Achtergrond

Trainingen verminderen geweld tegen kledingarbeidsters

Dit artikel krijg je cadeau van OneWorld. Word abonnee

Op Internationale Vrouwendag lanceerde Fair Wear Foundation een nieuwe website. Je vindt er alles over de ervaringen van miljoenen vrouwen in de kledingindustrie in Azië, hun dromen en hun moeilijkheden, zoals intimidatie op de werkvloer, en over het voorkómen van dit wijdverbreide geweld. 'Essentieel is de mannen erbij betrekken.'

Lees hoe jonge vrouwen worden behandeld in de kledingfabrieken in Bangladesh. Dit maken de naaisters van de kleding die wij in het Westen dragen dagelijks mee: “Onze supervisor is heel slecht. Hij gebruikt vieze taal. Hij pakt ons bij onze nek vast. En als we klagen, duwt hij ons weg. Door op zijn schoen te wijzen, laat hij weten dat we zijn kantoor moeten verlaten.”

“Elke helper moet 2 of 3 uur per dag voor niks werken. Als we dat niet doen, pakken de managers ons bij de nek en gooien ons eruit.”

“Zelfs als we ziek zijn, krijgen we geen verlof. En als we toch een keer afwezig zijn, moeten we 3 of 4 uur op één been staan in het kantoor.”

Dagelijks geweld

De verhalen van deze vrouwen staan op de nieuwe website die Fair Wear Foundation (FWF) op Internationale Vrouwendag, lanceert. Onderwerp: het geweld waarmee vrouwen – in Bangladesh 90 procent van alle kledingarbeiders – dagelijks te maken kunnen krijgen. Het treft veelal jonge, vaak analfabete en daardoor kwetsbare meisjes en vrouwen die zo van het platteland in de kledingfabrieken (en de sloppenwijken) belanden. 

FWF, dat consumenten bewust wil maken van de omstandigheden waaronder hun kleding wordt gemaakt, wil meer aandacht voor en actie tegen deze wijdverbreide schending van mensenrechten in de kledingindustrie. Het vergroten van de veiligheid voor werkneemsters in de kledingindustrie is een speerpunt van de organisatie. Het eigenlijke werk, zoals trainingen geven aan werkneemsters, hen informeren over hun rechten en klachten behandelen, doen lokale ngo’s, vakbonden, en de werkneemsters zelf. 

Je leven en dromen tekenenMet het Artwork Focus Group Project [http://www.fairwear.org/ul/cms/fck-uploaded/documents/fwfpublications_reports/FWF-ArtFocus-Report.pdf] verzamelde FWF op een bijzondere manier informatie over het leven van werkneemsters in Bangladesh: via tekeningen die de vrouwen maakten. In een veilige en creatieve omgeving durfden ze, nog steeds anoniem, ook te vertellen wat zij aan geweld meemaken in de fabriek. Daarover praten is niet vanzelfsprekend. Veel vrouwen beschouwen geweld op de werkplek als iets onvermijdelijks, maar ze zwijgen er liever over, uit schaamte en angst voor stigmatisering of zelfs voor verlies van huwelijkskansen. Maar toen hen werd gevraagd hun leven en dromen in een tekening vast te leggen, kwamen aangrijpende verhalen los.

‘Intimidatie hoort erbij’

“Intimidatie van werkneemsters in de kledingindustrie in Azië is een wijdverbreid en vaak verborgen probleem. Vrouwen die het treft, beschouwen intimidatie, verbaal of fysiek, nog vaak als iets dat er nu eenmaal bij hoort in het leven. Ook zijn ze vaak bang om erover praten, waardoor deze misstanden verborgen blijven”, vertelt Juliette Li van Fair Wear Foundation. Li coördineert het veldonderzoek naar geweld tegen vrouwen in India en Bangladesh. Dat laatste land heeft Li als speciaal aandachtsgebied, ook begeleidt ze praktische programma’s om dit geweld te voorkomen en tegen te gaan.

Schat aan ervaring

De nieuwe, eveneens Engelstalige, FWF-website is in eerste instantie bestemd voor kledingmerken, vakbonden en lokale hulporganisaties. Naast eigen onderzoek onder ca. 600 Bengaalse vrouwen, dat uitwijst dat 75 procent  te maken krijgt met verbaal, fysiek of seksueel geweld, en de persoonlijke verhalen van werkneemsters biedt Fair Wear Foundation ook een schat aan ervaring die is opgedaan met het (laten) uitvoeren van programma’s waarmee FWF dit geweld tegen vrouwen probeert te voorkomen. Li: “We hopen dat iedereen die betrokken is bij de kledingindustrie zich bewust wordt van dit probleem en er echt iets aan gaat doen. Daarom vonden we het nu tijd om die ervaring op dit terrein te delen.”  

‘Dit is een proces van twee stappen vooruit en één achteruit’

In 2011 is FWF begonnen met het opzetten van anti-geweldsprogramma’s en het instellen van anti-intimidatiecomités. De uitvoering gebeurt in samenwerking met kledingmerken, fabrieken in India en Bangladesh, regeringen, vakbonden en maatschappelijke organisaties. In 45 fabrieken in Bangladesh en India kregen werkneemsters en werknemers trainingen. Ook kwamen er 34 anti-intimidatiecomités. 

‘Communicatie is de sleutel’

Een anti-intimidatiecomité fungeert als een klein kenniscentrum, met als leden zo’n tien tot twintig werknemers die daarvoor zijn gevraagd of gekozen, vertelt Juliette Li. “Het sleutelwoord is ‘communicatie’; het gaat erom dat de werkneemsters in het comité op informele manier praten met andere werkneemsters, maar zo, bijna terloops, vrouwen wel degelijk goed informeren over hun rechten.” 

Elke één of twee maanden vinden voortgangsbesprekingen plaats met de mensen in deze comités. Li vertelt hoe ze het zelfvertrouwen van werkneemsters ziet groeien als die eenmaal de stap hebben durven nemen om een misstand aan te kaarten bij de leiding. En zelfbewuste werkneemsters die zich gesteund weten door collega’s en het anti-intimidatiecomité zijn betere werknemers. Dat ontgaat ook de leiding niet. “Daarbij: de mens is een groepsdier; dat praten bereikt ook de directie, waardoor die soms ook in het trainingsprogramma geïnteresseerd raken.” 

Proces van lange adem

De trainingen hebben tot maart 2015 plaatsgevonden in genoemde 45 fabrieken. Dat wil niet zeggen dat in al die fabrieken veranderingen ten goede konden worden doorgevoerd. Ook functioneren op dit moment 17 van de 34 anti-intimidatiecomités. Een aantal loopt nog niet zo goed dat zij al kunnen worden toegevoegd aan het rijtje functionerende comités.
Het bewijst dat het tegengaan van intimidatie van vrouwen in de kledingindustrie een proces van zeer lange adem is, stelt Li. “Als je duurzame veranderingen wil bereiken, ben je jaren verder. Mensen boeken zeker wel resultaten, maar dit blijft een proces van twee stappen vooruit en één stap achteruit.” 

Meer bewustwording bij merken 

Minstens zo belangrijk in dit proces is de rol van de kledingmerken – de klanten van de fabrieken – in het voorkómen van geweld. Ook zij moeten zich meer bewust worden van hun handelen. Het merk dat op de valreep besluit dat een kledingstuk toch maar een andere kleur moet krijgen, beseft vaak niet dat dit grote druk legt op de fabriek. Leidinggevenden willen geen nee verkopen, en de druk kan dan ook worden gevoeld op de werkvloer. Li: “Managers en supervisors die niet genoeg ervaring hebben in het positief motiveren van werkneemsters, gaan vaak schreeuwen. Ze kennen geen andere manier.”

Mannen moeten meedoen

Essentieel is het betrekken van mannen bij het bestrijden van geweld, stelt FWF-coördinator Li. “De meeste mannen zijn helemaal niet slecht, wel vaak machteloos. Ook worden ze onzeker van vrouwen die eerst altijd gehoorzaamden maar die zich nu uitspreken. Als ook mannen een training hebben gevolgd, bedenken ze hopelijk dat ze er ook voor kunnen kiezen werkneemsters te steunen. 
“Ook hebben comitéleden het niet over ‘intimidatie’ maar over ‘meer veiligheid’, en denken ze in oplossingen. Waar ze vroeger meteen wegliepen bij misstanden, blijven werkneemsters nu langer bij één baas.” 
Dat deze aanpak vruchten kan afwerpen, blijkt onder meer uit een fabriek in India. Daar zag het management dat na de trainingen het verloop van het personeel merkbaar verminderde.

Samen doorvechten

Maar naast een klein lichtpuntje als dit blijft er nog heel veel werk te doen. Daarom gaat FWF door met dit werk in de kledingindustrie in Azië, samen met het ministerie van Buitenlandse Zaken. Minister voor Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen heeft in december 2015 een ambitieuze vijf jaar durende samenwerking aangekondigd met FWF, FNV Mondiaal en CNV Internationaal, onder andere om geweld tegen vrouwen in de kledingindustrie te kunnen blijven voorkomen en bestrijden.

Meer vakbonden
Veel fabrieken wilden en willen ze niet over de vloer hebben, maar nadat de Bangladesh Labour Act in 2013 werd aangepast, groeide het aantal nieuwe, officieel geregistreerde vakbonden naar 96. Inmiddels zijn er 222 vakbonden. 
Zowel in India als Bangladesh zijn wetten van kracht om geweld op de werkvloer tegen te gaan, maar aan de uitvoering ervan schort het nogal eens. FWF helpt met de toepassing van die wetten door het trainen van duizenden (top)managers, supervisors en naaisters.

 

[[{“fid”:”45843″,”view_mode”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”fields”:{“format”:”file_styles_artikel_volle_breedte”,”field_file_image_title_text[und][0][value]”:”‘Workers have a platform now'”,”field_file_image_alt_text[und][0][value]”:”‘Workers have a platform now'”},”type”:”media”,”attributes”:{“alt”:”‘Workers have a platform now'”,”style”:”height:327px; width:581px”,”class”:”file-file-styles-artikel-volle-breedte media-element”}}]]

Ik wil dat OneWorld blijft bestaan

AbonneerDoneer

Lees je bewust met OneWorld en draag bij aan een rechtvaardige wereld.

Dat kan al vanaf 6 euro per maand

Ontvang onze beste verhalen in je mailbox

Volg ons