Achtergrond

Addis Abeba: dit zijn de Nederlandse speerpunten

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Om de nieuwe ontwikkelingsdoelen te bereiken is veel tijd, energie en geld nodig. Deze week praten duizenden mensen over het financieren van ontwikkeling, tijdens de Financing for Development-top in Addis Abeba. Ook vanuit Nederland zijn er ambtenaren en is minister Ploumen aanwezig. Wat vinden zij belangrijk voor de bijdrage van de internationale financiële instellingen?

“Investeringen vanuit het bedrijfsleven, versterking van lokale belastingdiensten en aandacht voor fragiele staten zijn voor ons ontzettend belangrijk”, aldus Kim Solberg (ministerie van Financiën) en Johannet Gaemers (ministerie van Buitenlandse Zaken).

Van miljarden naar biljoenen
De Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de regionale ontwikkelingsbanken stelden recent dat niet ‘miljarden, maar biljoenen’ nodig zijn voor de nieuwe ontwikkelingsagenda. Voor Nederland is het in dit opzicht belangrijk dat instellingen zich op drie punten richten tijdens de top in Addis Abeba: nieuwe en innovatieve vormen van financiering, capaciteits- en kennisopbouw inzake  belastingen en aandacht voor fragiele staten. Het gaat dus over meer dan een zak met geld. En de Wereldbank, het IMF en de ontwikkelingsbanken kunnen hier een cruciale rol spelen.

In de aanloop naar de Financing for Development-top in Addis Abeba maakt OneWorld je wegwijs in de wereld van het geld. Hoe zit het met belastingontwijking van multinationals?  Wie zijn eigenlijk de grootste filantropen?  Bekijk alle artikelen in ons dossier

Innovatieve denk- en werkwijze nodig
Rijke landen stellen via ‘officiële ontwikkelingshulp’ (ODA) internationaal publiek geld ter beschikking. ODA speelt qua omvang ondertussen  geleidelijk een kleinere rol in   de financiële stromen tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden. Investeringen door het bedrijfsleven en handelsstromen zijn bijvoorbeeld vele malen groter. Met hulp van bedrijven, verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen en banken kan er (nog) meer geïnvesteerd worden in duurzame ontwikkeling. Een belangrijk onderhandelingspunt voor Nederland in Addis is dan ook aandacht voor innovatieve manieren om deze private financiering te stimuleren en de ontwikkelingsrelevantie ervan te laten toenemen. Wij zien een belangrijke rol voor internationale financiële instellingen als de Wereldbank.

Er zijn al diverse  goede voorbeelden van innovatieve financiering. Zo richt de International Finance Corporation, onderdeel van de Wereldbank, zich specifiek op de private sector in ontwikkelingslanden. Via hun dochteronderneming Asset Management Company kunnen institutionele beleggers mee investeren in IFC-projecten in ontwikkelingslanden die én  bijdragen aan ontwikkeling én  commercieel interessant zijn. Dat zijn bijvoorbeeld projecten om watervoorzieningen en infrastructuur te verbeteren.

Eigen ontwikkeling vraagt om kennisoverdracht en capaciteit
Grote winst valt  te behalen als  ontwikkelingslanden zélf hun inkomsten kunnen vergroten, door beter belasting te heffen. Zo kunnen onderwijs, zorg en infrastructuur worden verbeterd. Ontwikkelingslanden hebben dus veel te winnen bij kennis en capaciteit op het vlak van meer en betere belastingheffing. Zo kennen deze landen vaak een grote ‘informele economie’, waardoor de overheid veel inkomsten misloopt. Maar ook  in de formele economie is er nog veel ruimte om meer belasting te heffen. Door een gebrek aan kennis en capaciteit is dit nu soms lastig. Nederland wil dit verbeteren en ziet ook hier een rol voor internationale financiële instellingen als het IMF.

De Wereldbank, het IMF en de ontwikkelingsbanken kunnen een cruciale rol spelen

Het IMF is een van de aanbieders van technische assistentie voor ontwikkelingslanden, waarmee capaciteit wordt opgebouwd, en werkt hiervoor samen met de ontwikkelingsbanken en bilaterale donoren zoals Nederland. Zo moedigt het IMF meer efficiëntie en transparantie van overheidsuitgaven in ontwikkelingslanden aan, bijvoorbeeld via de ‘Tax Administration Diagnostic Assessment Tool’. Daarmee kunnen ontwikkelingslanden zelf in kaart brengen welke verbeteringen in het belastingbeleid en de uitvoerende belastingdienst nodig zijn. Nederland draagt hier als donor aan bij en vindt het van belang dat het IMF ontwikkelingslanden hierin blijft adviseren.

Voor de allerarmste landen, en vooral  fragiele staten, is de situatie nog nijpender

Kwetsbaarste landen verdienen meer
De ‘officiële ontwikkelingshulp’ die rijkere landen beschikbaar stellen zou volgens Nederland voor een belangrijk deel ten goede moeten komen aan de de ontwikkeling van fragiele staten. De internationale financiële instellingen zouden deze landen ook extra bij moeten staan, bijvoorbeeld door in sociale voorzieningen te investeren en economische stabiliteit te stimuleren. Voor de allerarmste landen, en vooral  fragiele staten, is de situatie immers nog nijpender. Onzekerheid over de veiligheidssituatie en een structureel gebrek aan capaciteit van overheden maakt dat het zelfs aan basisvoorzieningen vaak ontbreekt. Daardoor ontstaat er een groeiende kloof met andere ontwikkelingslanden. Dit vergt wel een lange adem en begrip van de specifieke uitdagingen in een land. Intensieve samenwerking met ontwikkelingspartners is hiervoor van belang. De Afrikaanse Ontwikkelingsbank is op dit terrein een belangrijke partner met veldkantoren in 12 fragiele staten. Wellicht de belangrijkste meerwaarde is dat het een bank ‘Van Afrika, Voor Afrika’ is, met veel lokale kennis van de sociale en politieke structuur in landen. 

Cruciale rol financiële instellingen
De Internationale Financiële Instellingen kunnen een belangrijke rol vervullen in het succes van de ‘Financing for Development’ conferentie in Addis Abeba en de nieuwe ontwikkelingsdoelen. Daarbij gaat het niet zozeer om meer geld, maar om het helpen ontsluiten van meer private en nationale geldstromen en meer aandacht voor fragiele staten.

Kim Solberg is senior beleidsmedewerker bij de afdeling Internationale economie en Financiële Instellingen bij het ministerie van Financiën en Johannet Gaemers is senior beleidsmedewerker bij de afdeling Internationale Financiële Instellingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Dit is deel 8 in de blogreeks ‘Wie zal dat betalen?’ over de toekomstige financiering van wereldproblemen als armoede en klimaatverandering. Lees deel 1 t/m 7 hier.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons