Achtergrond

Nieuw onderzoek naar omstreden oliedeal van Shell in Nigeria

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Mr. Dan Etete, voormalig minister olie onder het regime van dictator Abacha, werd op vrijdag 19  juni ondervraagd op het hoofdkantoor van de Economical and Financial Crime Comission EFCC in Abuja. Dat meldt de Nigeriaanse onderzoekswebsite Premium Times op basis van interne bronnen bij de EFCC. Volgens de Premium Times moest Etete eerst vragen beantwoorden over een geldtransfer naar Zwitserland, en vervolgens over de verkoop van de licentie voor olieveld 245 (OPL 245). De ondervraging zou maandag worden voortgezet.

Omstreden oliedeal
Olieveld 245 bevat een kwart van alle Nigeriaanse olie. De licentie om daarnaar te boren was tot april 2011 in handen van Malabu, een bedrijf dat vijf dagen voor de toekenning van de licentie werd opgericht, en waarvan Etete de voornaamste eigenaar is. Het was Etete zelf die zijn handtekening onder de licentietoekenning zette. Kortom: de minister gaf zichzelf een zeer lucratief olieveld.

Shell en ENI betaalden 1,1 miljard aan de Nigeriaanse regering, die hetzelfde bedrag aan Malabu betaalde

Sinds april 2011 is OPL 245 in handen van Shell en ENI. Zij betaalden hiervoor 1,1 miljard dollar. De oliegiganten houden vol dat zij zaken deden met de Nigeriaanse regering, niet met Malabu en Etete. “Shellbedrijven hebben zich te allen tijde aan de Nigeriaanse wet gehouden, als wel aan de bepalingen die werden gesteld aan de licentieovereenkomst met de Nigeriaanse overheid”, zo liet een woordvoerder van Shell in januari aan OneWorld weten. “We zijn open en transparant over alle betalingen die door Shell aan de Nigeriaanse overheid zijn gedaan.”

Het Nigeriaanse parlement denkt daar anders over. Op 18 februari 2014 beoordeelde het parlement de OPL 245-deal als ‘een zeer gebrekkige overeenkomst’ die ‘niet in nationaal belang is’ en zelfs ‘tegen de Nigeriaanse wet’. Bijbehorende adviezen: herroep de overeenkomst en berisp Shell en ENI vanwege hun gebrek aan transparantie bij het sluiten ervan.

OneWorld publiceerde op 30 januari de details van de OPL 245-overdracht. Daaruit bleek dat Shell en ENI inderdaad 1,1 miljard dollar betaalden aan de Nigeriaanse overheid, maar dat de overheid datzelfde bedrag aan Malabu toekende (zie kader). Daardoor belandde het geld dus niet in de staatskas, maar bij een corrupte ex-minister en zijn partners.

DE OPL245-DEAL
Shell en ENI betaalden het geld voor OPL 245 aan de Nigeriaanse overheid. Maar: op de bewuste vrijdag van de deal in april 2011 werden welgeteld drie overeenkomsten ondertekend – de Nigeriaanse regering betaalde precies evenveel aan Malabu als zij van Shell en ENI ontving.

 

  1. Overeenkomst tussen de Nigeriaanse overheid en Malabu, ondertekend door de minister van olie en procureur-generaal Adoke en twee onbekende medewerkers van Malabu.  ‘Malabu draagt de OPL-aandelen over aan de Nigeriaanse overheid en komt overeen om ‘af te zien van iedere aanspraak op OPL 245’ in ruil voor ‘een compensatie van de Nigeriaanse regering van 1.092.040.000 dollar’.
  2. Overeenkomst tussen de Nigeriaanse regering (FGN) & NNPC (Nigerian National Petroleum Corporation) en SNUD & SNEPCO (dochterondernemingen van Shell) & NAE (dochter ENI). De Nigeriaanse regering kent OPL 245 toe aan SNEPCO en NAE in ruil voor een betaling van $1.092.040.000 (!) en een signature bonus (aan de regering- red.) van $207 miljoen.
  3. Een schikkingsovereenkomst tussen Malabu en Shell (SNEPCO en SNUD) waarmee een eind wordt gemaakt aan de juridische procedures tussen beide bedrijven.

Nieuwe president
Dat het onderzoek naar de OPL 245-deal is heropend, is volgens de Premium Times te danken aan de wisseling van de macht. Op 29 mei van dit jaar is de nieuwe president Muhammedu Buhari ingezworen. Binnen een maand was het onderzoek naar miljardendeal OPL 245 weer opgestart.

CEO Shell: de transactie brengt geen enkel risico met zich mee

Het sluit aan bij de verwachting van Olanrewaju Suraju van de Nigeriaanse anticorruptieorganisatie HEDA. Hij zei in januari tegen OneWorld: “Zolang de huidige regering aan de macht is gaat er niets gebeuren. Het zijn de president, de minister van olie en procureur-generaal Adoke die het advies van het parlement (om de licentie voor olieveld 245 in te trekken, red.) moeten uitvoeren. Maar zij waren zelf betrokken bij het opstellen van de deal.”

De directie van Shell leek zich tijdens de aandeelhoudersvergadering, afgelopen 19 mei, weinig zorgen te maken over de hele zaak. Campagnegroep Global Witness, die het dossier nauwgezet volgt, vroeg meerdere malen of de directie kon garanderen dat OPL 245 geen risico vormde voor aandeelhouders. Shell-CEO Ben van Beurden raakte zichtbaar geïrriteerd, maar gaf die garantie wel. “We zijn hier altijd heel helder over geweest”, zei hij, “de transactie brengt geen enkel risico met zich mee”.

Voorkennis
Barnaby Pace, die namens Global Witness het woord voerde bij de vergadering, vindt die opstelling onvoorstelbaar. “Het is teleurstellend dat Shell zich nog steeds zo opstelt”, zei hij na afloop. “Er is een opmerkelijke hoeveelheid bewijs dat die 1,1 miljard in verkeerde handen is gevallen.” Hij wijst erop dat het Openbaar Ministerie in Milaan strafrechtelijk onderzoek doet naar de aankoop van OPL 245. In dat onderzoek zijn twee due diligence-onderzoeken van ENI opgedoken die OneWorld heeft ingezien.

Etete betaalde de opleiding van de kinderen van president Jonathan

Het conceptrapport dat op 1 april 2010 werd opgesteld door The Risk Advisory Group (voorafgaand aan de OPL 245-aankoop) stelt dat Shell in februari 2010 direct met Etete onderhandelde over de aankoop van OPL 245. De rechtszaak in Frankrijk (waar Etete in absentia werd vervolgd wegens witwassen) zou hier vermoedelijk ‘geen impact op hebben’. Dat is opmerkelijk, want ENI nam de witwasaanklacht dermate serieus dat zij het in een vergelijkbaar rapport uit 2007 een ‘issue of concern‘ vonden.

Het rapport uit 2010 bevestigt daarnaast de link tussen Etete en de vorige Nigeriaanse president, Goodluck Jonathan: ‘The source told us that “Etete paid for the education of Jonathan’s children back in the day and he thinks that he is now in a position to call in that favour”.’

ENI wenste niet geassocieerd te worden met Etete, en ontkende tijdens de aandeelhoudersvergadering in 2014 dat bij hen bekend was dat Etete de eigenaar van Malabu is.

In het verslag van die vergadering staat: ‘Regarding the alleged role of Dan Etete in Malabu, no clear evidence was found during the preliminary audits conducted by the eni legal department under the anti-corruption procedures, particularly in relation to his connection with the company.

Uit de due diligence-rapporten uit 2007 en 2010 blijkt dat ENI wel degelijk op de hoogte was van de positie van Etete. In het rapport uit 2007 staat: ‘Malabu Oil and Gas Ltd is an indigenous Nigerian oil and gas company, controlled by the former petroleum minister, Dan Etete. The company was awarded OPL 245 by the Abacha administration, while Etete was still petroleum minister, in April 1998.

Als ENI voor de rechter moet komen in Italië, heeft dat gevolgen voor Shell. “ENI en Shell waren gelijke partners in deze deal”, zegt Pace van Global Witness, “dus de risico’s die voor ENI gelden, zijn net zo reëel voor Shell.” Maar, waarschuwt Simon Taylor, directeur van  Global Witness, zo ver is het nog niet. “Het onderzoek in Italië staat nog erg in de kinderschoenen. Voorlopig komt die zaak nog niet voor de rechter. Maar als het zover is, zou het inconsistent zijn niet uitgebreid onderzoek te doen naar de rol van Shell. Alleen al omdat er personeel van Shell aan de onderhandelingstafel zat.”

Shell zegt niet meer dat ze zich te allen tijde aan de Nigeriaanse wet hebben gehouden

“Geen enkel risico”
Vindt Shell nog steeds dat de wijze waarop OPL 245 is verkregen ‘open en transparant’ is, en dat de deal geen enkel risico vormt voor de aandeelhouders? Die vraag legden we voor aan de Nederlandse woordvoerder, maar we kregen geen nieuw antwoord. Hij herhaalde een deel van het statement dat hij ons in januari ook al toestuurde: ‘Betalingen met betrekking tot de afgifte van de licentie (voor OPL 245 –  red.) werden alleen gedaan aan de Nigeriaanse overheid. Noch NAE (ENI) noch SNEPCO (dochteronderneming Shell) maakte geld over aan Malabu Oil and Gas.’

Het citaat over openheid en transparantie dat de vorige keer werd meegestuurd, is deze keer weggelaten. Net als de quote dat Shell zich te allen tijde aan de Nigeriaanse wet heeft gehouden.

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons