Achtergrond

TTIP: Wat vindt Nederland?

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Wat betekent een vrijhandelsverdrag met de VS voor onze werkgelegenheid, bloemenhandel, energiemarkt of privacy? De een ziet positieve gevolgen, de ander is sceptisch.

Monique van Eijkelenburg – Duurzame Energie Koepel

Subsidies voor duurzame energie
moeten ook echt in Nederland blijven

De Stichting Duurzame Energie Koepel is de overkoepelende Nederlandse samenwerkingsorganisatie voor duurzame energie. Directeur Strategie Monique van Eijkelenburg bekijkt de TTIP-onderhandelingen met argusogen: “Wat ik over TTIP heb begrepen baart me wel degelijk zorgen. Als Amerikaanse bedrijven opeens een deel van ons elektriciteitsnet in handen krijgen, welk voordeel biedt ons dat? Zo’n buitenlands bedrijf denkt alleen aan het te behalen rendement. Maar wij zijn bezig met een energietransitie die voor iedereen in Nederland toegankelijk moet zijn. Dan heb je het over heel andere belangen. Als subsidies die wij nu krijgen om die duurzaamheidstransitie te bewerkstelligen opeens worden aangemerkt als handelsbelemmering, hebben we wel echt een probleem. Daarbij wil ik zeker weten dat subsidies die wij nu ontvangen uit Nederlands belastinggeld om duurzame energie in ons land te stimuleren ook echt in Nederland blijven.”

Serie
Hans Wetzels schrijft in vijf afleveringen over het Europees-Amerikaanse vrijhandelsverdrag.
Deel 1: "TTIP: vloek of zegen?"
Deel 2: "Waar komt dat verdrag precies vandaan?"
Deel 3: "Een standaard voor de rest van de wereld?"
Deel 4: "Onderhandelen achter gesloten deuren"

Een aanvullend punt van zorg is volgens Van Eijkelenburg dat de winning van schaliegas een hoge vlucht zou kunnen gaan nemen als er teveel regels verdwijnen: “Schaliegaswinning kan op langere termijn veel invloed hebben op de onderlagen in de bodem. Dat kan risico’s omtrent aardbevingen, waterverbruik of chemisch afvalwater als gevolg hebben. In een internationaal speelveld als dit is dat een risico.”

Nadia Landerloos – VDL NedCar

Wij focussen ons op actuele productiezaken

In een krimpregio als het zuiden van Limburg speelt autoproducent VDL NedCar in Born een belangrijke rol in de regionale werkgelegenheid. Iedereen in het zuiden kent wel iemand die bij NedCar werkt of heeft gewerkt, zegt woordvoerder Nadia Landerloos: “OP TTIP hebben we echter geen commentaar. Wij produceren enkel auto’s in opdracht van automerken en zetten niks in de markt. In het verleden hebben we geproduceerd voor Volvo en Mitsubishi, en nu gaan we produceren voor BMW. Nadat Mitsubishi in 2012 de productie stopte in Born zijn we allang blij dat we weer een model hebben om te produceren. Ik zeg niet dat zo’n vrijhandelsverdrag niet belangrijk is, maar nu focussen wij ons op actuele productiezaken.”

Opdrachtgever BMW laat bij monde van Diederik Reitsma weten dat de werkgelegenheid in Limburg in ieder geval veilig is voor de levenscyclus van het huidige model, in de auto-industrie is dat zo’n zeven tot acht jaar: “VDL Nedcar is de werkgever in Limburg, BMW Group is de opdrachtgever. De toekomst voor VDL Nedcar ziet er wat ons betreft voor de middellange termijn goed uit. BMW Group wil de productie van de MINI wereldwijd gaan concentreren in Oxford en Born. Je moet bedenken dat het opeens verschuiven van de productie niet realistisch is. De impact van zo’n autofabriek is enorm, die verplaats je niet zomaar naar Amerika.”

Maurice Limmen – CNV

Meer handel betekent meer vraag naar
logistieke oplossingen

Maurice Limmen is voorzitter van vakcentrale CNV. Internationale handel is ook voor de vakbond belangrijk, zegt hij. Maar TTIP mag geen negatieve effecten voor werknemers met zich meebrengen: “Eigenlijk is een vrijhandelsverdrag met de omvang van TTIP een soort black box. Het is nog onduidelijk welke kant de discussies precies opgaan. Daarbij lijden de onderhandelingen ook nog eens onder een gebrek aan transparantie. Bestaande regelgeving over veilig en gezond werken, gelijk loon voor gelijk werk en vakbondsrechten dienen in ieder geval te worden gerespecteerd. Het mag niet zo zijn dat maatregelen die bedoeld zijn om werknemers te beschermen opeens onder druk komen te staan omdat ze als handelsbarrières worden aangemerkt. Daarom vindt het CNV, maar ook de Europese vakbondskoepel EVV, het belangrijk dat er vooraf grondig onderzoek gedaan wordt naar de verwachte effecten van TTIP voor werknemers en voor de werkgelegenheid in Europa. Maar ook nadat men tot een akkoord is gekomen blijft de betrokkenheid van sociale partners belangrijk.”

Ondanks het feit dat export belangrijk is voor Nederland blijft Limmen terughoudend over de vermeende voordelen van TTIP: “Het voorspellen van werkgelegenheidseffecten is op dit moment bijna onmogelijk. De studies die tot nu toe gedaan zijn suggereren een toename in het aantal banen, maar hoe groot die toename zal zijn en wat de kwaliteit van de banen gaat zijn is niet te voorspellen.”

Klaas-Johan Osinga – LTO Nederland

Door certificeringsprocedures op elkaar af
te stemmen, creëer je kansen

Binnen de Nederlandse Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) zijn de verwachtingen voor het vrijhandelsakkoord hooggespannen, vertelt Klaas-Johan Osinga: “Dit akkoord kan een grote impact hebben op boeren en tuinders. Het is eigenlijk de laatste kans voor de EU om niet gemarginaliseerd te worden op het wereldtoneel. Het uiteindelijke doel is om de handel te stimuleren door het gelijktrekken van kwaliteitsstandaarden. Maar in Europa zijn de consumenten veel kritischer dan in de Verenigde Staten. Wij vinden dan ook dat Amerikaanse producten moeten blijven voldoen aan de Europese kwaliteitsstandaarden, bijvoorbeeld op het gebied van gewasbescherming, dierenwelzijn of genetische modificatie. Maar de Amerikanen leggen ook eisen op tafel. Dus beide partijen hebben zowel  offensieve als defensieve belangen. En die kunnen per sector verschillen. De Europese vleessector heeft bijvoorbeeld vooral defensieve belangen. Terwijl de sierbloemensector, de zuivelsector en de zadenproducenten vooral offensieve belangen hebben.”

Een Nederlandse teler van sierbloemen die nu leliebollen naar Amerika wil exporteren, kan rekenen op fikse extra kosten doordat de regels niet overeenkomen, legt Osinga uit: “Als je op dit moment bollen wil exporteren mag er bij aankomst in Amerika geen grond aanzitten. Dus moeten al die bloembollen extra gespoeld worden. Dat kost geld en is slecht voor de kwaliteit van het product. Door zulke certificeringsprocedures op elkaar af te stemmen kunnen er voor de Nederlandse land- en tuinbouw grote kansen gecreëerd worden.”

Marty van Pelt – FENEX

Doordat de economie zal groeien, zorgt dat uiteindelijk voor een netto banenwinst

Voor de Nederlandse logistieke sector is een groei in handelsvolume dat Nederland binnenkomt logischerwijs heel belangrijk. Marty van Pelt is secretaris van de Nederlandse organisatie voor logistiek, FENEX, en is enthousiast over de mogelijkheden die het verdrag op kan leveren voor zijn sector: “Als dat verdrag uiteindelijk een enorme groei in handelsstromen gaat opleveren, is dat voor ons als afgeleide sector natuurlijk heel goed. Meer handel betekent meer vraag naar logistieke oplossingen. Nederland beschikt met de Rotterdamse haven en de luchthaven Schiphol immers over twee grote draaischijven wat betreft transport Europa in.”

Wat er precies geïmporteerd mag worden en wat niet is voor de logistieke sector niet van belang, zegt Van Pelt: “Over dingen als productveiligheid hebben wij als brancheorganisatie voor de logistieke sector natuurlijk niet zo veel te zeggen. Het is aan onze klanten om daar een mening over te vormen. Maar ik zie wel duidelijke voordelen in zo’n vrijhandelsverdrag. Als er nu bijvoorbeeld Amerikaans vlees naar Europa geëxporteerd wordt, dan moet er een gezondheidscertificaat meegestuurd worden. Dat moet hier aangekomen weer aan strikte documentcontrole onderworpen worden, waardoor dat vlees vaak drie dagen in de haven blijft liggen voordat het verder getransporteerd kan worden. Wederzijdse erkenning van regels zou dat soort administratieve lasten sterk kunnen verminderen en handel kunnen bevorderen.”

Winand Quaedvlieg – VNO/NCW

TTIP zal heel positieve gevolgen hebben voor de Nederlandse economie

Winand Quaedvlieg is secretaris Internationaal Economisch en Sociaal Beleid binnen werkgeversorganisatie VNO/NCW en verwoordt mede de mening van grote bedrijven als Unilever over TTIP: “Dit vrijhandelsverdrag zal heel positieve gevolgen hebben voor de Nederlandse economie. Tegelijkertijd heeft het ook een politieke dimensie. De recente ontwikkelingen aan de oostkant van Europa geven duidelijk aan hoe belangrijk het is voor de EU om een goede relatie met de Verenigde Staten te onderhouden.”
Voor Nederland zou TTIP vooral betekenen dat producten goedkoper worden voor consumenten, legt Quaedvlieg uit: “De export kan goedkoper, maar ook de import van halffabricaten die je nodig hebt voor je eigen productie wordt makkelijker, doordat importtarieven lager worden en al die doublures in regelgeving worden aangepakt. Als een vrachtwagenbouwer uit Europa dat product ook in Amerika op de markt wil zetten moeten er maar liefst veertig onderdelen vervangen worden. Dan moet je denken aan kleine dingen als bumpers of lampen, omdat de standaarden daar anders zijn. Dat kost miljoenen aan ontwerpkosten, maar die vrachtwagen wordt er niet wezenlijk veiliger door. Door al die kleine dingetjes komt heel veel export nu niet tot stand.”

Op dit moment is bijvoorbeeld de Amerikaanse zuivelmarkt gesloten voor Nederlandse bedrijven, zegt Quaedvlieg: “Dat is iets wat we graag anders zouden willen zien. Grote multinationals, zoals Unilever, zijn nu vaak miljoenen kwijt aan importtarieven voor handel binnen hun eigen bedrijf. In sommige sectoren zal er op korte termijn verlies in werkgelegenheid op kunnen treden. Maar doordat de economie als geheel zal groeien, zorgt dat uiteindelijk voor een netto banenwinst.”

Margreth Verhulst – XS4ALL

Wij hebben problemen met het gebrek aan transparantie

Internetprovider XS4ALL keerde zich vorig jaar openlijk tegen het afgeketste auteursrechtenverdrag ACTA (Anti-Counterfeiting Trade Agreement). Het in Amsterdam gevestigde bedrijf is ook dit keer bijzonder sceptisch over TTIP, vertelt Margreth Verhulst van XS4ALL: “Een verdrag als TTIP hoeft in principe helemaal niet verkeerd te zijn. Zeker in de wereld die internet heet bestaan er immers eigenlijk geen grenzen. Maar waar wij als XS4ALL wel echt problemen mee hebben is het gebrek aan transparantie. Een inhoudelijk debat voeren over TTIP wordt heel moeilijk zolang je de inhoud niet kent. Als zoiets groots achter de schermen bekokstoofd wordt, dan is dat wat ons betreft echt negatief.”

XS4ALL is er vooral bang voor dat de privacy van burgers en de vrijheid op internet in gevaar komen door allerlei bepalingen in TTIP: “Vanuit internetperspectief is onze grootste angst dat de privacy in het gedrang komt. Het schandaal rond de afluisterpraktijken van de NSA ligt nog vers in het geheugen. Ik ben benieuwd in hoeverre de bescherming van privacy aan bod komt in zo’n verdrag. Internetfiltering om inbreuk op auteursrechten te voorkomen, daar zit niemand op te wachten.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons