Straatjongeren kunnen ook een thuis hebben

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Afgelopen jaar won Tanja Hendriks de Afrika Scriptieprijs voor haar masterscriptie over Malawiaanse straatjongeren. Voor haar onderzoek volgde ze een groep (voormalige) straatjongeren in Blantyre, Malawi. Wat betekent het begrip ‘thuis’ voor deze groep? Tanja Hendriks pleit voor een bredere definitie, die zowel hun roots als hun 'routes' omvat.

Ik bezocht Malawi voor het eerst in 2008 toen ik tijdens een tussenjaar actief was als vrijwilliger bij The Samaritan Trust, een Malawiaanse organisatie die een opvanghuis voor straatkinderen en –jongeren leidt. Het doel van deze organisatie is om straatkinderen en – jongeren te reïntegreren in hun gemeenschap zodat ze thuis, weg van de straat, verder kunnen met hun leven. Tijdens latere bezoeken aan Malawi kwam ik echter vaak jongeren tegen die eerder door Samaritan gereïntegreerd waren, maar tóch weer op straat leefden. Hierdoor vroeg ik mij af: waar worden zij gereïntegreerd? En wat betekent ‘thuis’ eigenlijk voor hen?

Thuisloos?

Veel mensen zien straatjongeren als dak- en thuisloos. Sommigen zijn geboren op straat, zijn verstoten door hun familie, of hebben geen connecties met hun verdere familie. Maar uit de verhalen die ze mij vertelden tijdens mijn tussenjaar, bleek dat (voormalig) straatjongeren vaak allesbehalve dak- en thuisloos zijn: ze hebben wel een thuis, ze hebben dat alleen bewust verlaten. En velen gaven aan er (voorlopig) niet naar terug te willen keren, bijvoorbeeld vanwege (seksuele) mishandeling of extreme armoede, waardoor er geen eten voorhanden is. Thuis kan dus ook een plek zijn waar je niet wil wonen. Om dit beter te begrijpen, besloot ik onderzoek te doen naar de manier waarop straatjongeren denken over ‘thuis’.

Geboorteplek

Mijn scriptie start vanuit de aanname dat een thuis een integraal onderdeel is van ons menselijk bestaan: iedereen is bezig om zijn of haar ‘thuis’ in de wereld te creëren. Voor veel Malawianen is het concept ‘thuis’ onlosmakelijk verbonden met de plek waar men geboren wordt. In de meeste gevallen gaat het dan om een ruraal dorpje. Er zijn echter ook steeds meer Malawianen die in de stad wonen en daar ook geboren zijn. Dit laatste geldt voor veel straatjongeren. Het grand narrative – ofwel het alles overkoepelende verhaal over ‘thuis’-  is dus niet altijd een nauwkeurige weergave van de werkelijkheid waarin de jongeren leven. Gezien de huidige verstedelijking zal dit misschien ook wel steeds minder kunnen worden. Is het dus geen tijd om te komen tot een bredere definitie van ‘thuis’, in plaats van alleen te kijken naar waar iemand al dan niet geboren is?

Bredere definitie van ‘thuis’

Door veel tijd met de (voormalig) straatjongeren door te brengen, zowel in Samaritan’s opvang als daarbuiten, probeerde ik te begrijpen wat ze mij over hun ‘thuis’ vertelden en lieten zien. Zo kwam ik erachter dat de manier waarop zij proberen om een thuis voor zichzelf te creëren,  niet los gezien kan worden van hun lage sociaal-economische positie. Ook de algehele economische malaise in Malawi, die het leven voor heel veel mensen moeilijk maakt, speelt een rol. De manier waarop straatjongeren ‘thuis’ ervaren en creëren is dan ook veel diverser en minder vastomlijnd dan het overkoepelende verhaal over thuis in eerste instantie doet geloven. Zo zullen ze soms beamen dat hun ‘thuis’ zich in een ruraal dorp bevindt (waar ze al dan niet geboren zijn), terwijl ze op andere momenten ervoor kiezen om hun ‘thuis’ in een sloppenwijk in de stad te situeren. Bijvoorbeeld omdat ze niet terug willen naar een (geboorte)dorp maar een ‘moderne’ toekomst in de stad nastreven.

Roots en routes

Eén van mijn conclusies is dan ook dat het begrip ‘thuis’ veel breder en meer fluïde zou moeten worden opgevat. De definitie zou zowel roots als routes tijdens het leven moeten omvatten. Op deze manier zou ‘thuis’ niet betekenen dat (voormalig) straatjongeren steeds naar hun beginpunt, hun roots, worden teruggestuurd, maar dat er juist ruimte ontstaat voor hun routes en waar (zij hopen dat) die naar leiden. 

Tanja Hendriks studeerde antropologie (BA), international development studies (MSc) en African studies (MA). Zij werkt momenteel als junior onderzoeker aan het Afrika Studiecentrum in Leiden. Haar scriptie, “Home is always home. (Former) Street Youth in Blantyre, Malawi, and the Fluidity of Constructing Home”, won in 2016 de Afrika Scriptieprijs van het African Studies Centre Leiden.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons