Achtergrond

Succesvolle kledingactie voor Syrische vluchtelingen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Gelukkig was het een milde winter dit jaar, want de garderobe van de vluchtelingen in ons land blijkt allesbehalve winterproof. Gabi Spitz ondernam actie en zamelde kleding in. Ze vertelt zelf over deze succesvolle actie. 

Kledingactie voor vluchtelingen

Het is stampvol in de smalle gang. Ik wurm me tussen de mensen door. Het zijn vooral Syrische mannen, een paar Iraniërs en wat Eritreeërs. Ze staan druk te graaien. In bakken met tweedehands sokken, mutsen en sjaals. Ze zoeken naar hun maat in de rekken jeans, warme truien en jassen. Een man op Crocs houdt een paar bruine laarzen omhoog en vraagt of het mannen- of vrouwenschoenen zijn. De garderobe van de vluchtelingen, die sinds oktober in de noodopvang wonen, blijkt allesbehalve winterproof. 

Verderop in onze geïmproviseerde pop-up store is het niet anders. Een handvol vrouwen, met én zonder hoofddoek, dromt samen om een tafel met vesten en broeken. Een hoogzwangere vrouw krijgt positiejeans aangereikt, terwijl een ander de maat van een bloesje probeert te schatten. Nog een stukje verder zoeken jonge ouders minutieus door de stapels kinderkleding, speurend naar de juiste maat voor de kleintjes die rond hun voeten scharrelen. Een jongen van een jaar of tien –met blote armen in paars T-shirt- vindt een capuchontrui en trekt ‘m meteen aan. 

Muziek en Syrische hapjes

Het is een gezellige drukte: mensen vullen tassen, kletsen met elkaar en kinderen rennen rond de tafel waarop bekertjes limonade staan. Er is muziek en er zijn Syrische hapjes. Noha, een enthousiaste vrouw uit de badplaats Latakia, heeft ze bij mij thuis gemaakt. Uren heeft ze koriander gehakt, aardappelen geschild, uien gesneden en vervolgens heeft ze deegballetjes gefrituurd. Ze fronst haar wenkbrauwen over ons kleine keukentje en het ontbreken van grote pannen en fatsoenlijke schalen. In Latakia had ze een ruime keuken, van alle gemakken voorzien. Mijn gebrek aan goede keukenspullen wreekt zich aan het eind van de kooksessie: de instabiele wok met hete olie gaat over de vloer. Gelukkig raakt niemand gewond. Onze white wash grenen vloer is wel naar de Filistijnen, helaas. 

Syrische hapjesHeerlijke Syrische hapjes

Mijn man kijkt het met lede ogen aan. De afgelopen weken vulde ons huis zich langzaamaan met tientallen zakken vol kleding en schoenen. Het is zoveel dat we in sommige kamers letterlijk over de stapels zakken heen moeten klimmen. Dagelijks komen er mensen langs, die dankzij oproepjes op Facebook spullen komen brengen. Vaak blijven zij nog even hangen voor een praatje, waarna ik uren naar zolder verdwijn om de kleding op maat en type te sorteren. Of ik vertrek naar een vergadering met de andere vrijwilligers of ga nog ergens wat spullen ophalen. Ik wil dit event tot in de puntjes regelen en besteed er al mijn vrije tijd aan. Mijn man helpt waar hij kan, maar is het gedoe en de rommel duidelijk zat. 

Schaamte

Het begon als een klein en onschuldig ideetje: tijdens een afspraak met mijn kennissen uit de opvang bij een koffietentje in de buurt bleken twee jongens één jas te delen en droeg het dreumes-dochtertje van één van hen wel een skipak, maar geen schoentjes. Toen ik die middag een winterjas en babyschoenen langsbracht, ontstond er een ongemakkelijk moment. Natuurlijk waren ze blij met de spullen, maar ze schaamden zich ook. Om tweedehands spullen aan te nemen én omdat ze niets konden terug geven. Dat moet toch beter en leuker kunnen, dacht ik!

Kledingactie voor vluchtelingen

Via het vrijwilligersnetwerk rondom de opvang vind ik een aantal mensen die willen meedoen om een kledingmiddag voor wat vluchtelingen te organiseren. Ons clubje blijkt vooral een soort bruisende ideeënmachine en voor mijn gevoel lopen de plannen nogal uit de hand. Er zijn plannen voor live-optredens, kleedkamers, catering en journalisten. Ik heb vaker evenementen georganiseerd, alleen lukt het me nu niet om de boel te coördineren. Iedereen lijkt de leiding te hebben, maar tegelijkertijd is het allemaal nogal vrijblijvend. Sommige mensen komen aanwaaien wanneer ze er zin in hebben. Of helemaal niet. Mails worden niet beantwoord, telefoons niet opgenomen. Een lichte vrees om met een huis tot de nok toe gevuld met zakken kleding achter te blijven, maakt zich van mij meester.    

Een prachtige pop-up store

Op het moment suprême blijkt dat nergens voor nodig. In één dag draaien we een prachtige pop-up store in elkaar voor ruim 150 vluchtelingen. Uit onverwachte hoeken komen allerlei mensen helpen: een jeugdvriendin regelt zo’n duizend kledinghangers, haar moeder werpt zich samen met wat andere dames op als ‘winkeljuf.’ Onbekenden begeleiden de vluchtelingen door de regen naar de kledingbeurs en een veertienjarig meisje komt twee dagen kinderkleding sorteren. Aan het eind van de middag ruimen helpers de overgebleven kleding razendsnel op. Bij mij staat het zweet op m’n bovenlip; ik voelde me heel verantwoordelijk, maar had de situatie niet onder controle. Ook zonder strakke regie en een tot in de puntjes uitgewerkt draaiboek blijkt dit event op rolletjes te lopen. De vluchtelingen zijn winterkleding rijker, de vrijwilligers zijn blij en ik? Ik kreeg een gratis lesje ‘go with the flow’!

De namen in het artikel zijn gefingeerd en de aanwezige vluchtelingen zijn onherkenbaarheid in beeld gebracht. Dit om veiligheidsredenen. 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons