Draagmoederschap baart zorgen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Op 17 januari dit jaar werd het kleine meisje Carmen geboren in Thailand. Haar vaders, de Amerikaanse Gordon Lake en de Spaanse Manuel Santos uit Valencia, Spanje, wilden haar dolgraag mee naar huis nemen. Maar opeens bleek de Thaise draagmoeder van hun dochter toch geen handtekening te willen zetten onder de papieren die noodzakelijk zijn voor Carmens paspoort. Ze wil niet dat haar kind opgroeit in een “niet-traditioneel” gezin.

Inmiddels, bijna acht maanden later, woont Carmen nog steeds paspoortloos in Bangkok. Haar vaders zijn ten einde raad een online petitie begonnen, #bringcarmenhome, en deze Facebookpagina. Lake is de biologische vader van Carmen, en hij staat als vader op haar geboortecertificaat. Maar de draagmoeder van Carmen wil haar terug, en Thaise wetgeving stelt haar in het gelijk.

Machteld Vonk kijkt al niet meer op van dit soort verhalen. Het is niet dat ze haar niet raken, maar er begint routine in te komen: Steeds vaker belanden kinderen die uit een draagmoeder worden geboren in een onverwarbaar gerechtelijk kluwen. Vonk is Universitair Docent aan de Universiteit Leiden en doet onderzoek naar de rol van kinderen in het  familierecht. Draagmoederschap bevindt zich internationaal in een grijs gebied. Het is hoog tijd dat er wetgeving komt die daar verandering in brengt, zegt ze. “Draagmoederschap is een gegeven, en zal onderdeel blijven uitmaken van onze samenleving. De allereerste vereiste is om het goed te regelen, zodat kinderen niet tussen wal en schip raken.”

Een draagmoeder – ook wel “surrogaatmoeder” genoemd – is een vrouw die voor iemand anders een kind draagt en baart. Dat is doorgaans een heteropaar waarvan de vrouw wel goede eicellen kan produceren maar om allerlei redenen niet zelf kinderen kan dragen en/of baren. Een eicel van zo’n wensmoeder wordt dan bevrucht met het zaad van de wensvader en in de baarmoeder van de draagmoeder geplaatst. Soms ook wordt de draagmoeder bevrucht met het zaad van de wensvader en dan is en blijft zij dus de genetische moeder. In het geval van een homokoppel wordt een draagmoeder gevonden die bereidt is haar eicellen te laten bevruchten met het zaad van de wensvader. 

Bewonderenswaardig
Draagmoederschap kan iets heel moois zijn, benadrukt Vonk. “Ik vind het bewonderenswaardig, als een vrouw om altruïstische redenen besluit om voor een zus of een vriendin een kind te dragen.” Maar het wordt controversieel als er geld bij komt kijken. In Nederland is het commercialiseren van draagmoederschap verboden. Er mag niet tegen geld bemiddeld worden en draagmoeders mogen zichzelf niet aanbieden op het internet.

In Nederland is het VUmc in Amsterdam het enige ziekenhuis dat zogeheten hoogtechnologisch draagmoederschap uitvoert, waarbij de eicellen van een wensmoeder in het laboratorium worden bevrucht met het zaad van de wensvader. De eicel wordt vervolgens in de baarmoeder van de draagmoeder geplaatst, die de wensouders zelf hebben aangedragen. Jaarlijks komen er in Nederland slechts een aantal stellen in aanmerking voor deze behandeling. Vandaar dat jaarlijks ook, voor zover bekend, enkele tientallen Nederlandse stellen naar het buitenland reizen voor het draagmoederschap.

Juridische strijd
Als de zwangerschap slaagt, hebben de wensouders in Nederland overigens nog een lange weg te gaan om juridisch ouders van het kind te worden. Zo is volgens de Nederlandse wet de vrouw die het kind baart de moeder. De wensmoeder kan alleen officieel ouder worden als ze het kind adopteert. Die wetgeving moet echt soepeler, vindt Vonk, “het is niet meer van deze tijd”. Ze deed onlangs onderzoek in British Columbia, Canada, waar net nieuwe wetten zijn ingevoerd die het mogelijk maken dat een kind drie ouders kan hebben. Ook is er een speciale bepaling voor draagmoederschap, waar geen rechter aan te pas komt. De wensouders en draagmoeder moeten in British Columbia voor de conceptie afspraken maken en tekenen, en die moeten ze na de bevalling nog eens bevestigen, vertelt Vonk. Met dat laatste is ze het niet helemaal eens, “ik vind niet dat de wensouders nog eens op hun besluit terug mogen komen”, zegt ze. Maar verder vindt Vonk het een inspiratie voor Nederlands beleid.

Internationaal is de roep om heldere afspraken nog veel groter, zegt Vonk. “Er is een ware draagmoederindustrie ontstaan.” Het lastige is dat daar weinig cijfers over zijn. Maar volgens een VN-onderzoek telde India in juli 2012 ongeveer drieduizend centra die draagmoeders aanbieden aan kinderloze stellen. De industrie zou zo’n 400 miljoen dollar per jaar waard zijn. Ook Nepal, Oekraïne en Amerika zijn landen waar commercieel draagmoederschap is toegestaan. In Thailand is het onlangs verboden, vlak nadat baby Carmen werd verwekt – zij valt dus nog onder de oude wet. Ook trekken steeds meer westerse stellen naar Afrika, zegt Vonk.

Lees hier over een controversiele zaak van een Australisch echtpaar dat een Thaise wensmoeder vond. Echter toen bleek dat de vrouw een tweeling zou krijgen, waarvan een van de twee het Syndroom van Down had, wilde het Australisch echtpaar dat zij dat kindje zou aborteren. De Thaise wensmoeder weigerde dat te doen.

Niemandsland
Vonk spreekt haar grootste zorgen uit. Neem de vraag of draagmoeders in ontwikkelingslanden wel echt uit vrije wil besluiten om een kind voor iemand anders te dragen. En dan is er nog het achterlaten van kinderen. Zo zijn er genoeg voorbeelden van wensouders die kinderen achteraf toch “niet meer wilden” omdat bleek dat ze niet helemaal gezond waren of bijvoorbeeld het syndroom van Down hadden.

Wat het er ook niet makkelijker op maakt, is dat landen internationaal vaak uiteenlopende regels hanteren over wie de juridische moeder van een kind is. In Nederland is dat altijd de moeder uit wie het kind is geboren, in India kan dat ook een wensouder zijn, waardoor hele ingewikkelde situaties ontstaan als een Nederlands stel met een baby bij de ambassade aanklopt voor een paspoort. “Bij gebrek aan wetgeving moeten de ambassademedewerkers en rechters het oplossen”, vertelt Vonk. Ze weet wel dat er inmiddels gesproken wordt over een internationaal verdrag waarin ook draagmoederschap aan de orde komt. “Maar het kan nog jaren duren voordat landen daar over beslissen”, voegt ze toe. “Het gevolg daarvan is dat mensen in onzekerheid verkeren.”

Er moet dus haast gemaakt worden. Of dat ook gaat gebeuren, kan Vonk niet zeggen. Het kinderrechtenverdrag komt in de tussentijd in het geding. Baby’s zoals Carmen krijgen niet de wettelijke status die ze nodig hebben, waardoor ze in hachelijke situaties terecht komen. Vonk vertelt dat het kinderrechtenverdrag duidelijk maakt dat kinderen het recht hebben om te weten wie hun ouders zijn, en dat ze een nationaliteit hebben vanaf hun geboorte. Het is cruciaal, zegt ze, “dat er niet nog meer kinderen in een niemandsland terecht komen.”

Op woensdag 7 oktober geeft Machteld Vonk een Studium Generale lezing over draagmoederschap, om 19.30 in het auditorium van het Leiden University College in Den Haag. De lezing is vrij toegankelijk. Meer informatie en aanmelden: hier.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons