Mondiale burgers op de bres voor menselijke waardigheid

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Particuliere initiatieven spelen een belangrijke rol in ontwikkelingssamenwerking. Niet alleen worden er veel projecten door burgers opgezet, particuliere initiatieven vormen ook een bron van morele energie. Een energie die ervoor zorgt dat we ons verantwoordelijk voelen voor onze medemensen elders in de wereld. Particuliere initiatieven zijn de wegbereiders van nieuwe internationale samenwerking. Dat stelde de…

Particuliere initiatieven spelen een belangrijke rol in ontwikkelingssamenwerking. Niet alleen worden er veel projecten door burgers opgezet, particuliere initiatieven vormen ook een bron van morele energie. Een energie die ervoor zorgt dat we ons verantwoordelijk voelen voor onze medemensen elders in de wereld.

Particuliere initiatieven zijn de wegbereiders van nieuwe internationale samenwerking. Dat stelde de inmiddels demissionaire staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking Ben Knapen onlangs. Het was een opvallend royale waardering voor al die mondiale burgers die zich vanuit persoonlijke betrokkenheid inzetten voor een meer rechtvaardige wereld.

Is die waardering terecht? Onderzoekers, zoals bijvoorbeeld de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, zijn in hun oordeel over particuliere initiatieven soms ronduit kritisch. Zij wijzen erop dat particuliere initiatieven fouten uit het verleden herhalen door projecten aan te bieden die niet aansluiten bij de vraag uit landen zelf. Dat er soms sprake is van kleinerend paternalisme. Dat de duurzaamheid vaak ver te zoeken is.

Natuurlijk is het van belang dat burgerinitiatieven net zo doeltreffend uitpakken als ze zijn bedoeld. Toch zie ik professionalisering van de particuliere initiatieven niet als de grootste uitdaging. Om daadwerkelijk de motor te kunnen zijn onder nieuwe internationale samenwerking, zoals ook Knapen stelde, ligt de belangrijkste uitdaging voor mondiale burgers op een dieper vlak. Om écht de wereld te veranderen, is het nodig dat wij als consument, kiezer, werknemer en spaarder ‘mondiale’ keuzes maken. Die keuzes komen mijns inziens rechtstreeks voort uit het besef dat armoede niet het probleem is, maar het symptoom van onrechtvaardige verhoudingen en structuren binnen en tussen landen. En het besef dat wij met onze persoonlijke keuzes echt een verschil kunnen maken.

Morele energie
De kracht van burgerinitiatieven schuilt niet in hun functionele, maar in hun relationele karakter: de persoonlijke betrokkenheid bij de mensen waarvoor het weeshuis, voedsel- of sportproject is bestemd. Een persoonlijke ontmoeting tijdens een verre vakantie ligt vaak aan de basis van een particulier initiatief. Door die ontmoeting krijgen armoede en onrecht een gezicht: het gezicht van een medemens, met dezelfde dromen en idealen als wij. Onvermijdelijk doet de ander daarmee een beroep op onze empathie. De ontmoeting met de ander is in de kern een morele ervaring, waarin we worden aangesproken op onze verantwoordelijkheid: niéts doen is geen optie meer.

De ontmoeting met de ander typeert veel meer de kracht van het particulier initiatief dan de abstracte beleidstaal waarmee professionals doorgaans over burgerinitiatieven spreken. Hun jargon refereert aan hulpvragen en geefmotieven, maar gaat vaak voorbij aan persoonlijke betrokkenheid bij mensen die het minder hebben dan wijzelf. Particuliere initiatieven kunnen veel meer zijn dan slechts een nieuw kanaal voor ontwikkelingssamenwerking. Ze vormen een bron van morele energie, die ervoor zorgt dat we ons verantwoordelijk voelen en bereid zijn een stap harder te lopen voor onze medemensen elders in de wereld.

Menselijke waardigheid
Die verantwoordelijkheid is niet scherpomlijnd. Dat verklaart ook de veelzijdigheid van het pragmatisch idealisme van particuliere initiatieven. Toch valt er in de duizelingwekkende variëteit een gemeenschappelijke noemer te ontdekken: het besef dat elk mens recht heeft op menselijke waardigheid. We vinden het onaanvaardbaar dat mensen hun waardigheid verliezen door inhumane levensomstandigheden als armoede, onderdrukking, oorlog en geweld.

Het kan geen toeval zijn dat menselijke waardigheid ook de voornaamste drijfveer vormt in de Arabische lente. Die revolutie tegen onrecht en onderdrukking is vooral een opstand van mensen die hun waardigheid als mens opeisen. Een verlangen naar een menswaardig bestaan zette hen in beweging. Revoluties als deze kunnen zich alleen voltrekken, als voldoende mensen zich laten leiden door hun idealen.

De noodzakelijke revolutie binnen internationale samenwerking is alleen mogelijk wanneer de tienduizenden Nederlanders die betrokken zijn bij particuliere initiatieven, zich ontpoppen tot mondiale burgers. Die revolutie is nodig, omdat internationale samenwerking in de nabije toekomst voor drie grote uitdagingen staat. De eerste uitdaging is het bevrijden van de één miljard armste mensen in fragiele staten uit de vicieuze cirkel van armoede en geweld. De tweede uitdaging is het stimuleren van duurzame economische ontwikkeling en rechtvaardige herverdeling van welvaart in middeninkomenslanden, waar de meerderheid van de armen op deze wereld woont. De publieke goederen vormen de derde uitdaging: schaarste van voedsel, grondstoffen en energie, en toegang tot veiligheid, water en gezondheid vergen internationale verantwoordelijkheid en samenwerking.

Persoonlijke consequenties

Voor het aanpakken van deze uitdagingen zijn mondiale burgers nodig, die hun idealisme vertalen in praktisch en politiek relevant handelen. Als kiezers leveren ze politiek draagvlak voor risicovolle interventies in fragiele staten en strategisch geduld dat daarbij nodig is. Als consumenten en ondernemers bieden ze draagvlak voor eerlijke handel met middeninkomenslanden. Als burger zijn ze solidair met kwetsbare gemeenschappen die hun aandeel in welvaart opeisen. En als ondernemer zorgen ze dat investeringen in middeninkomenslanden bijdragen aan duurzame ontwikkeling. Zonder mondiale burgers die bereid zijn offers te brengen en hun overheid en ondernemingen onder druk te zetten, blijven regeringen nationale belangen najagen.

Dit vraagt van mensen dat zij politieke en persoonlijke consequenties verbinden aan hun pragmatisch idealisme. Het vraagt bereidheid om als kiezer, consument, werknemer, ondernemer en spaarder mee te werken aan diepgaande veranderingen. Dit veronderstelt dat mensen, die aangesproken zijn door de ander, zich willen verdiepen en zich zelf willen organiseren en manifesteren. Dat zij tot hetzelfde inzicht komen als de mensen die de Arabische Lente ontketenden: “We are the people we’ve been waiting for”.

Verantwoordelijkheid
Knapen kan er dan op rekenen dat de wegbereiders van nieuwe internationale samenwerking, die hij nu de hemel in prijst, straks ook mondiale kiezers zijn die regeringen aanspreken op hun verantwoordelijkheid. De oproep tot mondiaal burgerschap mag geen vrijblijvende herverdeling van taken zijn in tijden van bezuiniging. De overheid kan zich niet terugtrekken uit internationale samenwerking met een beroep op de verantwoordelijkheid van burgers. Ook zij draagt een verantwoordelijkheid voor het beschermen en garanderen van de menselijke waardigheid en het verdedigen en verdelen van de publieke goederen. Als voldoende mondiale burgers de overheid daarop kritisch bevragen, kan ook in Nederland de revolutie – en de lente – beginnen!

Jan Gruiters is algemeen directeur van vredesorganisatie IKV Pax Christi

 

 

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons