Achtergrond

‘Vluchtkonvooi’ helpt de vluchteling in nood

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Daniel, Erik, Frake, Nina en Nienke konden niet langer initiatiefloos toekijken en gingen zelf helpen in Hongarije. "Een kleine groep mensen hebben we laten voelen dat ze welkom zijn en dat er iemand is geweest die om ze geeft." Voor OneWorld schreven ze over hun 'Vluchtkonvooi'.

Een maand geleden zaten we (Daniel, Erik, Frake, Nina en Nienke) met elkaar op een zaterdagochtend aan de keukentafel. We volgden de vluchtelingencrisis al weken op de voet en liepen ieder afzonderlijk al dagen met het gevoel ‘iets te willen doen’.

Nu hulp nodig
Die ochtend beleefden we met elkaar een soort boosheidsclimax; we konden niet langer initiatiefloos blijven toekijken. Hongarije bouwde in razend tempo meters hoge hekken langs de grens met Servië en over enkele dagen zou de noodverordening van kracht gaan; het leger zou mogen ingrijpen en vervoer van vluchtelingen binnen Hongarije zou illegaal worden. Mensen moesten nu het land uit worden geholpen!

Volgeladen busjes met kleding van Family on a MissionVolgeladen busjes met kleding van Family on a Mission

Via Twitter en Facebook legden we contact met lokale activisten en hulpverleners in Hongarije die ons vertelden waar vluchtelingen strandden en vervoer nodig was. We huurden twee 9-persoonsbusjes en legden contact met Amsterdamse inzamelinitiatieven zodat we daar niet met lege handen zouden aankomen. Een paar uur later laadden we bij ‘Amsterdam Verwelkomt’ onze busjes vol warme kleding en diezelfde avond vertrokken we nog richting Hongarije waar we tientallen vluchtelingen, veelal gezinnen met jonge kinderen, binnen en over landsgrenzen vervoerden om hen een stapje dichter bij hun einddoel te helpen. 

Tweede reis
Omdat de vluchtelingcrisis aan blijft houden en we door donaties de ruimte hadden om nog een keer te gaan, hebben we geen moment getwijfeld en werd twee weken na terugkomst van onze eerste actie onze tweede reis gepland.

Vorige week zaterdag vertrokken we met Vluchtkonvooi op deze tweede reis. In de tussentijd  is de media-aandacht voor de Hongaarse vluchtelingencrisis verslapt waarmee helaas ook de donaties aan lokale hulporganisaties en vrijwilligersaanmeldingen afgenomen zijn. Door de snel veranderende situatie is het moeilijk onze reis precies te plannen en wedden we, net als vorige keer, op meerdere paarden; we brengen hulpgoederen mee (kleding, poncho’s, mueslibars, waterflesjes) en hebben 9-persoonsbusjes voor eventueel vervoer van gestrande vluchtelingen.

Er is geen stationshal, enkel een braakliggend modderig terrein, zonder beschutting, toiletten of voedselvoorziening door de overheid

Weer zoeken we contact met lokale hulporganisaties en al snel blijkt dat onze hulp in Zákány, een plaatsje aan de Hongaars-Kroatische grens, goed gebruikt kan worden. Daar aangekomen treffen we een desolate grensplaats aan met een groot rangeerterrein voor treinen, veel modder en geïmproviseerde tenten waar voedselpakketten worden ingepakt en soep wordt gekookt. Vluchtelingen komen hier met de trein vanuit Kroatië aan en moeten overstappen op Hongaarse treinen. Er is geen stationshal, enkel een braakliggend modderig terrein, zonder beschutting, toiletten of voedselvoorziening door de overheid. Het enige waar de overheid in voorziet zijn tientallen militairen met kalasjnikovs en sluipschutters op het dak van een nabij gebouw.  

 

Modderig wachtveld.

Onze hulp komt als geroepen; het vrijwilligersteam is zwaar onderbezet. We treffen een handjevol vrijwilligers die allen al twee nachten niet hebben geslapen. Die zondagnacht voorzien we met z'n vijftienen uiteindelijk 5000 vluchtelingen van voedsel en water. Een Hongaarse trein is vertraagd waardoor 1500 vluchtelingen urenlang in de kou en regen moeten wachten. Hoewel we startklaar staan voor het uitdelen van hulpgoederen, mogen we het wachtterrein niet betreden om aan de onderhand hongerige vluchtelingen eten uit te delen.

Vier dagen werken, één nacht slaap
De dagen erop werken we hard samen om voedselpakketjes te maken en om deze telkens uit te delen aan de treinen vol vluchtelingen. In de vier dagen dat we er zijn kunnen we één nacht slapen. Soms doen we hazenslaapjes in onze busjes. De werkdruk is te hoog en de onderbezetting te groot om lange tijd weg van het terrein weg te gaan. Er zijn veel te weinig vrijwilligers om in ‘ploegendiensten’ te werken. Het Rode kruis is er aanwezig, maar zij nemen slechts twee van de 16 tot 20 treinwagons voor hun rekening. De rest is voor ons en enkele andere vrijwilligers.

Vluchtelingen stappen in Hongaarse treinVluchtelingen stappen in Hongaarse trein.

We maken er het beste van en maken grappen en zingen liedjes bij het samenstellen van voedselpakketjes. Deze zijn erg karig; eigenlijk zijn het boterhamzakjes met een paar sneetjes witbrood, een kaasplakje, een mueslireep en een appel of een pakje sap. Het komt allemaal van lokale donaties. Beter dan niets natuurlijk. Vlak voor aankomst van de trein zetten we alle flessen water en zakken vol voedselpakketjes langs het spoor. We krijgen maar 10 tot 15 minuten om alles uit te delen dus het is flink aanpoten.

Hartverwarmend
Vluchtelingen hangen uit de ramen van de trein en roepen ‘Water, please water!’, ‘Family five!’ en ‘Thank you, we love you!’. Als er nog tijd over is kunnen we een groepje Duitse vrijwilligers helpen hun eten in te pakken; een papieren beker met lekker warme soep of rijstepap. Het mooiste moment van de dag is telkens als de trein weer wegrijdt: vrijwilligers en vluchtelingen zwaaien elkaar uit, roepen dankbetuigingen en wensen elkaar succes. Het is zo lief en hartverwarmend!

De sfeer rond het rangeerterrein is gespannen; er lopen tientallen politiemannen en militairen rond. De lokale vrijwilligers doen hun uiterste best om de gezaghebbers te vriend te houden, aangezien hun mogelijkheid om vluchtelingen te helpen van hun ‘goodwill’ af lijkt te hangen. Ondertussen zitten er constant sluipschutters op een dak om het terrein extra te bewaken. Er zijn geruchten dat de Kroatisch-Hongaarse grens gaat sluiten; de treinen worden steeds langer en voller en er cirkelt op onze laatste dag een helikopter boven het terrein. Ook zien we grote ‘balen’ met prikkeldraad klaar liggen. De plaatselijke coördinator Laura, een Hongaarse vrijwilliger, vraagt zich niet af óf, maar wanneer de grenzen gaan sluiten. Het is “ the worst case scenario” zegt ze. 

Vrijwilligers en vluchtelingen zwaaien elkaar uit, roepen dankbetuigingen en wensen elkaar succes

Op onze laatste dag hebben we een dubbele hoeveelheid voedselpakketjes gemaakt om ons weggaan en de eventuele komst van nieuwe vrijwilligers te kunnen overbruggen. Het voelt heel vervelend om weg te gaan, want we weten dat eerder meer dan minder handen nodig zijn. Helaas roept de plicht van onze banen en studies in Amsterdam.

Voedselpakketten inpakken voor vluchtelingen

Voedselpakketten inpakken voor vluchtelingen.

Op de terugweg willen we graag proberen mensen een lift te geven die dat nodig hebben. Om die reden rijden we om naar Hegyeshalom, een grensplaatsje met Oostenrijk. Hier hadden we op onze eerste reis een hoop kunnen doen, en ook mensen mee kunnen nemen naar Wenen. Daar zijn vrijwilligers die een heel kamp hebben opgezet om mensen te ondersteunen die erlangs moeten lopen, en ze zijn blij met onze hulpgoederen; kleren die we kregen van ‘Family on a mission’ en wat eten en drinken dat we in Nederland hadden gekocht.

Naar Duitsland
Helaas laat de trein veel langer op zich wachten dan voorspeld en moeten we besluiten door te rijden naar Wenen. Daar is het vrijwilligersnetwerk veel beter georganiseerd dan in Hongarije; mensen zitten binnen, er is een groot team met allerlei divisies zoals ‘psychologische ondersteuning’, ‘vermissingen’ en ‘sociale media’. We vragen of ze veertien vluchtelingen kennen die graag een lift richting Duitsland willen en al snel hebben ze een groep verzameld die graag naar Braunau wil, een plekje aan de Duitse grens waar hun familie in een opvangkamp zit.

 

Vluchtelingen uitzwaaien.

We rijden midden in de nacht het slaperige dorpje binnen, waar inderdaad een opvangkamp blijkt te zijn. In plaats van een warm welkom, wacht de mensen die we afzetten, onder wie kleine kinderen en een oude man met een rolstoel, een zoveelste wachttijd in de kou en regen. De politie moet worden gebeld om iedereen te fouilleren, voor dat dat gebeurt is mogen ze niet naar binnen.

Zelf vluchten
Afscheid nemen lukt niet, want een Rode Kruis-medewerker ter plaatse fluistert ons in dat we er verstandig aan doen ons uit de voeten te maken voordat de politie klaar is met fouilleren. Ondanks dat het bij wet niet verboden is vluchtelingen binnen Oostenrijk te vervoeren zijn er meer en meer geluiden over aanhoudingen en verhoren van vluchtelingchauffeurs. We nemen dit advies ter harte en rijden de nacht in op weg naar Amsterdam.

Hoewel onze idealen groot zijn, is het effect van onze actie natuurlijk betrekkelijk klein. Toch hopen we dat we een kleine groep mensen hebben laten voelen dat ze welkom zijn en dat er iemand is geweest die om ze geeft. 

Vluchtkonvooi plant momenteel een derde reis. Volg ze via Facebook!
Dit artikel is mede geschreven door Nina Hertoghs. 

Een abonnement op OneWorld magazine voor 25 euro

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons