Samen studeren

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Vandaag is de internationale Dag van de Vluchteling, ingesteld door de Verenigde Naties om wereldwijd aandacht te vragen voor hun lot. Met het project Refugees@campus brengt Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF succesvol studenten bij elkaar: een Nederlandse student ondersteunt en begeleidt een vluchtelingstudent. Drie koppels delen hun bijzondere verhaal.

Izan Dilbaz (22) en Nigussie Teklay (28) ontmoetten elkaar eind maart in Den Haag voor het eerst. “We hebben toen geloof ik wel drie uur gepraat”, vertelt Izan. Hij is de studentmentor van Nigussie en studeert bedrijfseconomie aan de Haagse Hogeschool. “Al na tien minuten voelde het als een normaal gesprek onder vrienden.”

Nigussie vluchtte uit Eritrea en kwam in 2014 naar Nederland. Hij volgt nu een schakeljaar, bedoeld om het onderwijssysteem hier te leren kennen en om minimaal het B2-niveau Nederlands te halen. “Twee weken geleden hoorde ik dat mijn Eritrese diploma is geaccepteerd”, zegt Nigussie. “Ik hoef nu alleen de staatsexamens te doen.”Hij wil International Business and Development studeren, al sluit dat niet aan op zijn eerdere opleiding. “In Eritrea moest ik verplicht landbouw studeren, maar mijn droomcarrière is altijd iets met business geweest.” Wat Izan nu studeert, eigenlijk.

Izan en NigussieNigussie volgt een schakeljaar en zijn mentor Izan, student Bedrijfseconomie.

Een goede match

“Het studentmentoringproject is gericht op eerstejaars vluchtelingstudenten die in hun geboorteland al een studie hebben gedaan en UAF-studenten die in hun voorbereidingsjaar zitten, waarin wordt gekeken of ze een Nederlandse hbo- of universitaire studie kunnen volgen”, vertelt projectleider Remko de Kok. “De achterliggende gedachte is dat vluchtelingstudenten makkelijker integreren als ze daarbij door een maatje worden ondersteund.”

In drie jaar tijd wil het UAF 500 koppels formeren, de teller staat nu op ongeveer 200 koppels door heel Nederland. “Boven verwachting”, lacht De Kok enthousiast. “We hadden niet gedacht dat het zo snel zou gaan en dat het zo makkelijk was om studenten te werven. De belangrijkste uitdaging is om ons programma blijvend te kunnen aanbieden. Nu doen we het nog met subsidie van de Nationale Postcodeloterij.”
Het project is gebaseerd op gelijkwaardigheid en wederkerigheid. De Kok: “Het is geen meester-leerlingverhouding. Wat we nastreven, is de uitwisseling tussen koppels. Als er vriendschap ontstaat, is dat helemaal mooi.”

Vaak willen ze de taal oefenen en wegwijs gemaakt worden op de onderwijsinstelling

Voor de match met Nederlandse studenten is de behoefte van de vluchtelingstudenten leidend. Ze geven vaak aan dat ze de Nederlandse taal willen oefenen en dat ze wegwijs gemaakt willen worden op de onderwijsinstelling waar ze studeren. De matching vindt verder plaats op basis van de opleiding, interesses en in sommige gevallen de woonplaats. Nu een jaar later begint het project vruchten af te werpen. UAF-studenten die het traject hebben afgerond, geven aan dat ze meer zelfvertrouwen hebben gekregen en beter presteren op hun opleiding. De mentoren op hun beurt leren de nieuwe Nederlanders naast zich op de collegebanken beter kennen. “Soms is het mentorschap zwaar voor ze, zeker wanneer ze elkaar beter leren kennen en ze meer weet krijgen van het vluchtverleden. Daarom hebben we onze begeleiding hierop aangepast. Zo krijgen studenten een training in interculturele communicatie waarbij ze aan de hand van casussen uit de praktijk leren omgaan met degelijke situaties”, legt De Kok uit.

Andere culturen

Izan meldde zich aan als mentor, omdat hij iemand wilde helpen en van anderen wilde leren. En zijn hij en Nigussie een goede match? Ze knikken enthousiast. “Hoewel ik niet weet of dat komt door onze vergelijkbare studievoorkeur”, lacht Izan. “We praten namelijk niet vaak over onze studie en Nigussie zit nog in zijn schakeljaar. Als ik met hem praat, steek ik veel op over zijn cultuur.” Nigussie: “Als ik een vraag heb over mijn studie, over de samenleving hier of over de verschillende culturen, heb ik altijd een vertrouwd iemand bij wie ik terecht kan.”

Ook discussiëren ze over van alles en nog wat. Nigussie: “Heel interessant, ook al verschillen onze meningen vaak enorm.” Izan: “Door je mening te delen, krijg je een beter begrip over hoe mensen denken en hoe je zelf in elkaar zit.”

Het project van UAF is landelijk uitgezet in studentensteden. Zo ook in Groningen, waar Monique Alberts (23) en Aram Asatrian (35) nu drie maanden mentor en mentee zijn. Toch voelt het alsof ze elkaar al jaren kennen. “Andere culturen vond ik altijd al erg interessant”, vertelt Monique, tweedejaars toegepaste psychologie. “Zo ben ik eens zes weken naar Nicaragua geweest om vrijwilligerswerk te doen. Toen ik de vacature van dit project zag, heb ik me meteen aangemeld.”

Monique en AramIn Groningen is studente Monique de mentor van de Armeense Aram.

Aram doet een voorbereidingsjaar aan het Groningse Alfa-College en werd door een docent getipt om mee te doen. “Oorspronkelijk kom ik uit Armenië”, vertelt hij. “Ik ben al sinds 2007 hier, maar ik mag pas nu studeren: mijn asielprocedure duurde ontzettend lang. Toen ik net in Nederland was, heb ik ook een maatje gehad. Ik leerde daardoor het land goed kennen: de mensen, de cultuur en de stad. Studeren is voor mij een nieuwe fase, en Refugees@campus kan daarbij helpen.” In september hoopt hij een studie sociaal werk te beginnen.

Ze antwoorden volmondig ‘ja’ op de vraag of ze een goede match zijn. “We kunnen samen goed kletsen”, zegt Monique. “Daarnaast doe ik een sociale studie en hij is van plan dat ook te gaan doen.” Aram lacht: “Ik ben dan ook héél sociaal.”
Monique vindt het soms lastig dat Aram ouder is en meer levenservaring heeft. “Dan vraag ik me af of ik hem wel goed kan helpen, maar hij zegt dat hij veel aan onze gesprekken heeft.” Aram vult aan: “De samenwerking is fijn, maar vooral: Monique leeft echt met me mee.”

Hij leert mij ook veel

“We hebben een gezamenlijk doel”, vat Aram samen: “van elkaar leren en iets voor elkaar betekenen.” Monique: “Ik vond het mooi dat Aram in het begin tegen mij zei dat als ik iets nodig heb, hij mij óók wil helpen. Onze samenwerking is wederzijds. Hij leert mij ook veel. Zo vind ik het bijzonder dat hij, ondanks alles wat hij heeft meegemaakt, positief blijft. Daardoor besef ik extra dat het niet vanzelfsprekend is een opleiding te kunnen volgen.”

Je welkom voelen

Amal Marguoum (21) en Barra Abd al Fattah (22) in Eindhoven (zie de foto bovenaan het artikel) zijn sinds eind januari een koppel. Amal studeert toegepaste psychologie en woont in Dordrecht. “Op de site van mijn school zag ik iets over dit project”, vertelt ze. Ze had al eerder vrijwilligerswerk voor vluchtelingen gedaan. “Ik vind het belangrijk dat mensen zich hier welkom voelen”, zegt ze, en wijst naar haar dieprode hoofddoek. Ze krijgt soms opmerkingen van mensen die vinden dat ze ‘terug moet naar haar eigen land’. “Daar heb ik flink moeite mee en ik vind het belangrijk dat gevoel bij anderen tegen te gaan. Dit project is een mooie manier om iemand die hier niet is geboren, te helpen.”

Dat werd Barra, een heel slimme jongen, vindt Amal. Barra komt uit Syrië en heeft daar informatica gestudeerd. “Anderhalf jaar geleden kwam ik naar Nederland en nu woon ik in een dorpje bij Eindhoven.” Hij doet een schakeljaar om uit te vinden of hij op hbo-niveau zit.

Ik begeleid hem vooral met sociale contacten

“Toen we elkaar voor het eerst ontmoetten, hadden we meteen een klik”, zegt Amal. “We hebben allebei veel doorzettingsvermogen en vinden studeren belangrijk.” Ze wijst naar de foto van hen beiden. “Dat was op de Dam in Amsterdam. Ik had hem daarnaartoe meegenomen om te laten zien dat er veel verschillen zijn tussen mensen, maar dat iedereen goed met elkaar omgaat en het niet uitmaakt waar je vandaan komt.”
Amal begeleidt Barra nu vooral met sociale contacten, zodat hij daar wat losser mee wordt en zichzelf niet alleen als vluchteling ziet. “We whatsappen en bellen vooral”, zegt Amal. “Afspreken doen we eens per maand.”

Ook met taal en studie biedt ze hulp. “Hij leent mijn boeken soms en ik help hem bij het opstellen van brieven.” Barra: “Ik twijfelde over wat ik wilde studeren, toegepaste psychologie of ICT. Daarom las ik veel boeken, soms ook samen met Amal.” Amal: “Ik probeerde een beeld te schetsen van de opleiding toegepaste psychologie, die ik volg. Hij heeft toen toch voor ICT gekozen.”

Amal is dankbaarder geworden door dit project. “Als ik hoor hoeveel Barra heeft meegemaakt en dan nog steeds zo vastbesloten is om zijn diploma te halen en werk te vinden, denk ik weleens: ‘wat heb ik nou te klagen?’.” Ook het proces zelf vindt ze heel leuk: “Het is mooi om te zien hoe iemand zich ontwikkelt.”

Voortaan vrienden

Izan en Nigussie in Den Haag ontmoeten elkaar ongeveer eens per week op school of in de bibliotheek. Izan: “We praten dan makkelijk een uur of drie over alles wat nieuw is en waar hij hulp bij nodig heeft. Zo heb ik hem geholpen met de inschrijving voor toetsen en het versturen van mailtjes. Eigenlijk nog niet zoveel dus, omdat we pas twee maanden gekoppeld zijn.”

Izan heeft me geholpen veel normen en waarden uit te leggen

Nigussie: “Mijn hele wereldbeeld is veranderd. Ik wist bijvoorbeeld niet dat mensen, die uit verschillende landen komen, kunnen samenwerken of een echte band kunnen hebben. Ik vond het zelf in het begin echt moeilijk om met mensen uit andere culturen om te gaan.” Hij legt uit dat Eritrea weliswaar verschillende culturen en talen kent, maar dat die – anders dan in Nederland – weinig omgang met elkaar hebben. Nigussie: “Dat is echt een nieuwe ervaring voor mensen die hier net zijn komen wonen. Izan heeft me daar enorm bij geholpen door veel normen en waarden uit te leggen.”

Op de vraag of ze vrienden zijn, antwoordt Izan na een korte aarzeling: “Ja, ik zou onze band best zo willen beschrijven.” Nigussie: “Ja, wij zijn vrienden, maar nog niet zo heel lang.” Ze zien elkaar in ieder geval niet als mentor en mentee, verduidelijken ze.

Ook de Eindhovense Barra is erg blij met het contact: “Amal heeft mij veel geleerd en een mooie ervaring gegeven. Alles in Nederland was nieuw voor mij en ze heeft mij meer zelfvertrouwen gegeven. Ik heb er een vriend bij.” Amal is zo enthousiast over het project, dat ze zich volgend jaar opnieuw wil aanmelden. “Maar Barra en ik blijven na dit project vrienden. Hij heeft me dat ook gevraagd. Ik zei: wat mij betreft zijn we allang vrienden.”

Op 19 mei sloten de koppels van de eerste lichting hun halfjaar feestelijk af. Een sfeerverslag en lessons learned voor de nieuwe koppels die al aan de slag zijn.

Foto's: Mariska Jansen

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met UAF.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons