Achtergrond

Vergeet de vluchteling niet

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Minder focus op de eigen zichtbaarheid en meer samenwerken om de mensen in Syrië beter te helpen. Daarvoor pleitte voorzitter van Stichting Vluchteling Femke Halsema vandaag tijdens de Van Heuven Goedhartlezing. Van trouwe donateurs mocht de nadruk meer op de vluchtelingen zelf liggen dan op de discussie over de hulpverleners.

Al voor aanvang resoneert de teneur van Halsema’s betoog in de Ridderzaal. De discussie onder de gasten varieert van ‘Dit wisten we al, maar niemand durfde het hardop te zeggen’ tot ‘Met zulke uitspraken bevuil je eigenlijke je eigen nest’ en ‘Nu lijkt het weer alsof we allemaal vechtend over straat rollen’. Het publiek bestaat uit politici, medewerkers van hulporganisaties en vooral veel donateurs van Stichting Vluchteling. De Van Heuven Goedhart-lezing is een tweejaarlijks eerbetoon van Stichting Vluchteling aan de allereerste Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN. Femke Halsema is sinds 2010 voorzitter van Stichting Vluchteling. Na de ferme parafrase door de Volkskrant vanochtend is er een media- en twitterstorm losgebarsten nog voordat ze lezing uitgesproken heeft.  

 

Hulporganisaties werken te weinig samen, zijn te veel met zichzelf bezig en leggen zich in de strijd om het donateursgeld vooral toe op ‘zichtbare hulp die makkelijk te fotograferen is’. Van minder fotogenieke, maar net zo dringende hulp komt weinig terecht.
Uit: de Volkskrant 20/6/2013

Cynisme
De talloze slachtoffers in Syrië verdienen onze hulp, ook wanneer dat door de complexe omstandigheden niet altijd vlekkeloos verloopt. Dilemma’s rond noodhulp kunnen makkelijk leiden tot moedeloosheid, maar daar moeten we niet aan toegeven”, zegt minister Lilianne Ploumen in haar welkomstwoord. “We kunnen ons geen cynisme veroorloven, al was het maar uit respect voor de twintig vrijwilligers van de Rode Halve Maan (de islamitische variant van het Rode Kruis, red.) die zijn gedood in Syrië. Belangrijker dan zichtbaarheid is dat hulp terechtkomt waar die nodig is.”

Achterdocht
Volgens Femke Halsema is die drang naar zichtbaarheid een gevolg van toegenomen achterdocht bij publiek en donateurs, door kritische evaluaties na de tsunami en boeken als De Crisiscaravaan van Linda Polman. Die achterdocht leidt ertoe dat hulporganisaties zich toeleggen op zichtbare hulp: gemakkelijk uit te leggen en te fotograferen distributie van tenten, dekens, medicijnen  of onderwijs voor jonge kinderen. Over haar eigen Stichting Vluchteling zegt ze: ‘Vaak zijn de afwegingen die we maken zuiver gericht op de ernst van de situatie en de slachtoffers; soms zijn ze dat minder en dan speelt fondsenwerving of bijvoorbeeld media-aandacht een rol.’ Ze roept donateurs dan ook op om erop te vertrouwen dat hulpverleners hun ‘stinkende best’ doen. Om met weinig geld de vluchtelingen in Syrië zo effectieve mogelijk te helpen, is samenwerking tussen hulporganisaties geboden, aldus Halsema, die eerder pleitte voor een zakelijke benadering van ontwikkelingshulp.

 

 

‘De discussie die Halsema met haar kritiek aanzwengelt, raakt op een aantal punten ontwikkelingen waar Artsen zonder Grenzen zich al langer over uitspreekt.’ Arjan Hehenkamp,
directeur Artsen zonder Grenzen

 

Indrukwekkend
“Het is heel moeilijk om het goed te doen”, zegt een echtpaar uit Den Bosch na afloop. “Dat blijkt wel uit dit verhaal.” Ze zijn al jaren trouwe donateurs. “Maar eigenlijk vonden we de Twitterfoto’s die directeur Tineke Ceelen liet zien van haar reizen naar Syrië en Congo het meest indrukwekkend. Nu hebben we een beter beeld van hoe die mensen daar moeten leven in de kampen. Vreselijk, ze hebben helemaal niks. Voor je het weet hebben we het hier weer de hele tijd over onszelf, en vergeten we de vluchtelingen.” 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons