Achtergrond

‘Shit happens, zeggen we in Sierra Leone’

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Haar vader was politiek activist in Sierra Leone, haar moeder een echte Schotse. Aminatta Forna (Glasgow, 1964) is een internationaal bekroonde auteur en in haar vrije tijd ontwikkelingswerker in het dorp van haar familie in Sierra Leone. Maar verwacht van Aminatta Forna geen uitgebreide analyses van het armoedeprobleem. Ze was even in Nederland bij het verschijnen van Fantoomliefde, de 574 pagina’s tellende vertaling van haar bekroonde roman The memory of love. “Met m’n Afrikaanse vrienden daar praat ik over showbizz en modeontwerpers. Met Europeanen moet het altijd over armoede gaan.”

Hoe moet ik u introduceren bij onze lezers? Als Sierra Leonese of Schotse auteur?
“Na mijn debuut (The devil danced on water, 2003) werd ik neergezet als Afrikaanse schrijver, maar ik ben opgegroeid met Schotse kinderliedjes. Ik voel me deel van een nieuwe golf van auteurs met een cultureel complexe identiteit, kosmopolieten die niet vast te pinnen zijn op één bepaald land. Nadat het huwelijk van mijn ouders was stukgelopen, is mijn moeder met een diplomaat getrouwd en zijn we met hem mee verhuisd naar Iran, Thailand, Zambia en Nigeria. De ervaringen daar hebben mijn schrijverschap net zo goed beïnvloed als mijn Sierra Leoonse roots. Al vanaf mijn vroege jeugd zie ik dingen altijd op meer dan één manier. Dat is een inspiratiebron voor mijn schrijverschap.”

Toch is Sierra Leone een terugkerend thema in uw werk.
“Als schrijver voel ik het als een plicht en als een privilege om te schrijven over wat de oorlog (1991- 2001) heeft gedaan met het land. Er zijn genoeg getalenteerde schrijvers in Sierra Leone die erover schrijven, maar die hebben geen contact met internationale uitgeverijen. Ik zit in de bevoorrechte positie dat ik dat wel heb.”

Kunt u iets zeggen over het leven in een land na oorlog?
“Ook al is het vrede, de oorlog gaat door in de geesten van de mensen. De levens van daders en slachtoffers zijn met elkaar vervlochten. Je komt elkaar tegen op straat, op het werk. Ik was op een boekfestival in Sri Lanka, dat, zoals je weet, ook een recente geschiedenis van geweld kent. Lezers daar vonden mijn boek heel herkenbaar. Voor Europeanen die nooit zoiets hebben meegemaakt, is het lastig om te begrijpen hoe het is om te leven in zo’n land dat herstelt van oorlog. Vandaar ook de Engelse hoofdpersoon Adrian, een arts die voor het eerst in Sierra Leone is. Hij is de ogen en oren van lezers, ze gaan met hem op reis.”

In uw boek verleent de Engelse psychiater Adrian psychotherapie in Sierra Leone, maar mensen staan nou niet bepaald in de rij om over hun trauma’s te praten.
“De mensen in Sierra Leone zijn meer van ‘shit happens’. In het Crio is er een bekend gezegde, dat luidt ‘I fodon and grap’: ik val en loop weer door. In het Westen psychologiseren we alles wat ons overkomt, staan we er veel meer bij stil en proberen we overal duiding aan te geven.”

Bij Nieuw Amsterdam, dat de Nederlandse vertaling van uw boek uitgeeft, verscheen onlangs Waarom bent u zo arm? Daarin gaat journalist Bahram Sadeghi op zoek naar de oorzaken van armoede in Sierra Leone.
“Nou, de echte vraag is: waarom zijn wij zo rijk? Die vraag is meer relevant voor het Westen. En trouwens, het klopt niet eens. Afrikanen zijn het zat dat ze altijd als arm worden neergezet. De economie van Sierra Leone zit in de lift, vooral dankzij de mijnbouw en olie die voor de kust is gevonden. De Afrikaanse banken hebben de crisis ook goed doorstaan. Als ik in Sierra Leone ben, in het dorp van mijn familie, zie ik veel meer dan armoede. Natuurlijk, die is er wel, maar tegelijkertijd kun je er leven met weinig geld. Er is een bepaalde vrijheid je leven zelf in te richten. Je kunt zelf je huis bouwen in je dorp. Je kunt zelf een put aanleggen. Je kunt zelf je eten verbouwen. Kom daar maar eens om in Europa.”

Maar toch hebben wij het gevoel dat we Afrika laten zitten als we minder of misschien zelfs geen ontwikkelingshulp meer geven.
“Met Afrikaanse vrienden praat ik over modeontwerpers, soapsterren, nieuwe films, showbizzroddels en politieke relletjes. Maar altijd als ik met westerlingen praat, gaat het over armoede. In Zuid-Amerika, het Midden-Oosten en Azië wonen ook heel arme mensen, maar Afrika representeert voor Europeanen het ultieme beeld van ‘de ander’. Het is en blijf het donkere continent zoals Joseph Conrad het heeft neergezet in The heart of darkness. Nu, met de Arabische Lente, is er eindelijk oog voor armoede in de Arabische Wereld. Ontwikkelingswerkers daar klaagden wel eens dat altijd alle aandacht naar Afrika ging. Misschien komt het door de geschiedenis van kolonialisme en slavernij, maar het paternalisme dat zo kenmerkend is voor de relatie Westen-Afrika zit niet in de relatie tussen het Westen en de Arabische wereld.”

Zelf bent u ook ontwikkelingswerker.
“Nou ja, dat is eigenlijk vanzelf zo gegroeid. Het begon in 2002, toen de oorlog net voorbij was. De mensen uit het dorp van mijn vader vroegen of ik schoolgeld wilde betalen voor twee kinderen. Ze zouden dan in de stad naar school gaan en bij familie daar logeren. Toen dacht ik: ik kan beter een bevlogen leraar naar het dorp halen, dan profiteren er meer kinderen van. Ik dacht meteen aan neef van mij. Hij is de hele oorlog doorgegaan met lesgeven. Zelfs toen hoofdstad Freetown onder vuur lag, ging hij persoonlijk naar ministerie van Onderwijs om daar de examens voor zijn leerlingen op te halen. En dat voor een salaris van omgerekend 30 euro per maand. Ik heb hem naar ons dorp gehaald en dorpsbewoners gingen aan de slag om een school te bouwen van klei en hout. Toen ging de bal rollen. Vrienden in Engeland wilden mee betalen, lezers stuurden brieven met geld erin.”

En nu, tien jaar later?
“Inmiddels staat er een stenen gebouw. We trainen leraren, delen klamboes uit, we telen cashewnoten voor de verkoop, geven lessen in hygiëne. En: er is een bibliotheek met negenhonderd Harry Potterboeken. Weet je hoe dat komt? Mijn uitgever was een beetje aangeschoten van de champagne tijdens een prijzengala. Hij zei: ‘Ik geef elk kind in je school een boek van Harry Potter’. Hij heeft zich aan zijn belofte gehouden.”   

Doet u geen werk dat de overheid van Sierra Leone zou moeten doen?
“We werken juist samen met de overheid. Sinds kort hebben we een ruimte geopend waar vrouwen onder begeleiding van een verloskundige kunnen bevallen. Ik heb daarbij ideeën overgenomen van ambtenaren. Het ministerie van Volksgezondheid heeft de afgelopen jaren veel gedaan in de strijd tegen moedersterfte, gezorgd dat er veel kinderen gevaccineerd zijn. Het irriteert me enorm als mensen in het Westen zeggen dat Afrikanen elkaar laten verkommeren, dat mensen niks geven om een mensenleven. Het probleem is vaak dat mensen uit het dorp niet weten hoe ze kunnen aankloppen bij de nationale overheid. Ik zie mezelf als intermediair tussen die twee. Ik weet hoe de dorpsstructuren werken, maar begrijp ook hoe een ministerie in elkaar zit.”

Westerse hulporganisaties zijn druk op zoek naar een nieuwe aanpak. Heeft u een tip?
Veel ontwikkelingsorganisaties proberen zich te veel aan te passen aan een van de twee: aan de lokale structuren of aan de overheidsstructuren. Of ze proberen een eigen, derde weg te implementeren; het westerse model. Dat werkt niet. Westerse overheden en organisaties moet vooral goed nadenken wat ze nou precies met hulp willen bereiken. Als ze Afrika echt willen ontwikkelen, waarom kan Afrika dan geen handel bedrijven met de EU op eerlijke voorwaarden? Als het Westen stopt met hulp geven, moeten Afrikaanse overheden meer rekenschap afleggen aan hun burgers. Maar ja, waarschijnlijk springt China dan meteen in het gat dat Europa achterlaat. Eigenlijk maakt het dus niet zoveel uit.”

Fantoomliefde/Nieuw Amsterdam/ € 24,95

 

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons