Marcel de Vink in het land van de dappere vrouwen

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee
Met pijn in zijn hart neemt de Nederlandse ambassadeur Marcel de Vink (46) deze zomer afscheid van zijn geliefde Pakistan. In de twee jaar dat hij er zat tilde hij opvallend veel vrouwenprojecten van de grond.

“Hoe kun je een land ontwikkelen als vrouwen, die meer dan de helft van de bevolking uitmaken, buiten het economische proces vallen?”, luidt zijn motto. Nederland is niet voor niets een voortrekker in de wereld als het gaat om de seksuele reproductieve gezondheid en rechten van vrouwen. Ook in Pakistan. “Vrouwen verdienen even goed een financiële positie in de samenleving”, vindt deze jonge, eigentijdse diplomaat.  

HelikopterongelukOp een haartje na ontsnapte De Vink begin mei dit jaar aan de dood. Hij zat in de militaire helikopter die crashte vanwege een technische mankement buiten het noordelijke bergstadje Gilgit. Daar was het gehele corps diplomatiek in Islamabad door premier Nawaz Sharif uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de opening van een skilift. Acht mensen kwamen om het leven. De Vink liep flinke brandwonden op.

In een interview dat OneWorld voor de crash met de ambassadeur had, vertelde hij over zijn laatste droomreis die hoogst waarschijnlijk naar Gilgit zou gaan. Een kleine stad met schilderachtige weggetjes langs sprookjesachtige turquoiseblauwe meren en met uitzicht op de eeuwige sneeuw.

 

Eenderde van alle vrouwen trouwt hier nog steeds voor haar zestiende

Kindhuwelijken
Het zijn overigens niet alleen de extremistische Taliban, een kleine minderheid, die vrouwen uit de samenleving proberen te verbannen, wil De Vink duidelijk maken. Het is ook de eeuwenoude cultuur op het oerconservatieve platteland die voorschrijft dat meisjes op jonge leeftijd dienen te trouwen. De ouders zijn dan van een financiële last bevrijd. Ze gaat zeker als maagd het huwelijk in. Maar het gevolg is wel dat het meisje niet meer naar school mag en dus economisch niet onafhankelijk wordt. Een van de grootste campagnes die de ambassadeur samen met de Nederlandse stichting Rutgers WPF voerde was die tegen het kindhuwelijk. “Officieel is het verboden, maar in de praktijk bestaat het nog steeds. Eenderde van alle vrouwen trouwt hier nog steeds voor haar zestiende.”

De Vink vertelt enthousiast, vanaf het puntje op zijn stoel, hoe hij honderd meisjes uit de conservatieve provincie Sindh benoemde tot zijn speciale ambassadeurs en ze allemaal op een podium liet zetten. “We trainden ze om in hun dorpen met leeftijdgenoten, ouders en religieuze leiders in discussie te gaan. Het is hun recht om niet op zo’n jonge leeftijd te worden uitgehuwelijkt. De gesprekken in de gemeenschappen slaan aan!”

Rolmodel
Maar hoe benader je als westerse ambassadeur vrouwen op het conservatieve platteland die niet eens toestemming van hun vader krijgen om met de buurman te praten? Marcel de Vink bouwde in korte tijd een goed netwerk op. Hij zocht contact met de schrijfster Bina Shah in Karachi. “Zij adviseerde me de eerste Pakistaanse vrouwelijke straaljagerpiloot Ayesha Farooq als rolmodel op te voeren. Ayesha heeft voor alle camera’s gezegd dat het hoog tijd wordt dat vrouwen zelf over hun leven mogen beslissen. Haar boodschap maakt indruk.”

Toen ik de meisjes allemaal Malala’s noemde, begonnen ze spontaan te juichen

Ontwikkelingsrelatie gestoptEen ontwikkelingsrelatie met Pakistan heeft Nederland niet meer. Een jaar voor zijn komst werd die na veertig jaar volgens De Vink terecht beeindigd. “Moet je aan een land dat 38 % van het staatsbudget aan defensie besteedt en nog geen 1 % aan onderwijs en gezondheidszorg hulp geven?” Het belette De Vink niet om zoveel mogelijk Nederlandse potjes aan te boren voor bijzondere projecten waarmee hij in Pakistan de zwakkeren mondig en financieel sterker probeert te maken.

De Nederlandse ambassade gebruikt in haar toespraken ook als voorbeeld de Nobelprijswinnares Malala waarmee bijna iedere jonge vrouw in Pakistan zich identificeert. Nederland steunt in de onderontwikkelde provincie Baluchistan een groot meisjesonderwijsproject. De slechte infrastructuur belette hem niet een van de scholen te bezoeken. “Toen ik de meisjes allemaal Malala’s noemde, begonnen ze spontaan te juichen”, vertelt hij lachend.

Sterke persoonlijkheden
Marcel de Vink is onder de indruk van de kracht van Pakistaanse vrouwen. Het wordt tijd dat het westen het beeld over hen bijstelt. “Ik probeer te begrijpen wat er in de hoofden van vrouwen omgaat. Dan zie ik hier toch heel wat sterke persoonlijkheden. We hebben een heel fout beeld over hen. Pakistan is niet uitsluitend het land van de boerka’s.”

Hij vertelt over de NGO Aahung in de stad Karachi, waar jonge vrouwen op een indrukwekkende manier seksuele en reproductieve gezondheid en rechten in hun land proberen te bevorderen. “Als je ziet hoe goed deze vrouwen zijn opgeleid en wat ze voor elkaar krijgen! Ze ontwikkelden lesmateriaal op scholen dat jongeren en volwassenen helpt bij het maken van een keuze over hun seksualiteit. Onderwijzers en ouders worden gestimuleerd met elkaar te praten over seksuele rechten in het huwelijk.” De vrouwen van Aahung ontvingen voor hun werk vorig jaar de Nederlandse mensenrechtentulp.

Pakistan is niet uitsluitend het land van de boerka’s

Achter de schermen steunt de Nederlandse ambassade ook de LBTG, de Lesbische, Gay, Biseksuele en Transgender Groepen. “Homoseksualiteit wordt hier als een ziekte beschouwd. In het openbaar mag er niet over worden gesproken. Niet alleen religieuze maar ook seksuele minderheden hebben het lastig in Pakistan. Maar het heeft geen zin om 100 homoseksuele ambassadeurs aan te wijzen, dan kunnen we de ambassade wel sluiten. We helpen ze vooral bij het opzetten van goede netwerken en lobbycircuits.”

Enigszins optimistisch verlaat De Vink in juli Pakistan. Het is vooral de jeugd die hem gunstig stemt. “Ik praat graag met jongeren. Ze hebben een frisse kijk. Ze dragen de democratie een warm hart toe.” Hij is er heilig van overtuigd dat zij uiteindelijk het tij voor vrouwen in Pakistan weten te keren.

Pakistaanse groeimarkt 
Dankzij zijn diplomatieke inspanningen lopen na 11 jaar weer Hollandse koeien in de Pakistaanse wei. Vanwege het gevaar voor de gekkekoeienziekte BSE kondigde de regering in de hoofdstad Islamabad destijds een importverbod af op Hollands vee. Binnenkort wordt ook de eerste zoute aardappel (aardappels die groeien in zilte grond, red.) uit Texel gerooid. “Wist je dat 90 procent van alle aardappels die hier worden verbouwd, zijn oorsprong heeft in Nederland?”, zegt hij trots.

Tijdens zijn ambassadeurschap zag hij ook kans om minister Lilianne Ploumen voor Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse Handel voor een rondetafelconferentie met de textielhandelaren naar Pakistan te halen. Zij beloofden de minister betere arbeidsomstandigheden. Van de Europese Unie krijgt het land in ruil daarvoor forse verlaging van de invoertarieven.”Dus grote kans dat de Hema-lakens uit dit land komen”, aldus De Vink. “Pakistan is een groeimarkt met 180 miljoen mensen waarvan er 70 miljoen tot de opkomende middenklasse behoren. Er liggen dus nog meer kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven.”

 

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons