Achtergrond

Broodnodig stof

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Vliegreizen, het zijn en blijven vreemde ervaringen. Afgelopen middernacht was ik nog in Dakar, vier uur knikkebollen later stapte ik uit in Ouagadougou, hoofdstad van Burkina Faso. Sindsdien wandel ik hier rond alsof mijn hoofd is achtergebleven in de wolken. In deze wazige stemming moet ik altijd denken aan ‘Songlines’, het boek van reisschrijver Bruce Chatwin over de Australische aboriginals. Hierin biedt Chatwin een lopende aboriginal een ritje aan in zijn auto. De aboriginal weigert omdat hij vreest dat zijn ziel zijn rijdende lichaam niet zal kunnen bijhouden. Ik begrijp die aboriginal wel.

Maar goed, Burkina Faso, ofwel ‘land van de eerlijke mensen’. Deze schilderachtige naam dankt het land aan de legendarische legerkapitein Thomas Sankara. Diens status van halve heilige lijkt op het eerste gezicht vreemd, want Sankara greep in 1982 de macht via een bloedige coup. Maar in de jaren die volgden kreeg hij de economie op gang en bracht hij Burkina Faso’s financiële huishouding op orde. Onder Sankara was Burkina Faso een van de weinige Afrikaanse landen die economisch groeide.

Sankara heeft niet lang kunnen genieten van zijn bestuurlijke successen, want in 1987 viel hij op zijn beurt ten prooi aan een coup. Vlak buiten Ouagadougou – de coolste hoofdstadnaam die ik ken, maar dat terzijde – werd Sankara vermoord. Sankara’s vroegtijdige dood speelt ongetwijfeld een rol in zijn verering, want over de doden niets dan goeds. Wie weet, als Sankara aan de macht was gebleven was hij uiteindelijk misschien wel toegetreden tot dat eindeloze leger nobele-revolutionairen-die-eindigen-als-wrede-dictators.

Feit is dat Burkina’s opbloei lang en breed verleden tijd is. Al jaren behoort het tot ‘s werelds allerarmste landen. En 2012 dreigt een slecht jaar te worden, want sinds dit jaar worstelt het land met de hongercrisis die in heel de Sahel steeds nijpender wordt. Bovendien moet Burkina ook nog eens onderdak bieden aan meer dan 60.000 Malinezen, die het noorden van hun land zijn ontvlucht nu dat wordt overheerst de door godsdienstwaanzinnige barbaren die momenteel bezig zijn Timboektoe te slopen.

Om te schrijven over deze problemen ben ik in Burkina. Op uitnodiging van Save the Children, de grootste kinderrechtenorganisatie ter wereld, die hier talrijke programma’s runt om de crisis het hoofd te bieden. De komende dagen krijg ik het allemaal te zien. Vluchtelingenkamp Somgande: bezoek behandeling van acute ondervoedingsgevallen. Vluchtelingenkamp in de Sahel: onderwijs in tijden van nood. Dorp Samba: bezoek van gezinnen met ernstig ondervoede kinderen. Ik zie best op tegen de confrontatie met al deze menselijke ellende, maar wil het straks wel graag aan een zo groot mogelijke klok hangen.

Niettemin opereer ik volgens sommigen in journalistiek grijs gebied. Save the Children betaalt hier namelijk mijn reis- en verblijfkosten, en kan ik in zo’n geval nog wel objectief over de organisatie schrijven? Ik pretendeer van wel. Bovendien gaan mijn artikelen straks ook niet primair over Save the Children, maar over het leed dat mensen hier lijden, over de beste manier om hen te helpen en over het voorkomen van toekomstige catastrofes.

Vast staat in elk geval één ding: zonder Save the Children (of een vergelijkbare organisatie) had ik deze trip nooit kunnen ondernemen, financieel niet en logistiek niet. En alleen door hier met eigen ogen rond te kijken kan ik straks geloofwaardig publiceren over een levensgroot humanitair drama. Misschien dat ik daarmee in Nederland het broodnodige stof kan doen opwaaien. Ik bedoel: het is toch belangrijk dat mensen weten wat hier gebeurt?

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons