste hoogte. Op enige afstand passeert de volgeladen tanker waarmee kapitein Koenders op weg is naar het volgende topoverleg. Kapseizen we in zijn kielzog of klimmen we aan boord? Waarschuwen wij hem waar de scherpste klippen zijn in het stuk van de zee dat we zo goed kennen en vertellen we hem over de veilige havens? Of gaan we in een hoekje zitten mokken over zijn woordkeuze?

Bekijk het eens andersom. Weet u, het gaat eigenlijk héél erg goed met de hulpsector. Want we staan zowaar weer in het middelpunt van de belangstelling. Laten we die dan ook gebruiken om echt te laten zien wat we allemaal doen en waarom. Vertel uw verhaal waar u maar kunt. Stuur eens een stevig essay naar de krant, reageer op online discussiefora, en sta trots uw mannetje op feesten en partijen. Gebruik de golven om verder te varen. Kop op. U kunt het.  

Evelijne Bruning,
hoofdredacteur Vice Versa
evelijne@viceversaonline.nl

P.S. Langs deze weg wil ik graag onze uitgever MDF heel hartelijk danken voor alle inspanningen in het afgelopen jaar. Het was een eer en een genoegen om met jullie te mogen samenwerken.  

P.P.S. Vanwege een scherpe bezuiniging moeten we in 2009 helaas afscheid nemen van onze redacteur Eugène van Haaren. We zullen je vreselijk missen.