Achtergrond

Waarom Cool Cat niet meedoet aan kledingverdrag

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Kunnen modeketens iets doen om de werkomstandigheden in textielfabrieken te verbeteren? “Ja”, vinden de aanwezigen van Dress The World, een debat georganiseerd door Fontys en Switch. Maar volgens Richard de Jong, mededirecteur van Coolcat, is dat moeilijker dan ze denken. “Je wilt altijd fatsoenlijk zaken doen. Helaas weet je nooit voor honderd procent zeker of het goed zit.”

Na een reeks branden en andere ongevallen in Bengalese kledingfabrieken riep Lilianne Ploumen, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, modeketens op het zogenaamde veiligheidsakkoord te ondertekenen. Dit akkoord moet kledingfabrieken in de toekomst veiliger maken en de werkomstandigheden voor fabrieksarbeiders verbeteren. Kledingwinkel Coolcat weigerde het akkoord te steunen. “Dit kledingakkoord is niet goed geregeld”, vindt Richard de Jong. “Het richt zich alleen op bouwveiligheid, brandveiligheid en training. Waarom hebben we het bijvoorbeeld niet over kinderarbeid en het gebruik van gevaarlijke chemicaliën?”

Slechte werkomstandigheden[[{“fid”:”22834″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:3264,”width”:4928,”style”:”width: 200px; height: 132px; float: right;”,”class”:”media-element file-default”}}]]
De mededirecteur van Coolcat is niet de enige die zich niet in de woorden van de minister kan vinden. Alle aanwezigen kregen een rood kaartje en een groen kaartje om te laten zien hoe zij over stellingen en uitspraken van de sprekers denken. Als het om het veiligheidsakkoord gaat, zijn de meningen in de zaal verdeeld. “Ik zou minister Ploumen willen vragen of ze tevreden is als mensen niet meer verbrand worden? Gaat het alleen om veiligheid? Gaat het niet ook om leefomstandigheden?”, vraagt Jan Breman, een onderzoeker van de Universiteit van Amsterdam. “Bij veel van die fabrieken bestaan arbeidscontracten niet. Werknemers worden betaald per kledingstuk. Dus als je ze na een shift van twaalf uur vraagt of ze nog eens twaalf uur willen werken, zeggen ze ‘ja’. Dat is een vorm van zelfuitbuiting.”

Niki Janssen, de coördinator van de Schone Kleren Campagne, is het niet met Jan Breman en Richard de Jong eens. “Ik vind het juist heel goed dat de politiek zich ermee bemoeit. Zo is er druk van verschillende kanten. Bovendien is zo’n bindend akkoord belangrijk, want alleen inspecteren schiet niet op.” Op dat laatste punt geeft Jan Breman haar gelijk. “Een arbeider vertelde me eens: ‘Iedere anderhalf jaar komt er een nieuwe inspecteur. De eerste keer komt hij aan op een fiets, een paar maanden later komt hij aan op een brommer. Als hij na anderhalf jaar weggaat, heeft hij een auto. Onze situatie blijft hetzelfde.’”

Toch wil Coolcat, net als veel andere bedrijven, het akkoord niet tekenen. “Het beeld dat Breman schetst, geldt niet voor de meeste fabrieken”, zegt Richard de Jong. “Je weet nooit voor honderd procent zeker of het goed zit, maar wij hebben nauwe contacten met onze producenten en controleren vaak. Bij ons vind je bijvoorbeeld geen kinderarbeid of gevaarlijke chemicaliën.”

Race to the bottom
Dankzij de bemoeienis van buitenaf lijkt het erop dat de Bengalese fabrieksarbeiders in de nabije toekomst een kleine salarisverhoging krijgen. “Als de lonen stijgen gaan kledingmerken gewoon naar goedkopere buurlanden. Het is een race to the bottom. De enige oplossing is dat alle risicolanden tegelijkertijd hun minimumlonen verhogen,” vertelt Niki Janssen.

Richard de Jong vergelijkt het Bangladesh van nu met het China van vroeger. “De situatie toen Coolcat vijftien jaar geleden in China begon en de omstandigheden op dit moment zijn haast niet met elkaar te vergelijken. Ik denk dat als je over twintig jaar in Bangladesh komt, je verstelt zult staan van de vooruitgang.”

En de consument dan?
De consument verantwoordelijk stellen, is erg lastig, vindt Kirsten Meijer die namens de PvdA aanwezig is. “Als ik door de winkelstraat loop, weet ik soms ook niet waar ik moet kijken”, geeft ze toe. “Niemand kan dit probleem in zijn eentje oplossen, ook de consument niet. Daarom moet de overheid kaders stellen. Toch kun je bedrijven niet van hun plicht ontslaan. Ik wil van harte in de code of conduct en inspecties van Coolcat geloven, maar wil Coolcat toch oproepen met het veiligheidsakkoord mee te doen.”

Volgens Bert van Son, eigenaar van Mud Jeans, zijn de consumenten juist de mensen die de verandering moeten beginnen. “Consumenten zijn prijsbewust. Zodra je het btw-tarief voor bewuste kleding verlaagt, gaat iedereen het dragen.” Onzin, vindt Niki [[{“fid”:”22835″,”view_mode”:”default”,”type”:”media”,”attributes”:{“height”:3264,”width”:4928,”style”:”width: 200px; float: right; height: 132px;”,”class”:”media-element file-default”}}]]Janssen. “Ook veel dure merken produceren niet duurzaam. We kunnen dit probleem niet steeds op de consument afschuiven.” Richard de Jong knikt. “De overheid is altijd de eerstverantwoordelijke.”

Lachend reageert Jan Breman op zijn gesprekspartners. “Het is opmerkelijk dat bedrijven normaal niets van de overheid moeten hebben en nu ineens om wetgeving vragen.” Een deel van het publiek klapt, sommige studenten steken enthousiast een groen kaartje in de lucht. “Volgens mij zijn we het allemaal met elkaar eens dat er iets moet veranderen”, zegt Kirsten Meijer. “Dus nu wordt het tijd dat we daadwerkelijk iets gaan doen.”

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons